In groep 4 komt het leren van de tafels aan bod tijdens de rekenlessen. Een belangrijke vaardigheid, waar een kind zijn leven lang van profiteert. Hoe kun je dit thuis nu goed begeleiden? In dit artikel vertellen we je alles […]
Bewegend leren rekenen: deze relatief nieuwe vorm van onderwijs komt steeds vaker voor op de basisschool. Maar wat is het eigenlijk en waarom is deze vorm van rekenen zo in opmars?
Wanneer je kind in groep 4 zit, gaat zelfstandigheid een steeds grotere rol spelen in zijn leven. Je kind wil zelf graag zijn wekker kunnen zetten en zelf weten wanneer hij naar school moet. En wanneer school weer klaar is.
Op de basisschool leert je kind klokkijken tijdens rekenen. Zowel de analoge tijd als de digitale tijd komen aan bod. In dit artikel geven we je tips om de digitale klok met je kind te oefenen.
In groep 4 begint je kind met het leren van de tafels. In dit artikel geef ik je een aantal tips waarmee je het tafels oefenen in groep 4 makkelijker en leuker kunt maken.
Op een tafelkaart staan de tafels en meestal ook de antwoorden van deze tafels. Op de meeste tafelkaarten staan de tafels 1 tot en met 10. Hieronder vind je de meest gebruikte tafelkaarten als PDF. Handig om te gebruiken bij […]
Wat heeft de wereld in getallen te maken met rekenen in groep 4?
De wereld in getallen is een rekenmethode die op veel scholen in groep 4 wordt gebruikt. Hier lees je alles over de wereld in getallen.
Rekenen groep 4: een handig overzicht
Alles over rekenen oefenen? Bekijk dit artikel over leren rekenen.
De rekensommen in groep 4 worden moeilijker: je kind krijg te maken met grotere getallen en met zogenaamde verhaaltjessommen (redactiesommen). Dit kan soms best een uitdaging zijn. Ook gaat je kind de tafels uit het hoofd leren.
Leren rekenen: de telrij tot 100
In groep 4 leren kinderen de telrij tot 100. Ze moeten kunnen doortellen en terugtellen vanaf verschillende getallen onder de 100. Bijvoorbeeld:
En er wordt ook terug- en doorgeteld met minder makkelijke sprongen van 3, 4, 6, 7, 8 en 9. Bijvoorbeeld:
7 – 14 – 21 – 28
21 – 30 – 39 – 48
12 – 9 – 6 – 3
Er wordt gewerkt met de getallenlijn. De kinderen kunnen getallen tot en met 100 plaatsen op een getallenlijn. Bijvoorbeeld:
Rekensommen groep 4: optellen en aftrekken tot 100
Kinderen leren optellen en aftrekken tot 100 in groep 4. De sommen die aan bod komen bij het optellen en waarbij de basisvaardigheden worden geoefend zijn:
10 + 3 = 13 (tientallen en eenheden worden bij elkaar opgeteld)
34 + 4 = 38 (een getal dat bestaat uit tientallen + eenheden en eenheden worden bij elkaar opgeteld)
20 + 20 = 40 (tientallen en tientallen worden bij elkaar opgeteld)
54 + 6 = 60 (tientallen + eenheden en eenheden worden bij elkaar opgeteld tot het volgende tiental)
66 + 8 = 74 (tientallen + eenheden en eenheden worden bij elkaar opgeteld. Er wordt gerekend over het tiental)
27 + 40 = 67 (tientallen + eenheden en tientallen worden bij elkaar opgeteld)
42 + 28 = 70 (tientallen + eenheden worden opgeteld bij tientallen + eenheden tot een tiental)
De sommen die aan bod komen bij het aftrekken en waarbij de basisvaardigheden worden geoefend, zijn:
30 – 6 = 24 (eenheden worden van tientallen afgetrokken)
45 – 3 = 42 (eenheden worden van een getal dat bestaat uit tientallen en eenheden afgetrokken)
70 – 50 = 20 (tientallen worden van tientallen afgetrokken)
68 – 8 = 60 (eenheden worden van een getal dat bestaat uit tientallen en eenheden afgetrokken tot het tiental)
85 – 9 = 76 (eenheden worden van een getal dat bestaat uit tientallen en eenheden afgetrokken, hierbij wordt gerekend over het tiental)
57 – 40 = 17 (tientallen worden van een getal dat bestaat uit tientallen en eenheden afgetrokken)
72 – 22 = 50 (getallen die bestaan uit tientallen en eenheden worden van elkaar afgetrokken)
De sommen komen op deze manier en op allerlei andere manieren voor. Bijvoorbeeld als ‘vleksom’, waarbij een van de getallen verstopt is onder een vlek of als plaatjessom, waarbij de getallen voorgesteld worden door plaatjes (bloemen, vissen enzovoort).
Om de sommen voor de kinderen concreet te maken, wordt in de onderbouw van de basisschool (groep 1 tot en met 4) veel gewerkt met concreet materiaal. In groep 4 wordt bij rekenen bijvoorbeeld gebruikt gemaakt van een kralenketting of MAB-materiaal. MAB betekent: Multibase Arithmetic Blocks.De blokjes stellen eenheden, tientallen en honderdtallen voor.
TIP: Je kunt ook zelf tweedimensionaal eenheden, tientallen en honderdtallen maken voor je kind. Gebruik hiervoor ruitjespapier waarvan de ruitjes 1 cm x 1 cm groot zijn.
Je kunt zoveel eenheden, tientallen en honderdtallen maken als nodig is! Door alle ruitjes te tekenen, ziet je kind dat een tientaal bestaat uit 10 lossen en een honderdtal uit 100 lossen. En nu kun je je kind ook laten zien dat er 10 tientallen in een honderdtal gaan.
Door het zichtbaar te maken, is het voor jonge kinderen makkelijker om dit te begrijpen. Hun abstracte denkvermogen moet nog ontwikkeld worden.
Sommen die je samen kunt maken, zijn bijvoorbeeld:
14 + 3 =
Leg 1 tiental en 4 lossen in een groepje bij elkaar en leg daarnaast 3 lossen in een groepje bij elkaar. Een + som betekent dat je getallen moet samenvoegen. Het tiental blijft gewoon een tiental.
4 lossen en 3 lossen bij elkaar is 7. 1 tiental en 7 lossen is bij elkaar 17.
Dit kan natuurlijk ook met grotere getallen. Bij grotere getallen kun je 10 lossen inruilen voor een tiental. Probeer je kind hier zelf achter te laten komen door de juiste vragen te stellen. Iets wat je kind zelf ontdekt, zal het makkelijker onthouden. Daarnaast geeft het gevoel iets zelf te ontdekken een boost aan het zelfvertrouwen. Zeg bijvoorbeeld: “Er liggen nu wel heel veel lossen op tafel.. ik raak de tel kwijt.. hoe zouden we dat nu anders kunnen aanpakken..?”
23 – 7 =
Leg 2 tientallen en 3 eenheden bij elkaar. Haal de 3 lossen weg. Nu moeten er nog 4 lossen weg. Het tiental zal moeten worden ingewisseld voor10 lossen. Je kunt ook het tiental in 10 stukjes knippen! Je ziet direct wat er gebeurt. Nu kunnen de laatste 4 lossen worden weggehaald en blijven er 1 tiental en 6 lossen over.
Rekenen groep 4: splitsen van getallen is belangrijk
Het goed kunnen splitsen van getallen is belangrijk voor het snel kunnen optellen en aftrekken tot 20 in groep 4 en 5. In dit artikel geven we tips over het oefenen van het splitsen met voorwerpen. Je kunt het daarna met een oefenboek heel goed oefenen.
Het zogenaamde splitsen van getallen (getallen splitsen groep 4) is belangrijk om uiteindelijk makkelijk over het tiental heen te kunnen optellen en aftrekken. Als je bijvoorbeeld de som 7 + 5 moet oplossen, vul je eerst aan tot 10. Hiervoor moet je het getal 5 splitsen in 3 en 2.
In de rekenmethoden op school worden regelmatig oefeningen aangeboden om getallen te splitsen. Als je kind toch nog moeite heeft met getallen splitsen, dan is het goed om dit extra te oefenen. Begin dan met de getallen tot 10 en kijk of dat zonder enige moeite gaat.
Getallen splitsen: oefening met bonen
Je kunt het splitsen visueel maken. Je neemt bijvoorbeeld euro’s, knikkers of (gedroogde) bonen. Je legt er 9 neer en je laat je kind nu splitsen. Eerst in 8 en 1 en dan in 7 en 2 en zo verder.
Door het met euro’s, bonen of knikkers te doen, krijgt je kind het splitsen vaak sneller en beter onder de knie.
Als het splitsen tot de 10 goed gaat, kun je verder. Ga nu tot 20 splitsen, maar nog niet over het tiental heen. Hiermee bedoelen we dat je bijvoorbeeld 14 = 2 + … kunt doen, maar niet 14 = 6 + … Bij deze laatste splitssom moet je namelijk het tiental ‘openbreken’ en dat is een volgende stap.
Oefen het splitsen dus stap voor stap: eerst tot 10, dan tot 20 (zonder over het tiental heen te gaan) en dan met tientallen tot 100. Daarna kun je over het tiental heen gaan.
Als je kind het later ook moeilijk vindt om over het tiental heen op te tellen, kun je ook de oefening met de bonen gebruiken. Je pakt er nu een paar boterhamzakjes bij. Stel je oefent de som 8 + 5. Je pakt 8 bonen en 5 bonen. Je doet de 8 bonen in het boterhamzakje. Je vraagt: ‘hoeveel bonen heb ik nodig om 8 tot 10 aan te vullen?’ Je kind pakt er 2 en doet ze erbij in het zakje. Je kind maakt het zakje dicht. Het zakje met de 10 bonen is een tiental. Er zijn nu nog 3 losse bonen over.
Dit is iets wat je echt moet doen om te zien dat het werkt. Je maakt het splitsen van getallen en ook het optellen en aftrekken over het tiental duidelijk voor kinderen. En ze vinden het ook nog eens geweldig leuk om te doen!
De splitssommen komen ook in de Cito-toetsen rekenen in groep 4 voor in de vorm van redactiesommen. Hieronder is een voorbeeld van een redactiesom van eind groep 4 opgenomen:
In het plakboek van Tanja passen 80 plaatjes. Tanja heeft al 20 plaatjes in het plakboek geplakt. Hoeveel plaatjes passen er nog in? …………………….. plaatjes.
Een ander nieuw rekenonderdeel in groep 4 is vermenigvuldigen met de tafels van 1 t/m 10. Welke tafels de kinderen leren, is afhankelijk van de methode waarmee de school werkt. Sommige scholen oefenen de tafels onder andere door de kinderen te laten bewegen. Hier lees je meer over in ons artikel bewegend leren rekenen.
Meestal is het doel dat de kinderen de tafels van 1 t/m 5 en de tafel van 10 aan het eind van groep 4 goed beheersen. Het goed kennen van de tafels vormt een belangrijke basis van het rekenen in de hogere groepen van de basisschool.
Voordat je kind met kale tafelsommen oefent, worden de keersommen eerst ‘verpakt’ in sommen met plaatjes en in herkenbare situaties. Bijvoorbeeld:
Hoeveel cakejes tel je? Hoe heb je de cakejes geteld?
Als je kind de cakejes stuk voor stuk aanwijst, kun je vragen of hij de cakejes in gelijke groepjes kan verdelen. Bijvoorbeeld: hoeveel groepjes van 2? Hoeveel groepjes van 3?
De ijsjes kosten 2 euro per stuk. Je wilt er 5 kopen. Hoeveel kosten 5 ijsjes?
De kaartjes voor de speeltuin kosten voor kinderen 1 euro en voor volwassenen 2 euro. Er zijn 2 volwassenen en 3 kinderen. Hoeveel moet je betalen?
Delen in groep 4
De kinderen leren delen door middel van het halveren van getallen en door eerlijk te verdelen. Bijvoorbeeld: wat is de helft van 10? Of: wat is de helft van 20? En: 5 kinderen willen 20 knikkers eerlijk verdelen. Hoeveel knikkers krijgt ieder kind?
Meten en wegen in groep 4
Begrippen als zwaarder, lichter, korter en langer komen aan bod. Bijvoorbeeld: is een pak melk zwaarder of lichter dan een appel? Of: is mijn haar korter of langer dan jouw haar?
De kinderen meten de standaardmaten zoals: centimeter, meter, gram, kilogram, liter. Het onderwerp ‘meten en wegen’ leent zich uitstekend voor oefeningen met concreet materiaal. Laat je kind met een meetlint van alles opmeten: de tafel, zijn bed, de lengte van de gordijnen, de afstand van de muur tot aan de deur en noem maar op. Zo worden abstracte begrippen duidelijk en kan je kind ze beter onthouden.
Ook de weegschaal komt aan bod: hoeveel weegt een pak suiker of een stuk kaas?
Weeg ook eens een brief of een kaart. En laat je kind op de weegschaal staan. Hoeveel kilo weegt het? En hoeveel kilo weeg jij? Wat is het verschil tussen het gewicht van je kind en jouw gewicht?
En de maatbeker mag niet ontbreken: hoeveel melk gaat er in een pak? Hoeveel liter gaan er in 2 pakken melk?
Klokkijken groep 4
In groep 4 gaan de kinderen werken met hele uren, halve uren en kwartieren. Afhankelijk van de methode waarmee gewerkt wordt, kunnen ook de minuten aan bod komen. Opdrachten die gemaakt worden, zijn:
Het aflezen van hele en halve uren. Bijvoorbeeld:
Zet de klok een half uur vooruit of zet de klok een half uur terug.
Later wordt ook gewerkt met kwartieren. Bijvoorbeeld: Hoe laat is het?
Verder maken de kinderen opdrachten die te maken hebben met de maanden van het jaar. Bijvoorbeeld:
Welke maand komt er na februari? December is de ….. maand van het jaar. (twaalfde)
Tip: maak samen een verjaardagskalender en schrijf de verjaardagen van de hele familie, vriendjes en vriendinnetjes erop. Ook makkelijk voor jezelf. 😉
De kinderen gaan rekenen met muntgeld en briefgeld. Ze maken sommen tot en met 100 euro en leren gepast betalen en geld terug te geven.
Rekenen in groep 4 met verhaaltjes
In groep 4 krijgen de kinderen verhaaltjessommen: sommen verpakt in een verhaaltje. Dit is voor veel kinderen moeilijk! Ze krijgen veel informatie te verwerken en moeten de juiste informatie om kunnen zetten in een som. Kijk voor uitgebreide informatie over redactiesommen groep 4 met voorbeeldsommen, video’s en een stappenplan hier: verhaaltjessommen groep 4.
Rekenen groep 4 oefenen?
Wil je je zoon of dochter in groep 4 helpen met rekenen? Met een oefenboek kun je je kind gericht helpen en snel resultaat boeken. Oefen met kale sommen en verhaaltjessommen. Bekijk de video voor meer informatie.
Oefenboeken rekenen voor groep 4
Het is een goed idee om eerst de kale sommen van een bepaalde somsoort te oefenen en vervolgens dezelfde soort in de vorm van een verhaaltje te oefenen.
De oefenboeken rekenen van Aandachtvoorrekenen.nl zijn beschikbaar per half jaar en afgestemd op het niveau van de Cito-toetsen rekenen in groep 4.
In groep 4 neemt de leerkracht namelijk 2 Cito-toetsen rekenen af:
Rekenen M4 (Cito-toets rekenen groep 4 – eerste helft schooljaar)
Rekenen E4 (Cito-toets rekenen groep 4 – tweede helft schooljaar)
De oefenboeken bevatten vele redactiesommen. Ze zijn verdeeld in de eerste helft van het schooljaar en de tweede helft van het schooljaar. Verder zijn de sommen per somsoort verdeeld over de hoofdstukken. Zo kun je zo effectief mogelijk oefenen met bepaalde sommen.