Zo bereken je de oppervlakte (met een handig ezelsbruggetje)
- Wat is oppervlakte?
- Waarom moet je weten hoe je de oppervlakte uitrekent?
- Hoe bereken je de oppervlakte?
- Wat is een vierkante meter?
- Oppervlakte vierkant berekenen
- Oppervlakte van een rechthoek berekenen
- Oppervlakte driehoek berekenen
- Lengte en breedte zijn belangrijk bij de berekening van de oppervlakte
- FAQ
Wil jij weten hoe wat de oppervlakte van een figuur is en hoe je de oppervlakte berekent? Lees dan gauw verder. Hieronder leggen we je alles over de oppervlakte uit.
Wat is oppervlakte?
Oefenbladen Rekenen Groep 5 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 7 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 8 (Gratis)
Bekijk ook:
- Metriek stelsel oefenen en uitleg
- Meten en meetkunde: 5 handige weetjes
- Maten omrekenen: een handig ezelsbruggetje
- Inhoud berekenen: hoe ga je van liter naar dm3?
- Schaal berekenen, hoe doe je dat?
- Km naar m omrekenen
Voordat we allerlei ingewikkelde berekeningen gaan doen, moet je natuurlijk weten wat het woord ‘oppervlakte’ betekent. Anders weet je niet eens waar je naar op zoek bent. Met de oppervlakte geef je aan hoe groot een vlak is. Denk bijvoorbeeld aan een vloer, een tuin of een heel bosgebied. Als je van boven op zo’n vlak kijkt, zie je de hele oppervlakte onder je. Je kijkt dan ‘op het vlak’. Hee, dat is toevallig! Dat klinkt bijna als ‘oppervlakte’! Eigenlijk is dat helemaal niet toevallig. Als je de oppervlakte berekent, bereken je hoe groot het vlak is dat OP een figuur ligt. Je kunt dat vlak inkleuren.
De oppervlakte van dit vierkant is bijvoorbeeld helemaal blauw gekleurd:
Ook voor het woord ‘omtrek’ kun je dit trucje gebruiken. In het woord ‘omtrek’ zit het woordje ‘om’. Als je de omtrek moet berekenen, reken je uit hoeveel meter of centimeter er OM een figuur zit.
De omtrek van deze cirkel is rood gekleurd:
Samengevat krijg je dit:
• Oppervlakte: je rekent uit hoeveel (centi)meter het vlak OP het figuur is.
• Omtrek: je rekent uit hoeveel (centi)meter er OM het figuur zit.
Dit is een handig ezelsbruggetje! Vanaf nu kun je dit dus altijd gebruiken als je het verschil moet weten tussen de oppervlakte en de omtrek van een figuur.
Bekijk ook:
- Maten omrekenen: een handig ezelsbruggetje
- Kan het dametje met de centimeter meten: een ezelsbruggetje voor lengtematen
Waarom moet je weten hoe je de oppervlakte uitrekent?
Terug naar de oppervlakte nu. Waarom is het eigenlijk handig om te weten wat de oppervlakte van een figuur is? Stel, je wilt de muur van je slaapkamer een mooi kleurtje geven. Dan moet je weten hoeveel verf je nodig hebt. Daarvoor heb je de oppervlakte van de muur nodig. Of wat denk je van het moment waarop je een kussentje wilt maken voor op de bank? Dan is het handig als je weet hoeveel stof je nodig hebt. Gelukkig is het berekenen van een oppervlakte meestal niet zo moeilijk. We leggen je hieronder precies uit hoe het werkt.
Hoe bereken je de oppervlakte?
Als je wilt weten wat de oppervlakte van een figuur is, wil je eigenlijk weten uit hoeveel hokjes het bestaat. Je zou dan al die hokjes kunnen gaan tellen. Dat duurt alleen best lang. In plaats daarvan tel je 1 x het aantal hokjes in de lengte en 1 x het aantal hokjes in de breedte.
In het kort zeg je: de oppervlakte van een figuur is de lengte x de breedte.
Zo werkt dat in de praktijk:
Stel, je wilt de oppervlakte van deze rechthoek berekenen. Eerst tel je het aantal hokjes in de lengte (de langste kant). Dat zijn er 4. Dan tel je het aantal hokjes in de breedte (de kortste kant). Dat zijn er 3.
Je weet: oppervlakte = lengte x breedte.
De oppervlakte van deze rechthoek is dus 4 x 3 = 12 hokjes!
Als we het over de oppervlakte hebben, spreken we niet over hokjes, maar over vierkante meters. We vertellen je nu wat dat betekent.
Bekijk ook:
- Rekenen oefenen met de beste handleiding voor ouders (2020)
Wat is een vierkante meter?
We weten nu dat de rechthoek uit ons voorbeeld 12 hokjes heeft. Eén hokje is precies 1 cm lang en 1 cm breed. De lengte van de rechthoek is dus 4 cm en de breedte 3 cm. Als je het dan over de oppervlakte hebt, doe je weer lengte x breedte: 4 x 3. De uitkomst zou dan 12 centimeter zijn.
Maar let op! Als je het over de oppervlakte hebt, heb je het niet zomaar over centimeters. Dit zijn namelijk geen gewone centimeters! Dit zijn vierkantjes. 12 vierkantjes om precies te zijn. Daarom meten we de oppervlakte ook in vierkante centimeters. 1 vierkante centimeter is de oppervlakte van een vierkantje met een lengte van 1 cm en een breedte van 1 cm. De oppervlakte van de rechthoek uit het voorbeeld is 12 hokjes, dus 12 vierkante centimeter.
Het zou vervelend zijn als je steeds ’12 vierkante centimeter’ op moet schrijven. Daarom is er een afkorting bedacht. 12 vierkante centimeter schrijf je ook wel als 12 cm². De 2 komt dus in het klein rechtsboven de m van cm.
Waarom moet die 2 er dan bij? Die komt van de 2 getallen die je hebt gebruikt, namelijk:
- het getal van de lengte
- het getal van de breedte
Voor vierkante meters werkt het hetzelfde, maar dan met grotere vierkanten. 1 vierkante meter (1 m² dus) is de oppervlakte van een vierkant met een lengte van 1 meter en een breedte van 1 meter. Voor grotere oppervlakken, zoals die van een muur of van een bos, praat je niet over vierkante centimeters, maar eerder over vierkante meters.
Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 7 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 8 (Gratis)
Oppervlakte vierkant berekenen
Laten we nu eens een voorbeeld bekijken waarbij we de oppervlakte van een vierkant gaan berekenen.
Stel, je hebt een vierkante tuin. In deze tuin komen tegels te liggen. Om te weten hoeveel tegels je moet kopen, moet je eerst weten wat de oppervlakte van de tuin is. Een vierkant heeft 4 gelijke zijdes. De lengte van een vierkant en de breedte van een vierkant zijn dus hetzelfde. Als de lengte van de tuin 6 meter is, weet je dat de breedte van de tuin ook 6 meter is.Als je nu de oppervlakte van deze tuin wil berekenen, dan doe je lengte x breedte = 6 x 6 = 36 vierkante meter. Ik moest dus voor 36m² tegels gaan kopen. Voor een vierkant geldt dus dat je alleen de lengte of de breedte hoeft te weten om de oppervlakte te berekenen. De andere afmeting is namelijk gelijk aan degene die je al kent!
Nog een voorbeeld:
Sjoerd wil een grondzeil kopen voor onder zijn vierkante tent. Hij weet dat de lengte van de tent 3 meter is. Omdat hij een zeil met de juiste afmetingen wil kopen, moet Sjoerd eerst de oppervlakte van de tent berekenen. Sjoerd weet dat de bodem van de tent 3 meter lang is. En dat de tent vierkant is. Daardoor weet hij ook dat de breedte van de tent gelijk is aan de lengte. 3 meter dus.
Voor de oppervlakte rekent hij lengte x breedte. 3 x 3 dus. De uitkomst van die som is 9. De oppervlakte van de tentbodem is dus 9 m².
Oppervlakte van een rechthoek berekenen
De oppervlakte van een rechthoek berekenen doe je op dezelfde manier. Je berekent lengte x breedte. Het enige grote verschil met een vierkant is dat de zijdes van een rechthoek 2 verschillende afmetingen hebben. De lengte is dus niet gelijk aan de breedte. Daarom moet je voor het uitrekenen van de oppervlakte van een rechthoek altijd beide afmetingen kennen.
Een voorbeeld:
Filine wil de voorkant van de haar kledingkast gaan schilderen. Ze weet dat de kast 1 meter breed is en 2 meter lang. Ze wil weten voor hoeveel m² ze verf nodig heeft.
Daarvoor moet ze de oppervlakte berekenen: lengte x breedte.
De oppervlakte van Filines kast is 2 x 1 = 2 m².
Oppervlakte driehoek berekenen
Ook de oppervlakte van een rechthoekige driehoek kun je uitrekenen. Dat is niet zo makkelijk als de oppervlakte van een rechthoek of vierkant, omdat een driehoek niet zo’n handige vorm heeft. Gelukkig is er voor de oppervlakteberekening van een driehoek ook een trucje. Je kunt van een driehoek een vierkant of een rechthoek maken! Hoe je dat doet? Je tekent aan de driehoek gewoon nog een keer dezelfde driehoek, maar dan gedraaid!
Kijk maar eens:
Deze driehoek… wordt een vierkant als je er nog zo’n zelfde driehoek aan vast plakt!
En deze driehoek… wordt een rechthoek als je er nog zo’n zelfde driehoek aan vast plakt.
Van een vierkant en een rechthoek weet je hoe je de oppervlakte moet uitrekenen. Laten we als voorbeeld de eerste driehoek eens gebruiken.
De lengte en de breedte van het gemaakte vierkant zijn beide 3 centimeter. De oppervlakte van het vierkant is (lengte x breedte) 3 x 3 = 9 cm². Maar let op! Je weet nu dat het vierkant een oppervlakte heeft van 9 cm². Dat is nog niet de oppervlakte van de driehoek. Je weet gelukkig dat je aan de eerste driehoek nog zo’n zelfde driehoek hebt vastgeplakt. Je hebt dus 2 dezelfde driehoeken. Als het door jou gemaakte vierkant een oppervlakte heeft van 9 cm², is de oppervlakte van 1 driehoek de helft! 9 / 2 = 4,5 cm².
We doen nog een voorbeeld: de driehoek van het tweede plaatje.
Dit is de opdracht:
De lange, verticale zijde van de driehoek is 4 cm. De korte, horizontale zijde van de driehoek is 3 cm. Hoe groot is de oppervlakte van de driehoek?Probeer het eens voor jezelf. Teken de driehoek uit en volg de stappen uit het eerste voorbeeld.
En, wat denk je? De oppervlakte van deze driehoek is 6 cm²!
En dit is waarom dat zo is:
De lengte van de gemaakte rechthoek is 4 centimeter. De breedte is 3 centimeter. De oppervlakte van de rechthoek is (lengte x breedte) 4 x 3 = 12 cm².
De oppervlakte van 1 driehoek is de helft van de oppervlakte van de rechthoek. Daar zitten immers 2 dezelfde driehoeken in. De oppervlakte van de driehoek is 12 / 2 = 6 cm².
Lengte en breedte zijn belangrijk bij de berekening van de oppervlakte
Zoals je in alle voorbeelden hebt gezien, zijn bij de berekening van de oppervlakte de lengte en de breedte van een figuur heel belangrijk. Als je die weet, kun je zonder problemen de oppervlakte van vierkanten, rechthoeken en rechthoekige driehoeken uitrekenen. En herinner je je nog het ezelsbruggetje uit het begin van dit artikel? Als je niet meer weet wat het woord ‘oppervlakte’ betekent, denk dan aan ‘OP het vlak’. Je berekent dus hoe groot het hele vlak is als je er van bovenaf OP kijkt.
Heb je nog vragen over het berekenen van de oppervlakte? Laat het ons weten in een reactie!
FAQ
Een oppervlakte van een rechthoek of vierkant reken je uit door lengte x breedte te berekenen. De uitkomst is dan de oppervlakte in bijvoorbeeld cm² of m².
Als je de oppervlakte van een rechthoekige driehoek wilt berekenen, plak je eerst een tweede driehoek aan de eerste vast, zodat het een rechthoek wordt. Van die rechthoek bereken je de oppervlakte. De uitkomst deel je door 2, waardoor je de oppervlakte van 1 driehoek krijgt.
1 vierkante meter is de oppervlakte van een vierkant met een lengte van 1 meter en een breedte van 1 meter. De oppervlakte van dat vlak is 1 x 1 = 1 m².
Oefenbladen Rekenen Groep 5 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 7 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 8 (Gratis)
-
Oefenboeken Cito-IEP Midden + Eind Groep 7
Oorspronkelijke prijs was: 54,00.39,95Huidige prijs is: 39,95. Aanbieding! Voeg toe -
Oefenboeken Rekenen Groep 8 – deel 1 + 2
Oorspronkelijke prijs was: 54,00.39,95Huidige prijs is: 39,95. Aanbieding! Voeg toe -
Breuken en Procenten oefenpakket (Cito – IEP)
Oorspronkelijke prijs was: 100,85.87,00Huidige prijs is: 87,00. Aanbieding! Voeg toe
Hoe bereken je de oppervlakte van een figuur in een rechthoek?
De oppervlakte van een rechthoek bereken je door de lengte keer de breedte te doen, net als bij een vierkant.
Je kunt het hier nog eens nalezen:
https://wijzeroverdebasisschool.nl/uitleg/oppervlakte-berekenen#Oppervlakte-van-
Hartelijke groet,
Carola
snap het niet sorry hoor meer uitleg zou fijn zijn
Beste anoniem,
Wat snap je precies niet?
Hartelijke groet,
Carola