Om een digitale tijd om te zetten naar een analoge klok, trek je bij uren boven de 12 eerst 12 af (zoals 14:30 wordt 2:30). Plaats vervolgens de grote wijzer op de juiste minuutpositie en de kleine wijzer tussen de juiste uren. Bij 14:30 zet je de grote wijzer op 6 (half) en de kleine wijzer halverwege tussen 2 en 3. Vergeet niet erbij te vermelden of het ’s ochtends of ’s middags/avonds is.
Bij het veranderen van een digitale tijd (bijvoorbeeld 15:20) naar een analoge weergave, kijk je eerst naar de uren en minuten apart. Bij 15:20 bereken je eerst dat 15 – 12 = 3 uur is. Vervolgens plaats je de grote wijzer op 4 (20 minuten) en de kleine wijzer iets voorbij de 3. De analoge tijd wordt dan 20 over 3 in de middag.
Overschakelen van digitaal naar analoog doe je in 4 stappen:
Oefening en herhaling maken dit steeds gemakkelijker.
Leren klokkijken met een digitale klok begint met het begrijpen van de urennotatie (00-23) en minutennotatie (00-59). Belangrijk om te weten is dat tijden tot 12:00 ochtend zijn en vanaf 12:00 middag/avond. Bij 17:45 gaat het om 5:45 in de middag.
Om dit goed te leren, kun je dagelijks tijden hardop benoemen en eventueel een oefenschema maken met verschillende tijdstippen.
Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. De uitleg volgt dezelfde methode die kinderen op school leren, waardoor er geen verwarring ontstaat over verschillende leermethodes. Dit voorkomt de bekende ‘zo-doet-de-juf-het-niet’-discussies thuis.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Voor toegang tot de volledige videobijles kun je het bijpassende pakket bestellen via de voorbeeldvideo-pagina of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk voor het leren klokkijken. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde in de praktijk toe te passen.
Beide kloktypes komen voor in het dagelijks leven. Analoge klokken helpen kinderen om tijd visueel te begrijpen en geven inzicht in begrippen als ‘kwart voor’ en ‘half’. Digitale klokken worden steeds meer gebruikt op apparaten. Door beide systemen te beheersen, kan je kind in elke situatie de tijd aflezen en beter plannen.
Wil je deze tips in de praktijk zien? Bekijk dan de volledige video hierboven voor meer voorbeelden en uitleg. Regelmatig oefenen is de sleutel tot succes bij het leren klokkijken!
In deze video leer je hoe je een digitale tijd omzet naar de analoge klok. Dit is een belangrijke vaardigheid voor kinderen die al weten hoe beide klokken afzonderlijk werken, maar nog moeite hebben met het omzetten van de ene naar de andere tijdsweergave.
Wijzer over de basisschool laat je zien hoe je dit stapsgewijs aanpakt. Door deze methode kan je kind zelfstandig leren omgaan met verschillende tijdweergaven en wordt het klokkijken een stuk eenvoudiger.
Voordat je met deze video aan de slag gaat, is het belangrijk dat je kind al basiskennis heeft van beide kloktypes. Je kind moet:
Heeft je kind nog moeite met een van deze vaardigheden? Bekijk dan eerst onze andere video’s over het leren lezen van de analoge klok of de digitale klok.
Het omzetten van digitale tijd naar een analoge klok volgt een eenvoudig stappenplan dat kinderen snel onder de knie kunnen krijgen:
Laat je kind de digitale tijd eerst hardop uitspreken. Door de tijd te verwoorden, maakt het brein al een vertaalslag die helpt bij het tekenen van de wijzers. Bijvoorbeeld bij 07:10 zeg je: “Het is 10 minuten over 7 uur.”
Bij 10 over 7 plaats je de grote wijzer (minutenwijzer) op de 2, want elke streep op de klok staat voor 5 minuten. De 2 op de analoge klok geeft dus 10 minuten aan.
Plaats de kleine wijzer (urenwijzer) iets voorbij het cijfer 7. Belangrijk detail: de kleine wijzer staat niet precies op het uur, maar beweegt geleidelijk tussen de uren. Bij 10 minuten over 7 staat de kleine wijzer dus een klein stukje voorbij de 7.
Een belangrijk verschil tussen analoge en digitale klokken is dat je bij een analoge klok niet kunt zien of het ’s ochtends of ’s avonds is. Op een digitale klok zie je dit wel:
Bij een analoge klok moet je er dus altijd bij vermelden of het ’s ochtends of ’s avonds is.
Een uitdaging voor veel kinderen is het omrekenen van digitale uren boven de 12. In de video wordt dit duidelijk uitgelegd:
Bij digitale tijd boven de 12 trek je er 12 vanaf om de analoge tijd te bepalen. Bijvoorbeeld:
In de video worden verschillende voorbeelden doorgenomen. Deze voorbeelden helpen om het geleerde direct in de praktijk te brengen:
De minutenwijzer staat op 1, want dat is 5 minuten. De urenwijzer staat net iets voorbij de 2. Je zegt erbij dat het ’s nachts is, anders weet je niet of het 2 uur ’s nachts of ’s middags is.
Dit is half 5 in de middag. De minutenwijzer staat op 6 (half uur). De urenwijzer staat halverwege tussen 4 en 5, want het is al 4 uur geweest en de klok is op weg naar 5 uur.
Dit is kwart voor 9 ’s avonds. De minutenwijzer staat op 9 (kwart voor). De kleine wijzer staat bijna op 9, maar nog net niet helemaal, want het is nog geen 9 uur.
Wil je dat je kind deze vaardigheid goed onder de knie krijgt? Probeer dan deze tips:
Regelmatig oefenen is de sleutel tot succes. Door elke dag even kort aandacht te besteden aan klokkijken, zal je kind deze vaardigheid steeds beter beheersen.
Bij het omzetten van digitaal naar analoog kunnen kinderen verschillende fouten maken. Let vooral op deze valkuilen:
Sommige kinderen verwarren de functie van de wijzers. De grote wijzer is altijd voor de minuten, de kleine wijzer voor de uren. Helpt je kind onthouden: “Grote wijzer, kleine stappen (minuten). Kleine wijzer, grote stappen (uren).”
Een veelgemaakte fout is dat kinderen de kleine wijzer precies op het uur zetten, terwijl deze geleidelijk beweegt tussen uren. Bij half 2 staat de kleine wijzer bijvoorbeeld halverwege tussen 1 en 2, niet precies op 1 of 2.
Vooral bij digitale tijden boven de 12, kunnen kinderen in de war raken. Oefen extra met het aftrekken van 12 van het digitale uur: 14:15 wordt 2:15, dus kwart over 2 ’s middags.
Omdat de analoge klok niet laat zien of het ochtend of avond is, vergeten kinderen vaak dit te vermelden. Leer ze dat ze dit altijd moeten aangeven.