Tafels leren groep 4: zo help jij je kind
In groep 4 komt het leren van de tafels aan bod tijdens de rekenlessen. Een belangrijke vaardigheid, waar een kind zijn leven lang van profiteert. Hoe kun je dit thuis nu goed begeleiden? In dit artikel vertellen we je alles wat je moet weten over tafels leren groep 4.
Tafels leren groep 4: herhaald optellen is de basis
Al vroeg leert je kind getalbeelden. Dat betekent bijvoorbeeld dat hij in 1 oogopslag ziet hoeveel ogen er op de dobbelsteen staan. In plaats van alle ogen op de dobbelsteen te tellen, ziet je kind meteen dat het er 6 zijn. In groep 3 wordt veel met getalbeelden geoefend. De meeste kinderen zullen daarom wel meteen het getalbeeld van 5 stippen herkennen op de dobbelsteen.
Gooit je kind met 2 dobbelstenen hetzelfde getal? Stimuleer hem dan om de som hardop uit te rekenen. ‘Je gooit 2 keer 5! Daar weet ik een som bij. 5 + 5 is?’ Als je kind dan antwoordt met 10, kun je ook zeggen: ‘Weet je dat je nu al knap een keersom hebt uitgerekend? Namelijk 2 keer 5. Kijk maar: dit zijn 2 dobbelstenen waar allebei 5 op staat!’
Bovenstaande is een voorbeeld van herhaald optellen. Je kind telt dan hetzelfde getal (bijvoorbeeld 5) een aantal keer bij elkaar op. En dat is precies de basis van keersommen. In feite doe je bij keersommen namelijk precies hetzelfde (5 + 5 is hetzelfde als 2 x 5). Zodra je kind dat door heeft, zal hij de keersommen ook makkelijker uitrekenen.
Spelenderwijs zo de keersom oefenen helpt kinderen. Vooral als je werkt met concreet materiaal zoals dobbelstenen, snoepjes, damstenen, legoblokjes of ander klein materiaal.
Het verschil tussen x en + uitleggen
Als het rekenen in concrete situaties goed gaat, kan het zijn dat de tekens van x en + lastig zijn. Want wanneer gebruik je nu x en wanneer +?
Er is een handig trucje voor: x wordt gebruikt als je er groepjes van kunt maken. Zoals in het voorbeeld van de 2 dobbelstenen: 2 groepjes van 5 stippen.
+ wordt in de andere situaties gebruikt, zoals 3 bananen en 4 peren. Als je kind dat verschil tussen + en x lastig vindt, schrik je daar misschien even van. Onthoud dat die tijdelijke moeite met keersommen alles te maken heeft met het rijpingsproces van de hersenen. Die hersenen zijn bij kinderen nog in ontwikkeling. Wees gerust, het komt echt goed.
In de tussentijd kun je de sommen heel concreet blijven aanbieden. Om een som meer concreet te maken, kun je de 2 tekens ophangen en er een som bij tekenen. Zo heeft je kind steun aan de visuele uitleg. Heeft jouw kind moeite met het keer- en plusteken? Lees hier dan meer over in ons artikel Tafels oefenen groep 4.
Bewegend leren tafels groep 4
Bewegen helpt om de tafels te oefenen. Het stimuleert namelijk de beide hersenhelften van je kind, waardoor het onthouden van de sommen makkelijker zal zijn.
Oefen de tafels eens met een lekker potje beweging. Noem een som: bijvoorbeeld 1 x 5, terwijl je joggend achter de eetkamerstoel meedoet en het goede antwoord zegt. Met een fijn muziekje erbij werkt dit extra stimulerend. En je hebt meteen je dagelijkse beweging gehad. Ook mooi meegenomen, toch?!
Tip: Je kunt de oefenkaarten uit de rekenbox van Wijzer over de Basisschool hierbij heel goed gebruiken. Ze bieden een geheugensteuntje én je kind leert er op een speelse manier de tafels mee.
Een andere manier om bewegend leren in te zetten is door het leggen van een tafeldomino. Deze zit ook in de eerder genoemde rekenbox. Spreek af dat je om de tafel heen loopt met de kaarten die je in de hand hebt. Ben je aan de beurt? Kijk dan of je jouw tafelsom ergens kunt aanleggen. Spreek de som daarbij hardop uit.
Ontdek ook:
Werkbladen groep 4 rekenen (gratis)
Strategie achter de tafels leren in groep 4
Vanaf groep 1 worden kinderen al voorbereid op het leren van de tafels. Zo maken ze groepjes van voorwerpen. Dit is voor jonge kleuters vaak nog op handelend niveau. Een bak met kastanjes in de herfst kan heel educatief zijn. Je kind moet bijvoorbeeld iedere eekhoorn 2 kastanjes geven. Vervolgens vraagt de leerkracht: ‘Hoeveel eekhoorns heb je een kastanje kunnen geven?’
In groep 2 worden de sommen al wat abstracter. De kinderen krijgen bijvoorbeeld een werkblad met bloemen. In iedere vaas passen 5 bloemen. De leerkracht kan bijvoorbeeld vragen hoeveel vazen je kind daarmee kan vullen.
Het rechthoekmodel
Groep 3 gaat hierop door. Kinderen maken dan kennis met drie verschillende modellen. Zo zijn er in de Cito-toets vaak vragen met het rechthoekmodel. Een voorbeeldvraag:
Je hebt een puzzel van 5 stukjes in de lengte en 4 stukjes in de breedte. De puzzel is niet af. Hoeveel stukjes mis je?
Een kind wordt dan gevraagd om te tellen of te berekenen hoeveel rijen er niet af zijn. En hoeveel stukjes er dan ontbreken. Dit wordt ook wel het rechthoekmodel genoemd. Een ander voorbeeld:
De boer zaait het land in. Er zijn 4 rijen met 5 maïsplanten. Hoeveel planten heeft de boer?
5 + 5 + 5 + 5 = 20. De kinderen tellen dan versneld op. Ze gaan niet iedere plant tellen, maar maken gebruik van de voorkennis die ze hebben.
Het groepjesmodel
Een tweede model is het groepjesmodel:
Sint neemt een zak mee met cadeautjes. In iedere zak passen 10 cadeaus. Hoeveel zakken kan Sint meenemen? Hierbij zien de kinderen bijvoorbeeld 20 cadeaus liggen. En soms, om het moeilijk te maken, 25. Dan blijven er 5 achter, al zal dit vast niet gebeuren. 😉
Het lijnmodel
Het derde model is het lijnmodel. Kinderen gebruiken hiervoor een getallenrij. Zo zien ze concreet wat er gebeurt met versneld optellen.
Bijvoorbeeld: Er zijn 10 kinderen in de klas. Op een fiets passen 2 kinderen. Hoeveel fietsen zijn er nodig? Het goede antwoord zal dan 5 zijn.
Je kind helpen met het leren van de tafels
Er zijn wat tips om je kind te helpen bij het leren van de tafels:
- Begin met 1 tafel tegelijk. Verschillende tafels door elkaar maakt het erg ingewikkeld en onoverzichtelijk. De meeste ouders en scholen beginnen met de tafels van 1, 2, 5 en 10.
- Ezelsbruggetjes aanleren is ook erg handig.
Bij de tafel van 9 bijvoorbeeld:
1 x 9 = 9
2 x 9 =18
3 x 9 = 27
4 x 9 = 36
5 x 9 = 45
6 x 9 = 54
7 x 9 = 63
8 x 9 = 72
9 x 9 = 81
10 x 9 = 90
Het eerste cijfer van de uitkomst wordt steeds eentje groter. Van 18 naar 27. Terwijl het tweede getal, de 8 van 18 en de 7 van 27, juist terugloopt.
Nog wat tips
- Gebruik variatie. Vraag de sommen kriskras door elkaar bijvoorbeeld. Laat je kind ook eens jou en anderen in het gezin (die ouder zijn dan het kind zelf) overhoren.
- Is je kind dol op muziek? Zing dan het tafellied! Draai het in de auto, zing het als je kind in bad zit of tijdens het tandenpoetsen en slijp zo de som en het antwoord in.
- Maak het oefenen van de tafels zichtbaar Laat eens zien welke tafels je kind al kent. Door een sommendiploma te maken of door je kind te vragen jou te overhoren. En dan maar eens kijken hoe goed papa of mama die tafel van 7 nu kent op tempo!
Vier het als je kind een tafel kent, dat werkt motiverend. Soms maken scholen een prachtig tafeldiploma. Of er hangt een lijst met welke tafel een kind al kent. Je kunt zoiets thuis ook maken. En is de tafel van 7 erin gestampt, gezongen of bewogen? Dan verdienen jullie wel lekkere pannenkoeken. Er gaan er vaak 14 uit 1 pak. Meteen een mooie test om te zien hoeveel jullie er dan kunnen bakken.
Ook interessant:
Marinka –
Echt super. Me dochter vliegt er nu doorheen. De afwisseling met de spelletjes is super leuk. Ze liep een beetje achter maar sinds 2 weken gaat ze met stappen vooruit. Zelfs complimenten gehad van de juf. Top dank je wel👍