Voorkom rekenproblemen en versterk rekenvaardigheden

Je kind heeft dit schooljaar waarschijnlijk al een aantal methodetoetsen voor rekenen gehad. De leerkracht kan zien of de stof die net behandeld is, beheerst wordt. Soms is een onderdeel een tempotoets, om ook te weten of de leerstof geautomatiseerd is. Na de toets volgt een week waarin je kind, als dat nodig is, extra uitleg of oefening krijgt.

Als je kind moeite heeft met rekenen, wil je thuis misschien wel helpen. Dat kan best lastig zijn. Hoe zorg je ervoor dat je aansluit bij de manier waarop er op school gerekend wordt? En wat als je kind in de bovenbouw zit en je het idee hebt dat de problemen met rekenen veroorzaakt worden door leerstof die je kind in de onderbouw niet goed heeft opgepikt?

In dit artikel lees je allerlei bruikbare tips. We geven uitleg over het rekenen en de bouwstenen die nodig zijn om goed te kunnen rekenen. We beperken ons tot de vaardigheden en bouwstenen die betrekking hebben op getallen en het rekenen ermee. Dit gaat vooral over het hoofdrekenen.

Voor de rekenvaardigheden in de bovenbouw kun je dit artikel bekijken: Het Rekenmuurtje en 4 belangrijke tips voor een goede basis in de bovenbouw

De bouwstenen van het rekenen

Leren rekenen is als het metselen van een muur: er zijn bouwstenen nodig en cement om een stevige muur te bouwen. Rekenen is dus een ‘stapelvak’. De bouwstenen bij het rekenen zijn de vaardigheden.

Het is belangrijk om een vaardigheid te beheersen voordat de volgende geleerd wordt.

Een vaardigheid is bijvoorbeeld splitsen. Splitsen gebruik je om een som als 56 + 8 uit te kunnen rekenen met de strategie van het rijgen:

sommen rijgen

Maar ook in de bovenbouw gebruiken we splitsen bij het rekenen met grote getallen, breuken, kommagetallen, geld of in andere toepassingen. Het cement voor het metselwerk is het getalbegrip, dat de basis vormt om rekenvaardigheden te leren. Getalbegrip wil zeggen dat je kind bijvoorbeeld begrijpt welk getal het ‘meeste’ is.

Rekenmuurtje

Bron: www.bareka.nl

De onderste bouwstenen moeten vlot gelegd, zodat er ook nog tijd en aandacht is voor de hogere lagen. Om procentsommen op te kunnen lossen, moet je kind bijvoorbeeld uit het hoofd de (deel)tafels tot 10 kunnen opnoemen.

In elk leerjaar komen belangrijke vaardigheden aan bod en wordt er gebouwd aan het rekenmuurtje.

In dit artikel bespreken we de onderste bouwstenen. Deze horen bij het aanvankelijk rekenen (fase 1 en een deel van fase 2), het rekenen tot 100. Bij de overgang van groep 5 naar groep 6 willen we dat deze bouwstenen voldoende beheerst en geautomatiseerd zijn, zodat je kind ook met grotere getallen en in complexere toepassingen kan rekenen.

Het werkgeheugen, zeg maar kladblaadje in ons hoofd, is niet groot genoeg om ook nog aandacht te moeten besteden aan de basisvaardigheden tot 100.

Wat als je kind problemen met automatiseren heeft?

Veel kinderen hebben wat meer tijd en oefening nodig om de basis te verstevigen. Misschien schrik je als je merkt dat je kind uit groep 7 de plus- en minsommen tot 20 nog niet vlot uit het hoofd kan of telt als het een getal onder de 10 moet splitsen. Vaak is er te snel overgegaan op cijferend rekenen en is de aandacht voor het automatiseren uitgegaan naar het stampen van de tafels.

Ook voor kinderen uit groep 6, 7 en 8 kan het gericht oefenen van de onderste bouwstenen helpen om het rekenen in de klas makkelijker te maken. Houd 20 sommen per minuut aan als doel en begin bij het splitsen en optellen en aftrekken tot 10. Als je iedere dag een paar minuten (mondeling) oefent, zul je zien dat je kind al snel klaar is voor de volgende bouwsteen.

Voor rekenvaardigheden bij kleuters verwijs ik naar de blogs: Rekenvoorwaarden groep 2: Voordat je kind sommen kan maken en Rekenen in groep 1 en 2: wat kun je spelenderwijs thuis doen.

Wat zijn de belangrijkste rekenvaardigheden die geoefend worden in groep 3?

Nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst te worden bij rekenen in groep 3. Op sommige scholen worden bepaalde onderdelen later of eerder aangeboden. Dat hoeft geen probleem te zijn.

Tellen

  • Tellen en terugtellen tot en met 20 vanaf een willekeurig getal: 6-7-8…20, 12-11-10…0.
  • Hoeveelheden tot en met 20 overzien en verkort tellen door gebruik te maken van patronen en structuren, zoals de handen of het rekenrek.
  • De ‘grote’ getalrij opzeggen: 10-20-30-100.
  • Tellen en terugtellen tot en met 100 vanaf een willekeurig getal: 53-54-55…, 38-37-36…
  • Tellen tot 100 met sprongen van 2 en 5: 2-4-6…100, 5-10-15…

Getallen en getallenlijn

  • Getallen vergelijken en ordenen tot en met 20: bijvoorbeeld van groot naar klein leggen.
  • Getallen tot en met 20 globaal en precies op de getallenlijn aangeven.
  • Getallen tot 100 lezen en schrijven.
  •  Hoeveelheden tot en met 100 vergelijken en ordenen op ‘meer’, ‘minder’, ‘evenveel’, ‘meeste’, ‘minste’
  • Buurgetallen noemen van een willekeurig getal tot 100: de buren van 34 zijn 33 (kleine buur) en 35 (grote buur).

Aanvullen en splitsen

  • Samen 10-sommen, deze worden ook verliefde getallen genoemd: 1+9, 3+7.
  • Samen 100 met 10-tallen, deze worden ook vrienden van 100 genoemd: 20+80, 60+40.
  • Splitsen tot 10: 7 kan gesplitst in 1 en 6, 5 en 2.
  • Dubbelsommen tot 10: 3 + 3 =, 6 + 6 =.

Sommen

  • Plus- en minsommen tot 10.
  • Plus- en minsommen tot 20 zonder overschrijding 10-tal: 12 + 5 =, 18 – 3 =.
  • Plus- en minsommen tot 20 met overschrijding 10-tal: 6 + 7 =, 15 – 8 =.

Samengevat zijn de doelen voor groep 3:

  • Vlot tot 10 kunnen splitsen.
  • Plus- en minsommen tot 10 uit het hoofd kennen.
  • De getalrij tot 100 kunnen opzeggen.

Wat zijn de belangrijkste rekenvaardigheden die geoefend worden in groep 4?

Nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst te worden bij rekenen in groep 4. Op sommige scholen worden bepaalde onderdelen later of eerder aangeboden. Dat hoeft geen probleem te zijn.

Tellen

  • Tellen en terugtellen tot en met 100 vanaf een willekeurig getal.
  • Tellen tot en met 100 met sprongen van 2, 5 en 10.
  • Tellen tot en met 100 met sprongen van 2 t/m 9.
  • De 100-tallen noemen tot 1000.
  • Tot 1000 tellen.

Getallen en getallenlijn

  • Even en oneven getallen benoemen.
  • Getallen ordenen tot en met 100: bijvoorbeeld van groot naar klein leggen.
  • Buurgetallen noemen van een willekeurig getal tot 100.
  • De plaats van getallen tot en met 100 op de getallenlijn aangeven.
  • Het midden bepalen van willekeurige getallen tot 100.

Aanvullen en splitsen

  • Samen 10-sommen.
  • Samen 100-sommen.
  • Splitsen tot 20.
  • Splitsen tot 100.

Sommen met gebruik van strategieën

  • Plus- en minsommen tot 20.
  • Plus- en minsommen tot 20 met en zonder overschrijding 10-tal.
  • Plus- en minsommen tot 100 met en zonder overschrijding 10-tal.
  • Plus- en minsommen tot 100 met dubbele overschrijding 10-tal (35 + 26 =, 71 – 54 =).
  • De tafels van 2, 3, 4, 5 en 10.

Samengevat zijn de doelen voor groep 4:

  • Vlot kunnen door- en terugtellen tot 100 vanaf een willekeurig getal.
  • Vlot kunnen door- en terugtellen met sprongen van 2, 5, 10 vanaf een willekeurig getal.
  • Plus- en minsommen tot 20 uit het hoofd kennen.
  • De tafels van 2, 3, 4, 5 en 10 uit het hoofd kennen.
  • Kunnen optellen en aftrekken tot 100.

Wat zijn de belangrijkste rekenvaardigheden die geoefend worden in groep 5?

Nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst te worden bij rekenen in groep 5. Op sommige scholen worden bepaalde onderdelen later of eerder aangeboden. Dat hoeft geen probleem te zijn.

Tellen

  • Tellen en terugtellen tot en met 1000 vanaf een willekeurig getal.
  • Tellen tot en met 1000 met sprongen van 10 en 100 vanaf een willekeurig getal.

Getallen en getallenlijn

  • Getallen tot 1000 lezen, uitspreken en schrijven.
  • Getallen ordenen en vergelijken tot 1000.
  • Hoeveelheden tot 1000 schatten, precies tellen en weergeven (neerleggen, tekenen), ook door gebruik te maken van structuren, zoals geld.
  • Hoeveelheden tot 1000 vergelijken en ordenen.
  • Buurgetallen noemen van een willekeurig getal tot 1000.
  • De plaats van getallen tot en met 1000 op de getallenlijn aangeven.

Aanvullen en splitsen

  • Aanvullen tot 100 en 1000.
  • Splitsen tot 20 en 100.
  • Splitsen tot 100 in 10-tallen en eenheden.
  • Splitsen tot 1000 in 100-, 10-tallen en eenheden.

Sommen met gebruikmaken van standaardprocedures en strategieën

  • Plus- en minsommen tot 100.
  • Plus- en minsommen tot 1000.
  • Schattend optellen en aftrekken.
  • De tafels en deeltafels tot 10.
  • Delen met rest.
  • Vermenigvuldigen en delen met 10-tallen.
  • Vermenigvuldigen en delen met grote getallen.

Samengevat zijn de doelen voor groep 5:

  • Vlot hanteren van de getallen en getalrij tot 1000.
  • Vlot kunnen optellen en aftrekken tot 100.
  • Optellen en aftrekken tot 1000.
  • De tafels 1 t/m 10 uit het hoofd kennen.

Hoe kan ik mijn kind helpen met rekenen?

Als je kind in groep 3, 4 of 5 zit, kun je helpen de rekenvaardigheden te ontwikkelen. Houd de hierboven genoemde doelen per leerjaar aan en oefen eerst de getalrij, het tellen en het optellen en aftrekken. Als dat vlot gaat, volgen de tafels vanzelf: vermenigvuldigen is immers het herhaald optellen (3 x 4 = 3 + 3 + 3 + 3 = 12 of 3 x 4 = 4 + 4 + 4 = 12).

Als je kind in groep 6, 7 of 8 zit en rekenen moeilijk vindt, kun je thuis oefenen met de basisvaardigheden. Sommige ouders denken dat als de kinderen werken aan de doelen van de onderbouw, ze nog verder achter gaan lopen. Uit onderzoek blijkt dat dit niet zo is.

Basisvaardigheden tot 100 versterken helpt juist om een betere rekenaar te worden.

Rekenen is immers een ‘stapelvak’.

Tips: hoe voorkom je ernstige rekenproblemen of een rekenachterstand?

Algemeen

  • Oefen een aantal dagen per week kort: 10 tot 15 minuten. Doe iedere keer getal- en teloefeningen, liefst in de vorm van een spelletje of een activiteit. Oefen een somtype van het rekenmuurtje.
  • Succeservaringen zijn heel belangrijk. Als het makkelijk gaat, geef een pluim en geniet van het samen oefenen en spelen; als het lastig is, doe veel zelf voor, herhaal en zorg dat je kind plezier blijft houden in het oefenen.

4 tips voor het oefenen met getallen, tellen en de getalrij

  • Getallendobbelstenen: er zijn 10-kantige dobbelstenen te koop met de eenheden 0 tot en met 9 en 10-tallen 00 tot en met 90 (en zelfs met 100-tallen 000-900 en 1000-tallen 0000-9000), hiermee zijn allerlei spelletjes te doen: getallen samenstellen, uitspreken, raadspelletjes (gooi je meer of minder dan de ander) of gewoon punten optellen.
  • Bordspellen waarin getallen en vaardigheden voorkomen, zoals ganzenbord, zijn altijd goed om te spelen.
    Een leuk bordspel om de getalrij, getallen en het tellen tot 100 te oefenen, is het Zonnespel/Grote Roverspel. Het Zonnespel bevat 10 stralen van 10, in tweeën gedeeld. Zo kan je kind spelenderwijs het getalgebied tot 100 verkennen en strategieën oefenen. De zon alleen al biedt genoeg mogelijkheden om de verschillende vaardigheden uit groep 3, 4 en 5 te oefenen.

    Een variatie:
    – Gooi met twee 10-kantige dobbelstenen, de één met 10-tallen en de ander met eenheden.
    – Leg de dobbelstenen naast elkaar (links de 10-tallen, rechts de eenheden).
    – Benoem de 10-tallen en de eenheden en het hele getal en zoek het getal op de zon, eventueel door eerst de 10-tallen te springen en dan de eenheden.
    – Plaats een pion op het gegooide getal, herhaal eventueel de 10-tallen en eenheden waaruit het bestaat.
    – Gooi nog een keer en doe hetzelfde.
    – Tel vanaf het eerste getal naar het tweede getal, dus voor- of achteruit.
  • Burenbingo: een variatie op gewone bingo is Burenbingo. Hierbij moet niet het getrokken getal worden doorgestreept, maar een buurgetal. Spreek af in welk getalbereik je getallen kiest, bijvoorbeeld tot 20, tussen de 0 en 50 of 50 en 100. Klik hier voor een lege bingokaart.
  • Van punt-tot-punt puzzels: getallen met elkaar verbinden, zodat er een tekening ontstaat. Variaties zijn 10-tallen met elkaar verbinden, om de beurt een lijntje trekken of achteraan beginnen, zodat het terugtellen geoefend wordt.

5 tips voor het aanvullen/splitsen/sommen

  • Vraag je kind naar ‘De Verliefde Getallen’. De verliefde getallen zijn samen 10 en worden op veel scholen gebruikt. Astrid Zoon-Sintenie schreef er een leuk boekje over (De Verliefde Getallen) dat uitgegeven is door het Menne-Instituut. Dat is een bekende organisatie in het onderwijs die leskisten maakt en door heel Nederland rekenscholing verzorgt voor leraren.

    Als je kind ze niet kent, vraag welke getallen samen 10 zijn en dus verliefd zijn (het zijn er 11). Laat je kind zelf 2 harten aan elkaar tekenen en op elk hart een verliefd stel getallen schrijven (zoals 1 en 9 of 8 en 2). Vouw de harten tegen elkaar en er kan geoefend worden.
  • Gezelschapsspelletjes zoals Hali Gali (splitsen van 5), Sjoelen en Regenwormen (handig rekenen/optellen/vermenigvuldigen), Malle Getallen (optellen/aftrekken/vermenigvuldigen/delen/meten).
  • Creëer sommenkaartjes met de verschillende somtypes uit het rekenmuurtje en gebruik ze als flitskaartjes. Schrijf op de lege kaartjes eigen sommen om te oefenen, bijvoorbeeld alle splitsingen van 7 (dit zijn er 8). Op de voorkant zet je de som en op de achterkant het antwoord.

    Laat je kind ook eens de juf of meester zijn die de som voorleest en controleert of het antwoord goed is. Voeg steeds meer kaarten van een bepaald somtype toe. Oefen ook eens met een stopwatch en kijk hoeveel sommen je kind in een minuut kan oplossen. Aan het eind van groep 4 zouden dit er ongeveer 15 (+ en – sommen) moeten zijn; aan het eind van groep 5 ongeveer 20.
  • Maak samen een sommendoosje en stop daar sommen in om nog eens te oefenen. Stop er niet te veel in. En als ze niet meer moeilijk zijn, mogen ze eruit.
  • Maak een sommenschatkist: plak iedere week een nieuw getal op een versierde schoenendoos. De hele week mag de schatkist gevuld met sommen die als uitkomst dat getal hebben. Neem aan het eind van de week samen de sommen allemaal nog eens door. Waar de uitkomst nog niet klopt, maak je de som langer, zodat hij uiteindelijk wel klopt. Fouten maken mag, de sommenschatkist is om te oefenen.

    Begin met een getal onder de 5 en ga niet te snel naar grote getallen. Geef niet te veel hulp, laat je kind zelf ontdekken dat er heel veel sommen bestaan.

Werkbladen Groep 3 Rekenen (Gratis)

Werkbladen Groep 4 Rekenen (Gratis)

Werkbladen Klokkijken groep 4/5 (Gratis)

Werkbladen Groep 5 Rekenen (Gratis)

Sophie Dekker, BEd MSc Master SEN

Sophie is Remedial Teacher en bestuurslid van de Landelijke Beroepsgroep voor Begeleiders in het Onderwijs.

Gerelateerde artikelen

Reacties

10 reacties op “Voorkom rekenproblemen en versterk rekenvaardigheden”
  1. Bedankt voor het artikel. Zou u svp ook de leerdoelen van groep 6 t/m 8 willen plaatsen, dan kan ik bij onze kids deze handig gebruiken als controle.

    • Beste Zuiderwijk,
      Als je bovenaan de pagina op ‘Groep kiezen’ klikt, kun je de groep kiezen waar je informatie over wilt.
      Hartelijke groet,
      Carola
      wijzeroverdebasisschool.nl

  2. Diverse keren citaat: “Nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst in groep…x…
    Dit is precies hetgeen ouders van sommige scholen teveel horen en wat dan vaak tot onnodige achterstanden leidt bij normaal leerbare kinderen. Uitspraken als “het komt wel” en “hij heeft wat meer tijd nodig” en “het wordt later nog wel een keer herhaald” snijden meestal geen hout. Zorg dat basiskennis eenduidig, helder wordt aangeleerd en aansluitend veelvuldig (!) wordt geoefend. Daarná komt pas de volgende (kleine) stap. Zodra er iets niet goed zit, is dat vragen om leermoeilijkheden. Hier zit mijn bijlespraktijk vol mee…

    • Als je mijn artikel leest, zie je dat het daar juist over gaat: de basisvaardigheden, het rekenen als stapelvak. Zorgen dat de basiskennis inderdaad goed beheerst wordt. Je citaat heeft betrekking op de stof die in een bepaald leerjaar wordt aangeboden: dit kan wel eens per methode en school verschillen. Aan bod komen betekent nog niet beheersen, eerst komt het aan bod en na veel oefenen wordt het beheerst.
      De strekking van het artikel is niet: ‘het komt wel goed’ maar: oefen met het versterken van de basis, ook als dat betekent dat je kind of leerling in de bovenbouw zit en deze worden onvoldoende beheerst of zijn nog niet geautomatiseerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *