Km naar m omrekenen

Op de basisschool leert jouw kind rekenen. Voor het vak rekenen op de basisschool bestaat een leerlijn. Dat is een volgorde, waarin de basisschool in de verschillende groepen de onderdelen van rekenen aanbiedt. Onderdeel van die leerlijn is het bijvoorbeeld ook het gedeelte meten, tijd en geld. In dit blog gaan we het specifiek hebben over het omrekenen van km naar m.

Het rekenonderwijs begint in groep 3 met de basis van rekenen, zoals het optellen tot het tiental. Natuurlijk leert je kind vanaf groep 1 al spelenderwijs rekenen en tellen. Termen zoals: langer, korter, kleiner, groter en minder, meer leren kinderen al op jonge leeftijd de basis voor het rekenonderwijs.

In groep 5 komt voor het eerst het metriek stelsel aan bod. Dat houdt in dat je kind leert rekenen met maateenheden. Het aanleren van deze eenheden begint met lengtematen, zoals centimeter en meter. Het eindigt in groep 8 met inhoudsmaten, zoals de kubieke meter.

Oefenbladen Rekenen Groep 5 (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 7 (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 8 (Gratis)

Bij het rekenen met lengtematen gebruiken we 3 maateenheden:

  • Lengtematen,            zoals m            (meter)
  • Oppervlaktematen,   zoals m2          (vierkante meter)
  • Inhoudsmaten,           zoals m3                (kubieke meter)

Bij het rekenen met maateenheden is het vooral van belang, dat je kind leert omrekenen van de ene naar de andere maat, bijvoorbeeld:

  • Van kilometer naar meter.
    Omrekenen van km naar m doe je door te vermenigvuldigen met 1000.
    3 km = 3 x 1000 = 3000 m
  • Van meter naar kilometer
    Omrekenen van m naar km doe je door te delen door 1000

5000 m = 5000 : 1000 = 5 km

In een eerder artikel legden we al uit hoe je daarvoor onderstaande trap kunt gebruiken bij het omrekenen. Deze trap komt later in dit artikel nogmaals aan bod.

km naar m

Niet alle lengtematen komen in het dagelijks leven voor. De meestgebruikte en vaak voorkomende lengtematen zijn de centimeter, de meter en de kilometer. Het is daarom belangrijk dat je kind met deze 3 maten goed leert rekenen.

Vooral in verhaaltjessommen of ook wel redactiesommen komt rekenen met maten regelmatig voor. Maar hoe reken je om van kilometer naar meter en weer terug? In dit artikel geven we je uitleg over het omrekenen van km naar m.

Wat betekenen de afkortingen km hm dam m dm cm mm?

Op de afbeelding van de trap zie je de afkortingen staan van alle lengtematen: km, hm, dam, m, dm, cm, mm. Deze lengtematen gebruik je altijd van boven naar beneden, waarbij de grootste lengtemaat, de kilometer bovenaan staat. De kleinste lengtemaat, de millimeter, staat onderaan.

trap metriek stelsel km hm dam m dm cm mm

Van boven naar beneden zie je:

  • km       = kilometer
  • hm       = hectometer
  • dam    = decameter
  • m         = meter
  • dm      = decimeter
  • cm      = centimeter
  • mm     = millimeter

Een trap is een handig ezelsbruggetje om te gebruiken bij het omrekenen van lengtematen. In plaats van een trap kun je ook een rijtje gebruiken. Het rijtje gebruik je van links naar rechts. De kilometer staat hier links en de millimeter staat rechts.

Bij het omrekenen van kilometer naar meter spring je 3 sprongen naar rechts, van km naar m. Dat betekent dat je 3 sprongen maakt van x 10. Dat is hetzelfde als 1 keer met 1000 vermenigvuldigen.

Kan het dametje met de centimeter meten

Verhoudingen tussen de verschillende eenheden

Tijdens de rekenlessen probeert de leerkracht op de basisschool zo veel mogelijk uit te gaan van voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Op deze manier wordt het rekenonderwijs met maten voor de leerlingen herkenbaar en begrijpelijk.

Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • mm:    de dikte van je nagel
  • cm:     de breedte van je vinger
  • dm:     de afstand tussen duim en pols
  • m:        een grote stap

Op de Cito-toetsen komen vooral veel verhaaltjessommen of rectiesommen voor. Kijk ook eens onze oefenpakketten met Cito-sommen.

Voorbeeld van een redactiesom over omrekenen km naar m:

Karin en haar ouders zijn op vakantie in Zwitserland. Daar wandelen ze iedere dag 10 km. Hoeveel meter hebben ze na 4 dagen gelopen?

Antwoord:

Eerst reken je uit hoeveel kilometer er totaal is gelopen. Ze hebben na 4 dagen: 4 x 10 km = 40 km gelopen. De vraag is echter hoeveel meter ze gelopen hebben. De 40 km moet dus worden omgezet naar meters. Op de trap zie je dat je 3 tredes omlaag moet, dus 3 keer vermenignuldigen met 10. Dat is hetzelfde als in 1 x vermenigvuldigen met 1000.

40 x 1000 = 40.000 m

Zoals je op de trap hebt gezien, zit er een vast rekenpatroon in deze rij. Van boven naar beneden vermenigvuldig je per trede met 10. Van beneden naar boven deel je door 10 per trede.

Bijvoorbeeld:

350 meter = ? decameter

Van meter naar decameter op de trap is één trede omhoog, dus één keer delen door 10:

350:10 = 35

350 m= 35 dam

Bijvoorbeeld:

60 hectometer = ? decimeter

Van hectometer naar decimeter op de trap zijn drie tredes omlaag, dus drie keer vermenigvuldigen met 10:

60x10x10x10 = 60.000

60 hm= 60.000 dm

Kan het dametje met de centimeter meten?

De volgorde van de lengtematen is soms lastig te onthouden. Je begint altijd met het opnoemen van de grootste, de kilometer en je eindigt met de kleinste, de millimeter. Vind jouw kind het lastig om het rijtje te onthouden, dan is daar een handigheidje voor!

Als ezelsbruggetje kun je je kind de volgende zin aanleren:

Kan het dametje met de centimeter meten?

Als je deze zin kunt onthouden, heb je de volgorde van de lengtematen altijd goed! Kijk goed naar de eerste letter van ieder woord. Die letters staan voor de lengtematen.

De eerste letters helpen je de juiste volgorde te onthouden:

Kan Het Dametje Met De Centimeter Meten?

Kan                 = kilometer (km)

Het                  = hectometer (hm)

Dametje          = decameter (dam)

Met                 = meter (m)

De                   = decimeter (dm)

Centimeter     = centimeter (cm)

Meten             = millimeter (mm)

Bij het omrekenen van kilometer naar meter spring je 3 sprongen, van het woord Kan naar het woord Met. Dat betekent dat je 3 keer vermenigvuldigt met 10. Dat is hetzelfde als 1 keer met 1000 vermenigvuldigen.

Meer oefenen met maten en eenheden?

Op internet zijn talloze websites te vinden, waar je kunt oefenen met meten en meetkunde. Ook in onze webshop zijn talloze oefenboeken te bestellen op allerlei gebieden van rekenen.

Ontdek ook onze handige tips en weetjes over meetkunde.

Tenslotte blijft het ook belangrijk om spelenderwijs met je kind het over maten te hebben. Gebruik eens een liniaal, een meetlint of een rolmaat. Laat jouw kind eens dingen met elkaar vergelijken. Hoeveel centimeter of jouw been en hoeveel het mijne?

Natasja de Vrind, BEd

Natasja de Vrind is ruim 24 jaar leerkracht in de bovenbouw van het basisonderwijs. Naast het behalen van haar opleiding tot intern begeleider, hield ze zich bezig met een expertgroep voor rekenen en werkte ze op de PABO, waar ze stagiaires begeleidde. De laatste jaren staat ze parttime voor de groep en houdt ze zich daarnaast vooral bezig met haar andere passie: schrijven.

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *