Spelling groep 4 oefenen met je kind? Begin hier...

Op deze pagina vind je alles over spelling in groep 4.

Download de gratis oefenbladen en bekijk alle spellingcategorieën van groep 4.

Gratis oefenbladen Spelling groep 4

Download de oefenbladen om spelling te oefenen.

Ook rekenen groep 4 oefenen? Klik dan op de link!

gratis-werkbladen-spelling-groep4
Oefenblad

Oefenbladen Spelling Groep 4 (Gratis)

Video's met uitleg en leuke spelletjes

Bekijk de video’s met informatie over de spellingcategorieën per groep.

taal groep 4
Begrijpend lezen

Taal oefenen in groep 4? Zo help jij je kind

In groep 4 van de basisschool besteedt de leerkracht de meeste tijd in de week aan leesonderwijs. Daarnaast is taal het belangrijkste vak, wat totaal zo’n vijf uur per week op het rooster staat. Onder taal vallen de onderdelen taalbeschouwing, […]
woorden met au of ou spelling groep 4
Spelling

Woorden met au of ou

Op de basisschool leert jouw kind lezen in groep 3. Naast lezen, zijn spelling en woordenschat belangrijke onderdelen van het vak taal. In dit artikel gaan we dieper in op het vak spelling, in het bijzonder op woorden met ‘au’ […]
verkleinwoorden
Spelling

Verkleinwoorden gebruiken doe je zo

In elk leerjaar van de basisschool krijgt je kind het vak spelling. De lessen in spelling zijn ingedeeld naar de bestaande spellingcategorieën. Een voorbeeld van een categorie is verkleinwoorden. Een ander voorbeeld is woorden die eindigen op –oor, -eer en […]
netjes leren schrijven
Ontwikkeling van je kind

Netjes leren schrijven? Met deze oefeningen kan het

Een net handschrift is om meerdere redenen handig. Door netjes te leren schrijven, kan je kind zijn eigen werk beter controleren en is hij voor leerkrachten en klasgenoten ook goed te volgen. Daarnaast heeft netjes schrijven ook effect op de […]
dictee groep 4
Spelling

Alles over het dictee groep 4

In groep 4 komt je kind regelmatig in aanraking met dictees. De leerkracht leest woorden of zinnen voor die je kind vervolgens moet opschrijven. Dit soort oefeningen is van groot belang bij het aanleren van een goede spellingvaardigheid. In dit […]
kinderen in de klas aan het werk
Spelling

Open en gesloten lettergrepen: een stappenplan

In dit artikel zal ik precies uitleggen wat open lettergrepen en gesloten lettergrepen zijn en hoe je ze kunt gebruiken bij spelling. Meestal krijgen kinderen voor het eerst te maken met open en gesloten lettergrepen wanneer ze in groep 4, […]

Producten

Spelling groep 4 oefenen: de stappen op een rij

Bij lezen begin je bij letters, daaraan koppel je klanken en daarna achterhaal je de betekenis. Bij spellen moet je vanuit woorden klanken onderscheiden en daaraan letters koppelen. Dit zijn tegenovergestelde activiteiten in het brein. De basis van vaste klank-letterkoppelingen is nodig om daarna alle uitzonderingen op dat basisprincipe te begrijpen en toe te passen. Kennis van de juiste spellingregels biedt je de mogelijkheid om je beter te concentreren op de inhoud van een tekst.

De kern van het leren spellen is dat je een woord wel kunt horen of denken, maar nog niet weet hoe je het moet schrijven of typen. Het leerproces bij spellen omvat het leren van de vaardigheid om klanken om te zetten in letters op de juiste plaats. Deze vaardigheid is nodig om het geleerde ook toe te kunnen passen bij andere dan de aangeboden woorden. Dat is wat kinderen door spellinglessen moeten bereiken.

De nadruk tijdens de spellingles ligt op de instructie en de begeleide inoefening. Instructie is essentieel voor effectief spellingonderwijs. Begeleide inoefening geeft de mogelijkheid tot het geven van feedback en het controleren of de gestelde doelen zijn bereikt. De klanken zijn het uitgangspunt bij het leerproces. Als je jouw kind begeleidt, is het van belang om duidelijk aan te geven wat klanken en letters zijn en hoe die genoemd worden. De klanken van de woorden bepalen de keuze van de letters. Aan de hand van klanken moet jouw kind leren herkennen hoe de klanken zijn te koppelen aan letters. Dit betekent oefenen met stappen die van de klanken naar de letters moeten leiden.

Stap 1: jouw kind hoort het woord.

Stap 2: jouw kind herkent de (klank) structuur.

Stap 3: jouw kind kent de spellingcategorie met bijbehorende regel en schrijft het woord op.

Stap 4: jouw kind controleert of het woord correct is geschreven.

Er wordt gebruik gemaakt van spellingcategorieën. Dit houdt in dat er steeds een bepaalde groep woorden aan bod komt waarvoor dezelfde regels gelden. De spellingregel is eenvoudig te onthouden en geldt als oplossingsstrategie waarmee je alle denkbare woorden op de goede manier kunt schrijven. Een voorbeeld van een spellingcategorie is:

Woorden met -ng of -nk

De spellingregel is: Je hoort 1 klank: ng, maar je schrijft 2 letters: ng
Of: Je hoort 1 klank: ngk, maar je schrijft 2 letters: nk
Bijvoorbeeld woorden zoals slang, bang, vonk en bank.

Uit onderzoek blijkt dat het oefenen van het hele woord uit het hoofd het beste is. Zo worden de woorden beter onthouden. Een effectieve spellingles is een dictee volgens bovenstaande stappen. In het dictee van groep 4 komen alle aangeboden spellingregels terug. Directe feedback in de vorm van herstellen van fouten en complimenten zijn heel belangrijk, evenals herhaling.

Tip: dagelijkse dictees

Maak met jouw kind elke dag een klein dictee, bijvoorbeeld vlak voor het eten. Maak enkele grappige zinnen met de te leren woorden. Laat je kind de zin opschrijven en kijk hem samen na, waarbij jouw kind de spellingcategorie en -regel herhaalt. Is het niet goed, dan laat je de juiste schrijfwijze zien en herhaal je het de volgende dag nog een keer. Spel(l)enderwijs leert je kind!

In groep 4 worden de volgende woorden behandeld:

  • Luisterwoorden
    Sommige woorden schrijf je zoals je ze uitspreekt. Dit noemen we klankzuivere woorden of luisterwoorden. Sommige woorden worden verkeerd geschreven, omdat men ze verkeerd uitspreekt, bijvoorbeeld zaddoek (zakdoek) of tuuk (tuurlijk). Voorbeelden van luisterwoorden zijn: gras, kat en boek.
  • Regelwoorden
    Van een regelwoord weet je hoe je het moet schrijven, omdat het volgens een bepaalde regel moet. Bijvoorbeeld samenstellingen (tafel + poot = tafelpoot), de verlengingsregel (hond schrijf je met een d, want in het meervoud is het honden) of lange eindklanken (een woord dat eindigt met een lange klank schrijf je met 1 klinker: zo, ga en nu. Behalve als het eindigt op een e, zoals mee of ree).
  • Weetwoorden
    Ook zijn er woorden waar geen regels voor bestaan. Zulke woorden moet je uit je hoofd leren schrijven. Denk hierbij aan woorden zoals rauw/rouw en meiden/mijden.

Bekijk ook:

Cito spelling M4 spellingcategorieën

In de Cito toets spelling die in januari in groep 4 wordt afgenomen (deze toets staat ook wel bekend als Spelling M4) komen de volgende spellingcategorieën aan bod:

  • Mmkm-woorden en mkmm-woorden (met 1 lettergreep). De ‘m’ staat voor ‘medeklinker’ en de ‘k’ voor klinker. Voorbeelden: trap of kast.
  • Mmkmm-woorden (met 1 lettergreep). Voorbeelden: start en plant.
  • Woorden met een tussenklank die niet geschreven wordt (met 1 lettergreep). Voorbeelden: melk en kerk.
  • Woorden met meer dan 2 medeklinkers na elkaar (met 1 lettergreep). Voorbeelden: straat en borst.
  • Woorden met sch- of schr (met 1 lettergreep). Voorbeelden: schaar en schrik.
  • Woorden met –ng of –nk (met 1 lettergreep). Voorbeelden: lang en bank.
  • Woorden met f-, v-, s-, of z- (met 1 of 2 lettergrepen). Voorbeelden: val en zaag.
  • Woorden met –je of –tje (met 2 lettergrepen). Voorbeelden: tasje en beestje.
  • Woorden met ge-, be-, ver-, of met –el, -er,–en (met 2 lettergrepen). Voorbeelden: gebak en mager.
  • Woorden met ei of ij (met 1 lettergreep). Voorbeelden: klein en lijst.
  • Woorden met aai, ooi of oei (met 1 lettergeep). Voorbeelden: taai, hooi en bloei.
  • Samengestelde woorden met 2 medeklinkers na elkaar (met 2 lettergrepen). Voorbeelden: kladblok en washok.
  • Woorden met eer, oor of eur (met 1 lettergreep). Voorbeelden: teer, boor en deur.
  • Woorden met een d op het einde (met 1 lettergreep). Voorbeelden: band en kind.

Cito spelling E4 spellingcategorieën

In de Cito toets spelling die in juni in groep 4 wordt afgenomen (deze toets staat ook wel bekend als Spelling E4), komen de volgende spellingcategorieën aan bod:

  • Woorden met sch- of schr (met 1 lettergreep). Voorbeelden schaar en schrik.
  • Woorden met –ng of –nk (met 1 lettergreep). Voorbeelden: lang en bank.
  • Woorden met f-, v-, s-, of z- (met 1 of 2 lettergrepen). Voorbeelden: val en zaag.
  • Woorden met ge-, be-, ver-, of met –el, -er, –en (met 2 lettergrepen). Voorbeelden: gebak en mager.
  • Woorden met ei of ij (met 1 lettergreep). Voorbeelden: klein en lijst.
  • Woorden met eer, oor of eur (met 1 lettergreep). Voorbeelden: teer, boor en deur.
  • Woorden met -a, -o of -u (met 1 of 2 lettergrepen). Voorbeelden: na en iglo.
  • Woorden met au, auw, ou of ouw (met 1 lettergreep). Voorbeelden: nauw, stout en touw.
  • Woorden met -ch of cht (met 1 lettergreep). Voorbeelden: lach en vacht.
  • Woorden met een d op het einde (met 1 lettergreep). Voorbeelden: band en kind.
  • Woorden met eeuw, ieuw of uw (met 1 lettergreep). Voorbeelden: spreeuw, nieuw en duw.
  • Woorden met een open lettergreep (met 2 lettergrepen). Voorbeelden: molen en apen.
  • Woorden met een gesloten lettergreep (met 2 lettergrepen). Voorbeelden: mollen en koppen.

Tip!

Je kunt spelling oefenen met de Oefenboeken Spelling van Wijzer over de Basisschool.

Oefenboek Spelling Groep 4 - 1e helftOefenboek Spelling Groep 4 - 2e helft

Wat lastig is in groep 4

Woorden met -sch en -schr

Je hoort sg, maar je schrijft sch. De ch klinkt als g.

Voorbeeld: schaar, school, schat

Soms komt na de sch een r; je schrijft dan schr. De ch hoor je niet altijd goed. Je hoort sr of sgr, maar je schrijft schr.

Voorbeeld: schram, schrijf, schrift

Woorden met -f/v en -s/z

Bij woorden met een -f of een -s op het eind, verandert deze letter vaak als je het woord langer maakt. Als je vóór deze letter een lange klank of een tweetekenklank hoort, dan verandert de -f in -v en -s in -z. (tweetekenklanken zijn au, ou, ei, ij, eu, ui, ie en oe).

Voorbeeld: 1 hoes – 2 hoezen, 1 duif – 2 duiven

Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld bij woorden met de uitgang -oof of -aaf. Dan wordt de -f behouden.

Voorbeeld: 1 fotograaf – 2 fotografen, 1 filosoof – 2 filosofen

Ook bij de -s gelden uitzonderingen. Daar bestaat geen regel voor, dan kun je het beste het woordenboek gebruiken.

Voorbeeld: 1 kruis – 2 kruisen, 1 kluis – 2 kluizen

Woorden met een open en gesloten lettergreep

Om te weten of een klinker of medeklinker enkel of dubbel wordt geschreven, moet je eerst weten hoe een woord wordt verdeeld in lettergrepen. Daarna kun je bepalen of een lettergreep open of gesloten is. Een open lettergreep eindigt op een klinker. Een gesloten lettergreep eindigt op een medeklinker. Vraag op school na met welk ezelsbruggetje of geheugensteuntje wordt gewerkt in de klas. Op veel scholen leren de kinderen open- en gesloten lettergrepen schrijven met de letterdief en de dubbelzetter. In de video hieronder zie je een voorbeeld van een spellingles in groep 4:

Een alternatief voor de letterdief en de dubbelzetter is het volgende. Voor klinkers met een korte klank, zoals in bal en pil, geldt de volgende zin om te onthouden:

Korte klanken kunnen vallen, het wordt steeds linker. Gebruik een extra medeklinker.

Voorbeeld: bal Meervoud in lettergrepen verdelen, klinkt als ba len. De eerste klankgroep eindigt met een korte klank a. Korte klanken kunnen vallen, het wordt steeds linker, gebruik een extra medeklinker. Het wordt dan ballen.

Voorbeeld: pil

Meervoud in lettergrepen verdelen, klinkt als pi len. De eerste klankgroep eindigt met een korte klank i. Korte klanken kunnen vallen, het wordt steeds linker, gebruik een extra medeklinker. Het wordt dan pillen. Voor klinkers met een lange klank, zoals in beer en boot geldt de volgende zin om te onthouden:

Lange klanken hebben pech. Ik haal gewoon een letter weg.

Voorbeeld: beer Meervoud in lettergrepen verdelen, klinkt als bee ren. De eerste klankgroep eindigt met een lange klank ee. Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg. Het wordt dan beren.

Voorbeeld: boot

Meervoud in lettergrepen verdelen, klinkt als boo ten. De eerste klankgroep eindigt met een lange klank oo. Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg. Het wordt dan boten.

Nog meer video’s over de open- en gesloten lettergreep:

Tip

Op deze site wordt alles nog een keer uitgelegd. Daarnaast is veel oefenmateriaal beschikbaar. Je kunt het samen met jouw kind doen, zodat je ziet wat goed en fout gaat.

Welke spellingmethode heeft je kind in groep 4?

Voor groep 4 zijn meerdere taal- en spellingsmethodes beschikbaar. Kijk welke methode de school gebruikt, zodat je als ouder weet hoe er gewerkt wordt. Enkele voorbeelden:

Taalverhaal
Taal- en spellingmethode met een realistische verhaallijn als rode draad. De doelstellingen zijn spreken/luisteren, stellen, woordenschat, taalbeheersing en spelling op een natuurlijke wijze met elkaar te verbinden. Uitgangspunten: differentiatie op 3 niveaus; heldere opbouw en doorgaande lijn; functioneel en communicatief; inzet van leerstrategieën; veel aandacht voor woordenschat.

Taalactief
Taal- en spellingmethode met interactief taalonderwijs en onderwerpen die goed aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Er is een afwisseling van leerkracht gebonden lessen en zelfstandig werken. Differentiatie is op 3 niveaus en er is veel aandacht voor woordenschat, oefenen en automatiseren. De methode is ontwikkeld samen met gebruikers.

Zin in spelling
Zin in taal bestaat uit twee delen: Zin in taal en Zin in spelling. Qua opbouw, organisatie en inhoud zijn beide methodes op elkaar afgestemd. Er zijn duidelijke spellingstrategieën, veel en gevarieerd oefenmateriaal en mogelijkheden voor differentiatie.  

Spelling in beeld
De methode maakt gebruik van mogelijkheden op digitaal gebied en is interactief. De leerkracht krijgt advies over een geschikte vervolgaanpak per leerling. Er is afwisseling en er zijn filmpjes bij. Spelling in beeld richt zich op het juist spellen van woorden en op de juiste denkwijze om te komen tot een correcte spelling. Er is veel aandacht voor spellingstrategieën.  

Spelling op maat
De methode is ontwikkeld om opbrengstgericht te werken. Per leerjaar zijn er 8 blokken van 4 weken. Per week zijn er 4 lessen van 20 minuten. In ieder blok zijn er 3 basisweken en 1 week van controle en herhaling. Binnen de lessen is op opdrachtenniveau differentiatie mogelijk in opdrachten, in tempo en in niveau.

Spelling groep 4 oefenen

Online spelling oefenen

De website Woordkasteel biedt de mogelijkheid om spelling groep 4 gratis online te oefenen (let op: dit programma werkt niet op een Mac). Je kunt bij Woordkasteel kiezen uit bestaande woordenlijsten voor groep 4. Het is ook mogelijk om de methode waarmee je kind op school werkt te selecteren. Je moet als ouder even uitvinden hoe de website precies werkt. Er zijn veel mogelijkheden zoals het downloaden van woordenlijsten. Investeer deze tijd, want als je alles hebt klaargezet, kan je kind achter elkaar oefenen met de woorden op het juiste niveau.

Maxi Loco Spelling groep 4 deel 1 en 2

Je kind oefent op een leuke manier en controleert zelf of de opdrachten goed zijn gemaakt. Deel 1 omvat lange en korte klanken, woorden op d-t, op b-p, met sch, met aai-ooi-oei en nog veel meer. Deel 2 omvat s of z, au of ou, woorden met eer-oor-eur, f of v en woorden met kleefletters (melk, berg enz.). De Loco Maxi basisdoos is vereist.

Pico Piccolo en Varia

Pico Piccolo en Varia hebben kaarten voor spelling ontwikkeld, waar kinderen zelfstandig mee aan de slag kunnen. De materialen zijn zelfcorrigerend.

Woorden flitsen

Woorden flitsen kun je thuis doen door de te leren woorden zelf op te schrijven en kort te laten zien (flitsen). Jouw kind schrijft het na. Samen kijk je of het goed is geschreven. Geef feedback en complimenten.