Wil jij met je kind rekenen oefenen, maar weet je niet waar je moet beginnen?
Met de 17 rekenrecepten in dit complete overzicht voor rekenen op de basisschool kun je direct aan de slag.
Wil je uitleg over rekenen per groep? Klik dan op ‘Kies groep’ hieronder.
Wat je kunt verwachten in dit artikel:
Verderop in dit artikel vind je alle uitleg die je nodig hebt om je kind goed te helpen. Hieronder eerst een aantal handige ezelsbruggetjes.
Kies dan voor de oefenboeken rekenen! Met de oefenboeken (en jouw hulp) krijgt je kind de lesstof gemakkelijk onder de knie. Cito-toetsen of andere toetsen maakt je kind daardoor beter en met meer zelfvertrouwen.
Klik hier voor de Oefenboeken Rekenen
300.000+ ouders gingen je voor.
Of oefen eerst met de gratis Oefenbladen Rekenen. Download hieronder de oefenbladen van de groep van jouw kind.
Bekijk de video-uitleg over sommen en de leukste spelletjes waarmee je rekenen kunt oefenen:
Met behulp van deze rekenrecepten kan je kind samen met jou rekenen oefenen. Wil je meer weten over een bepaald onderwerp? Klik dan door via de link en lees de uitgebreide uitleg!
Inzicht hebben in de getallenlijn is heel belangrijk voor kinderen in groep 3, 4 en 5. De getallenlijn tot 20 wordt aangeboden en gebruikt in groep 3. De getallenlijn tot 100 is belangrijk voor kinderen in groep 4. Kinderen in groep 5 krijgen te maken met de getallenlijn tot 1000.
Hoewel een getallenlijn ook na groep 5 belangrijk blijft, snappen kinderen in groep 6 over het algemeen de getallenlijn tot 1000. Dit inzicht kunnen ze gebruiken bij de getallenlijn tot 10.000 of 100.000.
Ook vanaf groep 6 is het gebruik van de getallenlijn belangrijk. In die groepen moeten kinderen inzicht krijgen in breuken en kommagetallen. Waar plaats je bijvoorbeeld de breuk 1/3 op de getallenlijn? En kan je kind 1,25 op de getallenlijn aanwijzen?
In groep 3, 4 en 5 zet de leerkracht de getallenlijn vooral in bij het oplossen van plus- en minsommen. Daardoor krijgt je kind sneller inzicht in het proces tijdens de bewerking van een som. De strategieën die daarbij vooral gebruikt worden, zijn ‘handig rijgen’, ‘aanvullen tot 10’ en ‘splitsen’.
Daarnaast kun je je kind, afhankelijk van de groep waarin het zit, uitleggen dat getallen vanaf 10 opgebouwd zijn uit eenheden, tientallen, honderdtallen en duizendtallen.
Meer lezen over hoe je kind kunt helpen met de getallenlijn? Klik hier voor de uitleg over een getallenlijn maken.
Lees ook hoe het zit met de Romeinse cijfers.
Splitsen is een basisvaardigheid. Deze vaardigheid is nodig, zodat je kind vlot leert (hoofd)rekenen. In groep 3 wordt splitsen nog ondersteund door de getallenlijn. De getallenlijn zorgt ervoor dat je kind ziet welke tussenstapjes het tijdens het rekenen maakt.
Splitsen gebruik je bij plus- en minsommen boven de tien. Hoe het werkt, zie je het beste in de volgende voorbeelden:
37 + 6 = (6 splits je in: 3 en 3) 37 + 3 = 40 + 3 = 43
86 – 9 = (9 splits je in 6 en 3) 86 – 6 = 80 – 3 = 77
De eenheden van het tweede getal in een som splits je zó, dat je van het eerste getal gemakkelijk een ‘rond’ getal (10, 40, 60 of bijv. 90) kunt maken. Vervolgens reken je uit wat het antwoord wordt wanneer je het tweede getal van de splitsing erbij of eraf doet.
Als je met dit soort sommen aan het werk gaat, merk je direct welke invloed kennis van de getallenlijn heeft. Als je kind de getallenlijn goed kent, kan het de som sneller oplossen.
Wil je het splitsen thuis oefenen? Gebruik dan flitskaartjes. Die kun je kopen of zelf maken.
Lees hier meer over splitsen groep 3 en 4.
Optellen wordt op school ‘erbij’ genoemd. Met de zogenaamde bussommen maakt je kind de eerste sommen. Optellen geef je aan met het rekenteken +.
In groep 3 leert je kind optellen tot 10. Daarbij kan het ondersteuning ervaren als het de vingers gebruikt.
Moeilijker wordt het zodra het optellen over het tiental heen gaat. In schoolse termen heet dit optellen met overschrijding van het tiental.
Je kind leert dat de afzonderlijke cijfers binnen een getal een verschillende waarde hebben. Zo heeft het getal 97:
Het getal 482 heeft:
Bij sommen als 482 + 217 = komt je kind niet alleen overschrijding van het tiental tegen, maar ook overschrijding van het honderdtal.
Optellen kun je op verschillende manieren doen:
Meer weten? Hier lees je alles over optellen, kolomsgewijs rekenen en rekenen met het HTE-schema.
Aftrekken wordt op school ‘eraf’ genoemd. Als je in een som aftrekt, geef je dat aan met het rekenteken -.
Voor veel kinderen is aftrekken lastiger dan optellen, zeker wanneer het over een tiental gaat.
Van groep 4 tot en met 8 worden de sommen steeds complexer. Zo leert je kind in groep 4 erafsommen tot 100. Groep 5 leert sommen tot 1000 en maakt kennis met geldsommen. In groep 6 leert je kind meer over geldsommen, bijvoorbeeld in relatie met kortingen.
Groep 7 en 8 maken erafsommen met kommagetallen en breuken.
Net als bij het optellen kan je kind bij erafsommen kiezen uit verschillende manieren om de som op te lossen. Bijvoorbeeld met kolomsgewijs aftrekken.
In dit artikel vind je meer uitleg en een video over minsommen.
We kennen analoge tijd en digitale tijd. De tijden die je van een klok met wijzers afleest, noem je de analoge tijd. Kinderen leren eerst de uren, dan de halve uren en later de kwartieren.
In groep 4 leert je kind ‘de hele klok’. Dit houdt in dat het ook de tijden als 5 over 10 en 10 voor half 10 etc. leert. In groep 5 komt daar de uitleg over de digitale tijd bij.
Kijk hier voor uitleg over klok leren kijken. Bekijk ook de uitleg over de digitale klok of dit artikel over met een leerklok leren klokkijken.
In de eerste helft van groep 4 leert je kind hoe het een kalender gebruikt. Vaak maakt de leerkracht gebruik van een maandkalender, waarop de dagen en weken op ruitjespapier zijn getekend. Het is een vierkant met bovenaan de naam van de maand. Links staan van boven naar beneden de dagen van de week. Elk vierkantje heeft een nummer; de datum.
Je kind gaat nu bij het vak rekenen oefenen hoe het vragen beantwoordt als:
Dit leerproces kan best complex zijn voor kinderen. Je kind leert dan ook van alles:
Lees hier meer over de kalender.
Waarom is het zo belangrijk dat kinderen bijvoorbeeld de sommen tot 20 en de keer- en deeltafels automatiseren?
Wanneer kennis is geautomatiseerd, vergt dit nauwelijks nog iets van het werkgeheugen. En omdat het werkgeheugen beperkte capaciteit heeft, kun je die dus beter inzetten voor nieuwe kennis.
In groep 6 krijgt je kind te maken met complexere keersommen. Je kunt je vast voorstellen dat het voor je kind het beste is als het voor die tijd de tafels al geautomatiseerd heeft.
Lees meer over automatiseren bij rekenen.
Lees meer over hoofdrekenen.
Meten begint met simpele opdrachten. Je kind moet bijvoorbeeld lijntjes in het rekenboek of afstanden ‘buiten het boek’ meten. Denk aan de lengte van een ander kind of de lengte van een pen.
Als je je kind wilt laten ervaren wat een cm/km/m of mm is, kun je het dagelijks leven gebruiken om afstanden of maten te bespreken. Allereerst moet je kind dan inzicht hebben in de diverse maten. Bovendien moet het weten dat je een voetbalveld niet in centimeters opmeet en een gum niet in meters. Op school, bij het vak rekenen, oefenen jouw kind en zijn klasgenoten dan ook regelmatig met deze stof.
Als je kind de leerstof beheerst, leert het vervolgens maten omrekenen. De vraag is dan bijvoorbeeld: Je hebt een plank van 2 m. Hoeveel decimeter is dat?
Daar hebben we een handig ezelsbruggetje meten voor!
In deze video wordt uitgelegd hoe het metriek stelsel van de lengtematen is opgebouwd.
Bekijk ook:
Redactiesommen worden ook wel verhaaltjessommen genoemd. Ze zijn een goed voorbeeld van realistisch rekenen.
In alle leerjaren van de basisschool krijgt je kind redactiesommen aangeboden, oplopend in moeilijkheidsgraad. Ook de (Cito)toetsen maken veelvuldig gebruik van redactiesommen. Het is dus belangrijk dat je kind handig wordt in het oplossen van dit soort sommen.
In groep 3 en 4 zijn het vaak nog verhaaltjes met maar 1 opdracht. Vanaf midden groep 5 kunnen er 2 opdrachten in een redactiesom zitten. Dit houdt in dat je kind 2 sommen moet maken voordat het bij het juiste antwoord is.
Lees hier hoe je jouw kind kunt helpen met redactiesommen.
Je kind moet de tafels geautomatiseerd hebben om gemakkelijk mee te komen tijdens de rekenles. Zowel kennis van de keer- als van de deeltafels is nodig. Er zijn veel sommen in groep 6, 7 en 8 die je kind alleen kan oplossen als het de tafels kent.
Tafels oefenen kun je op veel manieren doen:
Wil je regelmatig met je kind oefenen en ben je op zoek naar ideeën? Klik dan hier voor alles over het oefenen van de tafels. Of lees ons artikel over bewegend leren of bewegend leren rekenen!
Bekijk ook: Tafelkaart printen als hulpmiddel (PDF)
Meer over vermenigvuldigen? Bekijk deze uitleg:
Kinderen komen al vroeg in aanraking met geld: zakgeld, geld gekregen van open en oma, geld uitgeven in de speelgoedwinkel of aan boodschappen etc.
Ook via de rekenmethode op school gaan kinderen vanaf groep 4 rekenen oefenen met geld. Natuurlijk worden deze geldsommen door de jaren heen steeds complexer.
In de tweede helft van groep 6 gaat je kind rekenen oefenen met behulp van een verhoudingstabel. Dit is een handige manier om vanuit een gegeven een antwoord te krijgen. Bijvoorbeeld:
Verhoudingstabellen zijn heel handig bij het oplossen van verschillende soorten sommen. Hier kun je de uitleg over verhoudingen en verhoudingstabellen lezen.
Of bekijk deze video:
Een staartdeling is een manier om een deelsom op te lossen. ‘Vroeger’ werd deze manier van rekenen als enige manier aan kinderen in het basisonderwijs aangeboden. De huidige beleidsmakers vinden dat kinderen dan geen inzicht krijgen in de structuur van de som. Daarom is kolomsgewijs rekenen geïntroduceerd. Als je kind op de kolomsgewijze manier een som uitrekent, ziet het als het ware hoe het antwoord tot stand komt.
Nadat je kind in groep 6 en begin groep 7 deelsommen heeft leren oplossen met behulp van kolomsgewijs rekenen, maakt het in groep 7 kennis met de staartdeling. De staartdeling wordt ook nog aangeleerd, omdat je met behulp van een staartdeling makkelijker tot na de komma kunt rekenen.
Ga naar uitleg over de staartdeling.
Je hebt hele getallen en je hebt breuken. Dat zijn delen van getallen. Je kind moet veel verschillende strategieën kunnen toepassen als het wil rekenen met breuken. Het geeft niets als je kind veel tijd nodig heeft om al deze strategieën te leren en in te zetten. Thuis oefenen is dan ook een goed idee. Daarnaast gelden er ook rekenregels voor breuken.
Hier vind je meer uitleg over rekenregels.
Om goed en gemakkelijk met breuken te kunnen werken, heeft je kind zijn kennis van de deel- en keertafels nodig.
Lees hier de uitgebreide uitleg over breuken.
Procenten en breuken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Net als breuken zijn procenten een deel van een geheel.
Opgaven waarbij je kind procenten moet berekenen, zijn te verdelen in 3 verschillende soorten sommen. Die soorten zijn alle 3 op een andere manier op te lossen. De verhoudingstabel is bijvoorbeeld een heel handige manier om opgaven met procenten uit te rekenen.
Hier vind je de uitleg over het berekenen van procenten.
In de bovenbouw van de basisschool leert je kind sommen maken met kommagetallen. Weet je kind wat kommagetallen zijn? Kan het op een getallenlijn aanwijzen waar een bepaald kommagetal hoort?
Het uitspreken van kommagetallen vraagt soms ook enige oefening. De decimalen achter de komma noem je van links naar rechts tienden, honderdsten of duizendsten.
Lees hier de uitgebreide uitleg over kommagetallen.
Je rekent een gemiddelde uit door alle getallen bij elkaar op te tellen en de uitkomst door het aantal getallen te delen.
Je kind krijgt ook sommen waarbij het een gemiddelde snelheid moet uitrekenen. Zo noem je de snelheid van een voertuig, omdat een voertuig nooit continu dezelfde snelheid heeft.
Vragen over een gemiddelde kunnen ook gaan over gewicht, behaalde scores of bijvoorbeeld zonuren in een bepaalde periode. Je kunt van veel gegevens het gemiddelde uitrekenen.
De informatie en werkbladen per groep bekijken?
Als je je kind met rekenen wilt laten oefenen, zijn korte oefensessies aan de keukentafel het meest effectief. Ga lekker samen aan de slag met de sommen die jouw kind moeilijk vindt.
Hoe je erachter komt welke sommen dat zijn? Bespreek de rekenresultaten met de juf of meester. Vaak kan de leerkracht aangeven welke sommen je kind het moeilijkste vindt.
Je kunt de leerkracht overigens ook vragen naar de resultaten van de laatste Cito- of IEP-toets rekenen. De leerkracht kan zien in welke soort sommen je kind de meeste fouten heeft gemaakt.
In de kleutergroepen leert je kind spelenderwijs de grondbeginselen van het rekenen. Het leert tellen tot 20, oefent met de simpelste optel- en aftreksommetjes en leert de getalsymbolen 1 tot en met 10 lezen.
Ook gaat je kind aan de slag met simpele meetkundige begrippen, zoals ‘groter’, ‘kleiner’, ‘hoger’ en ‘lager’, ‘achter’ en ‘naast’. De basis voor tijdsaanduidingen wordt gelegd en je kind leert verschillende figuren kennen.
Wil je thuis spelenderwijs met rekenen aan de slag? Bestel dan het spel Rekenen met je kleuter.
In groep 3, 4 en 5 maakt je kind enorme sprongen bij het vak rekenen. Je kind kan aan het einde van groep 5 getallen tot en met 2000 op de getallenlijn plaatsen. Ook kent het de waarde van cijfers in driecijferige getallen.
De tafels vormen in deze groepen ook een belangrijk onderdeel van het rekenen. Bovendien leert je kind deel- en keersommen maken in het getallengebied tot 100.
Je kind leert verschillende maten, zoals die van lengte, omtrek, oppervlakkte, inhoud en gewicht. Ook leert het digitaal en analoog klokkijken en werken met geld.
In onze webshop vind je o.a. verschillende algemene oefenboeken om rekenen te oefenen:
Voorkom een zomer-rekendip met de vakantieboeken! Op speelse wijze herhaalt je kind de rekendoelen van de vorige groep:
En dan zijn er nog de aparte oefenboeken per onderdeel:
Zit je kind in de bovenbouw? Dan kan het nooit kwaad om extra met rekenen te oefenen. In groep 6, 7 en 8 leert je kind enorm veel nieuwe dingen, zoals rekenen met procenten, met grote getallen en met diverse maten.
Extra oefensommen van het juiste niveau vind je in onze algemene oefenboeken:
Weet je al precies wat je kind lastig vindt? Dan kun je aan de slag met de specifieke onderdelen van de bovenbouw:
En dan zijn er natuurlijk nog die heerlijke vakantieboeken:
Als je kiest voor online rekenen oefenen, is het, zeker in het begin, belangrijk dat je als ouder bij je kind gaat zitten en goed in de gaten houdt wat er precies wordt gevraagd in het oefenprogramma. Je wil je kind natuurlijk wel oefeningen bieden die passen bij zijn niveau.
Deze website biedt een overzicht van alle (gratis) apps die beschikbaar zijn voor rekenen. Met deze apps kun je op een tablet of mobiel oefenen.
Je kunt kiezen uit apps voor Android, Windows, iPad of iPhone. Zo zijn er apps waarmee je verschillende aspecten van rekenen oefent. Dus bijvoorbeeld optellen, aftrekken en tafels in 1. Er zijn ook apps die zich richten op 1 soort oefening. Aan de linkerkant van de website heb je steeds de mogelijkheid om je voorkeuren aan te geven.
Je kunt overigens ook voor groep 8+ kiezen als je kind al verder is dan het niveau van groep 8.
Het opsporen van de oorzaak van rekenproblemen is complex. Er zijn namelijk veel verschillende aspecten die van invloed kunnen zijn. Allereerst kun je rekenproblemen in 3 hoofdcategorieën verdelen:
Voorbeelden van kind-gerelateerde oorzaken:
Voorbeelden van omstandigheden-gerelateerde oorzaken:
Voorbeelden van school-gerelateerde oorzaken:
Vaak zijn rekenproblemen een combinatie van verschillende factoren. Dat maakt het nog lastiger de juiste hulp te bieden.
Zodra een leerkracht vermoedt dat een leerling kind-gerelateerde rekenproblemen heeft, zal hij, in overleg met een intern begeleider, een zogenaamd rekendossier opbouwen.
Hierin staat welke hulp de school (leerkracht) heeft geboden en wat daarvan het resultaat was. Soms blijkt dat het kind ook met die extra hulp te weinig vooruitgang toont. Dan bespreekt de leerkracht met de ouders of een psychologisch onderzoek een logische volgende stap is. Er kan dan bijvoorbeeld onderzoek gedaan worden naar dyscalculie.
Meer lezen over rekenproblemen? Bekijk de volgende artikelen:
Vind je kind niet zozeer het rekenen zelf last, maar heeft het moeite met (reken)toetsen? Lees dan het volgende artikel: Help, hoe maak je een toets?
Meteen naar de uitleg van de meest bekeken rekenonderdelen: