Wat alle ouders moeten weten over rekenangst
Had jij ook rekenangst? Misschien weet je zelf nog hoe lastig je die rekensommen vond op school. Dat de meester op het krijtbord de sommen schreef en je bij jezelf dacht: “Ik begrijp er niks van!” Dat je schriftje minutenlang leeg bleef voordat je de eerste som op papier had geschreven.
Dat je handen begonnen te zweten en je hart heftig tekeerging. Of dat je je schriftje terugkreeg vol rode strepen. Dat beeld en dat gevoel vergeet je niet.
En als je nu in de winkel staat en je moet een bepaalde korting uitrekenen, voel je nog steeds wel eens die onzekerheid opkomen. Maar nu komt je kind thuis uit school en ervaart dezelfde rekenproblemen die jij vroeger ook had. Hoewel er op de rode strepen door de fouten tegenwoordige tactischer manieren zijn bedacht, gaat het hier wel om hetzelfde probleem. Het niet begrijpen wat de juf net heeft uitgelegd roept een gebrek aan zelfvertrouwen op bij je kind. “Help, ik kan dit niet!” of “Dit lukt mij nooit!” Als dit niet tijdig wordt gezien door de juf, kan er zelfs rekenangst ontstaan, met alle gevolgen van dien!
Hoe ontstaat rekenangst?
Rekenangst heeft vooral te maken met het zelfbeeld. Als je kind moeite heeft met rekenen, zal het zichzelf minder gaan waarderen. En aangezien we allemaal de neiging hebben om onszelf te vergelijken met de ander, wordt het zelfbeeld al snel gevormd. Dat zelfbeeld wordt gevoed door negatieve, beperkende gedachten, zoals: “Ik kan niet rekenen”, “Deze sommen ga ik nooit begrijpen” of “Zie je wel dat ik het niet kan”.
Uit onderzoek (Ashcraft & Krause, 2007) is gebleken, dat wanneer je negatieve gedachten hebt, je minder presteert. Dat komt doordat je je werkgeheugen niet alleen maar belast met het oplossen van de rekensommen, maar ook nog eens volstopt met negatieve gedachten. Je kunt wel nagaan dat het dan steeds lastiger wordt om scherp te denken en je te focussen op je rekenwerk. Dit veroorzaakt verminderde prestaties met lagere scores, waardoor het negatieve zelfbeeld over het rekenen in stand wordt gehouden. Het cirkeltje is dus rond en de rekenangst een feit.
Hebben meisjes meer last van rekenangst dan jongens?
Het beeld dat we al langere tijd hebben, is dat meisjes meer problemen hebben met rekenen dan jongens. Hebben meisjes dan ook meer last van rekenangst dan jongens? Uit onderzoek (Bonnot & Croizet, 2007) is gebleken dat er bij meisjes een verhoogd risico bestaat dat ze meer last hebben van rekenangst. Ook is gebleken dat meisjes sneller last hebben van hun rekenproblemen en daardoor sneller last hebben van rekenangst. Niet alleen de kans op rekenangst bij meisjes is hoger, ook de negatieve relatie tussen de rekenangst en de verminderde prestaties op rekenen is sterker.
De rekenangst is het grootst op de middelbare school
Het blijkt ook nog eens dat de rekenangst op de middelbare school meer toeneemt, omdat de cijfers van de toetsen vaak openbaar worden gemaakt door de docent. Ook bepalen de cijfers of je slaagt of zakt, dus er hangt meer vanaf en dat legt een grote druk op leerlingen. Als ouder is het goed te weten dat als je kind last heeft van rekenangst, je vroegtijdig stappen kunt ondernemen om het zelfbeeld over rekenen aan te pakken.
Omgaan met rekenangst
Welke oplossing heb jij als ouder gevonden voor je rekenangst? Nu je volwassen bent heb je waarschijnlijk allerlei manieren gevonden om je rekenangst zoveel mogelijk te beperken. In het dagelijks leven bestaan er immers allerlei hulpmiddelen om het rekenprobleem op te lossen. Denk aan rekenmachines, de rekenapps op je telefoon en in de winkel staat de nieuwe prijs mét korting al op het prijskaartje.
Eigenlijk heb je dus trucjes gevonden om je rekenproblemen zoveel mogelijk te vermijden. In het dagelijks leven lukt dat en heb je zo je maniertjes gevonden om ermee om te gaan. Maar je kind zal op school hierin zijn weg nog moeten vinden. Wist je dat kinderen in groep 3 vooral een heel positief beeld hebben over rekenen en hun eigen rekenprestaties? Ze staan helemaal open om te leren. Maar dat de rekenproblemen die daarna ontstaan, al snel kunnen zorgen voor een negatief zelfbeeld. Vroegtijdig signaleren dat je kind moeite heeft met rekenen is dus belangrijk. Zo voorkom je dat het een steeds groter probleem wordt en uiteindelijk resulteert in rekenangst.
Hoe help je je kind als het rekenangst heeft?
Je kind komt thuis uit school en je ziet aan zijn koppie dat het ergens last van heeft. Je vraagt wat er aan de hand is, maar je krijgt geen antwoord of hij zegt dat er niks aan de hand is. Toch voel je dat er iets niet klopt. Je kind is de laatste tijd niet meer zo vrolijk en ontspannen. Hij heeft duidelijk ergens last van. Eindelijk komt het hoge woord eruit. “Ik snap die stomme sommen niet!” of “Ik had alweer heel veel fout in mijn rekenwerk!” De tranen vloeien en het is duidelijk waar je kind last van heeft. Je herkent het probleem direct en je probeert uit alle liefde je kind te troosten. Je slaat een arm om hem heen en vertelt hem dat je zelf vroeger op school ook zoveel moeite had met rekenen en dat je precies begrijpt waar hij last van heeft. Rekenen is gewoon een moeilijk vak, dat weet jij als geen ander. Je kind voelt zich gehoord en gesteund. De tranen worden weggeveegd en je belooft je kind te helpen met zijn rekenhuiswerk, maar voegt er nog aan toe dat je niet zeker weet of je de sommen zelf wel snapt.
Hoe goed bedoeld ook, je kind vertellen dat je zelf ook moeite hebt met rekenen en dat je begrijpt dat het gewoon een moeilijk vak is, helpt je kind niet. Hiermee versterk je het zelfbeeld dat je kind niet goed is in rekenen en dat heeft hij ook nog eens geërfd van zijn vader of moeder. Het negatieve zelfbeeld wordt hiermee eigenlijk alleen maar bevestigd. Hij kan er immers niets aan doen! Het is een vaststaand gegeven en dus zal er niets veranderen.
Ga ook vooral in gesprek met je kind om samen te zoeken naar een oplossing
Wat dan wel?
Erkennen dat je kind het lastig heeft met rekenen is natuurlijk prima. Ga ook vooral in gesprek met je kind om samen te zoeken naar een oplossing. Ik geef je een aantal suggesties van vragen en opmerkingen die je kunt stellen:
- “Ik hoor je zeggen dat je het rekenen zo moeilijk vindt, dat vind ik vervelend voor je”
- “Hoe zou ik jou kunnen helpen met rekenen?”
- “Hoe zou iemand anders jou kunnen helpen met rekenen?”
- “Weet de juf of meester dat je het rekenen zo moeilijk vindt?”
- “Is het een idee dat we samen met de juf gaan bespreken hoe we dit kunnen oplossen?” Zo niet, vraag dan welk idee hij zelf heeft. Misschien wil hij liever dat je alleen met de juf gaat praten
- “Wat zou jou kunnen helpen bij het rekenen in de klas?”
- “Wat heb je tot nu toe gedaan om het rekenprobleem op te lossen?”
- “Welke hulp denk je dat je nu nodig hebt?”
- “Ik wil je graag helpen, misschien kunnen we iemand zoeken die jou een tijdje extra rekenles kan geven zodat je het beter begrijpt. Wat vind je daarvan?”
Je ziet wel, de vragen die je kunt stellen zijn allemaal oplossingsgericht. Erkennen dat je kind het moeilijk vindt is prima, maar blijf daar niet te lang in hangen. Schakel over op de blik naar de toekomst. Stel vragen die gericht zijn op het zoeken naar een oplossing. Vraag vooral ook naar de oplossing die het kind zelf in gedachten heeft. Het werkt namelijk vaak niet om van alles te bedenken voor je kind als mogelijke oplossing, terwijl hij dat zelf niet ziet zitten.
Hoe kun je werken aan een positief zelfbeeld?
Je hebt kunnen lezen dat de rekenangst vooral wordt gevoed door het negatieve zelfbeeld dat ontstaat. Een zelfbeeld dat wordt gevoed door negatieve gedachten. Hoe kun je als ouder werken aan deze negatieve gedachten zodat het zelfbeeld weer positief wordt. Ik geef je hieronder een leuke oefening die je prima zelf kunt doen met je kind. Het doel ervan is dat het negatieve zelfbeeld verandert in een positief zelfbeeld. Dit zal niet na één keer direct lukken, maar door dit regelmatig te doen en hier aandacht aan te geven zul je al snel kleine veranderingen bemerken. Neem er rustig de tijd voor, in een ontspannen situatie.
Van rode gedachten naar groene gedachten
Samen met je kind ga je op onderzoek uit, naar alle gedachten die het heeft over het rekenen. Je pakt een groot vel papier en gaat daar alle gedachten opschrijven die er in zijn hoofd opkomen. Het enige wat jij doet is de vraag stellen: “Vertel me eens al je gedachten die je hebt als je aan rekenen denkt.” Het kind zal beginnen met de eerste gedachte, bijvoorbeeld: “Ik kan niet rekenen” of “Rekenen is stom”. Vervolgens zeg jij: “Nog meer?” Je herhaalt deze vraag net zolang, tot je kind al zijn gedachten heeft verteld. Je gaat dus ook niet in op wat hij allemaal opnoemt, je noteert alleen maar en nodigt hem uit nog meer te vertellen. Niets is goed of fout. Het zijn zijn gedachten, die horen bij hem en dat is oké. Omdat deze gedachten zeer waarschijnlijk allemaal negatief zullen zijn, schrijf je ze met een rode viltstift op.
Nu is het tijd om het grote vel papier om te draaien en tegelijkertijd zeg je: “Zo, dan is het nu tijd om je rode gedachten om te draaien naar groene gedachten”. Ga nu samen opzoek naar groene, helpende gedachten en schrijf ze allemaal op! Als je het lastig vindt om zelf helpende gedachten te bedenken, kunnen speciale coachingskaartjes hierbij helpen. Ik geef je een aantal suggesties die je kunnen helpen:
- Iets niet kunnen is niet erg
- Ik kan hulp vragen
- Ik zet door tot ik het kan
- Ik kan dit best leren
- Er zullen altijd anderen zijn die beter of minder goed zijn
- Ik hoef niet meteen iets goed te kunnen
- Fouten maken is niet erg
- Van een fout kan ik leren
- Ik mag trots zijn op mezelf
Hang vervolgens het vel papier met de groene kant op, zodat je kind zichzelf kan trainen in zijn gedachtepatronen. Misschien kan het jezelf ook nog wel helpen bij je eigen beperkende gedachten, tenslotte hebben we die allemaal wel eens. Zo kun je samen werken aan een positiever zelfbeeld.
Voor meer achtergrondinformatie over hoe je eigen gedachten je kunnen beperken kun je de TED talk van Isaac Lidsky bekijken:
Ondersteunen bij rekenen
Nu je weet hoe je je kind kunt helpen bij het creëren van een positiever zelfbeeld, kun je tegelijkertijd ook werken aan de rekenproblemen. Vraag de leerkracht welke rekensommen je kind lastig vindt. Misschien heeft je kind moeite met de tafel van 3 of is het klokkijken nog erg moeilijk. Dan weet je dat je ergens aan werkt waarbij je kind in de klas direct succeservaringen gaat ervaren. “Hé, dat heb ik thuis geoefend, dus dat weet ik al!” Hiermee sla je dus twee vliegen in één klap, je helpt je kind bij de rekenvaardigheden én je helpt je kind bij het creëren van positieve gedachten en dus een positiever zelfbeeld!
Mocht je het zelf als ouder lastig vinden om hiermee aan de slag te gaan, dan kun je ook opzoek gaan naar een kindercoach. Kindercoaches zijn gespecialiseerd in het werken met kinderen met een negatief zelfbeeld. Mocht je tegelijkertijd ook willen werken aan het rekenprobleem om achterstanden aan te pakken? Ga dan opzoek naar een remedial teacher die ook gespecialiseerd is in coaching. Zij kan met haar specifieke aanpak je kind helpen rekenen weer als positief te gaan ervaren. Je weet nu in ieder geval hoe je daarnaast zelf kunt ondersteunen bij het maken van het huiswerk.
Blijf altijd in gesprek met je kind. Door belangstelling te tonen en betrokken te zijn bij school, kun je vroegtijdig voorkomen dat je kind rekenangst ontwikkelt. Tenslotte wil je dat je kind vol zelfvertrouwen in het leven staat, zonder angsten, zonder beperkende gedachten. Als ouder kun je daarin een belangrijke rol spelen door niet je eigen angsten te projecteren op je kind, maar door samen te zoeken naar oplossingen.