Geldrekenen oefenen: wat leren kinderen over rekenen met geld?

Geldrekenen ofwel rekenen met geld is in onze maatschappij erg belangrijk. Hoeveel kost iets? Is dat duur? Is dat een eerlijke prijs? Kan ik dat betalen? Hoeveel geld heb ik? Wat verdien ik? Vind ik dat genoeg? Dit zijn allemaal vragen die we onszelf misschien wel dagelijks stellen.

Zelfs de allerkleinsten komen in aanraking met geld: ze gaan mee boodschappen doen, zien de portemonnee bij de kassa tevoorschijn komen en ze zien mama of papa betalen. Met munten en biljetten of met een pasje. Ze zien ook dat je vaak wat geld terug krijgt. Misschien heeft je kind een spaarpot en mag hij af en toe iets kopen van het gespaarde geld dat hij gekregen heeft van opa of oma. Gezellig een middagje shoppen in de speelgoedwinkel 😉 .

In dit artikel bekijken we per groep wat kinderen op school leren over geld. Maar we beginnen met een leuk spelletje over geld dat je thuis met je kind kunt spelen: ‘Tel je geld’.

Download het ‘Tel je geld’ speelbord

Download de instructie

Rekenen met geld in groep 1 en 2

Jonge kinderen ontwikkelen zich en leren voornamelijk door te spelen. Spelactiviteiten waarbij ze van alles leren over geld en omgaan met geld zijn bijvoorbeeld:

  • Winkeltje spelen
    Kinderen kopen en verkopen spullen en weten dat iets van 2 euro goedkoper is dan iets van 3 euro.
  • Boodschappen doen
    Kinderen worden er zich van bewust dat er geld nodig is om iets te kunnen kopen.
  • Iets verkopen of kopen
    Wat is iets waard? Hoeveel moet je betalen?
  • Betalen met iets
    Dit kan echt geld zijn, maar ook speelgoedgeld of fiches.
  • Iets ruilen
    Tegen een ander voorwerp of tegen muntjes.
  • Iets terugkrijgen
    Als je teveel hebt betaald, krijg je iets terug.
euroteken

Tijdens deze activiteiten verkennen ze alles wat met geld te maken heeft. Ze denken na over geld en over wat geld eigenlijk betekent. Wat doe je met geld? Wanneer heb je veel geld? Wat is weinig geld? Hoe kom je aan geld? Wat is duur en wat is goedkoop?

  • Tip: maak zelf met je kind een winkeltje! Verzamel lege verpakkingen. Verzin samen de prijzen van de producten. Welke zijn duur, welke goedkoop? Maak prijsjes (kleine stickertjes) of schrijf de prijzen met een viltstift op de producten. Je kunt ook geld maken van gekleurde papiertjes. Een kassa is natuurlijk helemaal leuk!

Geldsommen groep 3

In groep 3 maken de kinderen kennis met de euromunten en -biljetten: 1 cent, 2 cent, 5 cent, 10 cent, 20 cent, 50 cent, 1 euro, 2 euro, 5 euro, 10 euro, 20 euro en 50 euro. Bovendien wordt geld gekoppeld aan getallen. Bij de ene methode wordt het briefgeld al wel geïntroduceerd en bij de andere niet. Het is dus afhankelijk van de methode die op school gebruikt wordt of je kind in groep 3 al wel of nog niet kennismaakt met het briefgeld. Zie voor meer informatie het artikel Rekenen groep 3.

Kinderen in groep 3 vinden het heerlijk om te spelen! Zolang je kind winkeltje wil spelen of op je hakken door het huis wil klossen om boodschappen te doen, is dat helemaal prima! Stimuleer het vooral door gezellig mee te doen. Bekijk ook onze rekenspelletjes groep 3 voor inspiratie.

Geldsommen groep 3 op school

Op school is er tijd genoeg voor echte sommen. De geldsommen groep 3 die aan de orde komen zijn:

  • Een bedrag met munten leggen. Bijvoorbeeld: met welke munten kun je 45 cent maken? Is er nog een andere manier?
  • Kleuren van munten om een bedrag te maken. Bijvoorbeeld: kleur 25 cent.
  • Optellen en aftrekken t/m 20,00 euro. Bijvoorbeeld: hoeveel is 10,00 euro – 5,00 euro?
  • Geld tellen. Bijvoorbeeld: hoeveel euro’s tel je, hoeveel cent tel je?
  • Gepast betalen t/m 20,00 euro. Bijvoorbeeld: een T-shirt kost 15,00 euro. Waarmee kun je dat gepast betalen?

Geldsommen groep 3 voorbeeld (bron: oefenen met geld – Oefenboek Rekenen Groep 3):

geld rekenen groep 3


Rekenen met geld is een mooie manier om kinderen kennis te laten maken met ons tientallig geldstelsel.

  • Tip 1: keer je portemonnee eens om en bekijk en benoem samen wat er allemaal in zit. Staat er nog meer op de munt of het briefje dan een getal?
  • Tip 2: ga samen boodschappen doen en geef je kind een euro. Laat je kind iets uitzoeken wat hij met een euro kan betalen en laat hem zelf afrekenen. Krijgt hij nog geld terug? Zo ja, hoeveel?

Geldsommen groep 4

Bij geldrekenen groep 4 kunnen kinderen de munten koppelen aan een geldbedrag. Bijvoorbeeld: een muntje van 50 is 50 cent, een muntje van 20 is 20 cent, een muntje van 5 is 5 cent enzovoort. Ze ontdekken dat 1 euro hetzelfde is als 100 cent.

Andere bedragen kunnen ook gewisseld worden. Bijvoorbeeld: hoeveel munten van 10 cent gaan er in een euro? Hoeveel munten van 20 cent gaan er in een euro? Hoeveel briefjes van 5 gaan er in een briefje van 20 euro?

Ook het euroteken wordt geïntroduceerd: €. Bedragen worden genoteerd met het euroteken. Bijvoorbeeld: € 4,50. Verder kunnen bedragen tot 10,00 euro gepast worden betaald. En weten kinderen antwoord op de vraag: waar kun je € 3,50 mee betalen?

Later in het jaar leren de kinderen gepast betalen tot 100,00 euro. Bijvoorbeeld: betaal € 45,05.

Voorbeeld geldsommen groep 4 (bron: geldrekenen groep 4 – Oefenboek Rekenen Groep 4)

geldsommen groep 4

  • Tip: schrijf op een blaadje € 0,01, € 0,10, € 1,00 en € 10,00. Laat je kind nu bij ieder bedrag het juiste muntje of briefje zoeken.

Geldsommen groep 5

Bij geldrekenen groep 5 leren kinderen hoe je een bedrag opschrijft:

5 cent schrijf je op als € 0,05

50 euro schrijf je op als € 50,00

In de Cito-toetsen en in bijvoorbeeld de rekenmethode Pluspunt worden afgeronde geldbedragen als volgt opgeschreven: € 50,-

Kinderen maken in groep 5 kennis met cijfers achter de komma: de kommagetallen. Rekenen met geld is een mooie manier om te leren rekenen met kommagetallen. De kinderen kunnen zich iets voorstellen bij geld en echt geld gebruiken om het nog beter te begrijpen.

Ze leren bedragen samenstellen. Bijvoorbeeld:

Maak op 2 verschillende manieren het bedrag € 18,50.

Dit kan met 1 briefje van 10 euro, een briefje van 5 euro, een 2 euro muntstuk, een 1 euro muntstuk en een muntje van 50 cent.
Het kan ook met 3 briefjes van 5 euro, 2 muntstukken van 1 euro en 3 muntjes van 50 eurocent.

Verder gaan kinderen rekenen met geld. Dit betekent dat ze alle basisbewerkingen ook met geld gaan doen:

  • Optellen
  • Aftrekken
  • Vermenigvuldigen
  • Delen
geld rekenen briefjes

Strategieën voor rekenen met geld

De strategieën die ze hierbij gebruiken zijn:

  • Rijgen
    Het eerste getal van de som wordt intact gelaten en het tweede getal wordt er in stukjes bij opgeteld.
    € 67,00 + € 14,00 = € 67,00 + € 10,00 + € 4,00
  • Splitsen
    Allebei de getallen worden opgesplitst in tientallen en eenheden.
    € 67,00 + € 14,00 = € 60,00 + € 10,00 + € 7,00 + € 4,00
  • Aanvullen
    Als je iets wilt kopen van €16,35 en je betaalt met € 20,00 euro, krijg je het verschil terug. In plaats van € 20,00 – € 16,35 uit te rekenen, tel je vanaf € 16,35 door tot en met € 20,00.

Kinderen kunnen sommen als deze verwachten in groep 5:

Hoe kun je € 25,45 met zo min mogelijk biljetten en munten betalen?

Een broek kost 34,95. Met welke munten en biljetten kun je deze broek betalen?

Je koopt iets van € 7,95 en je betaalt met € 10,00. Hoeveel krijg je terug?

  • Tip: geldrekenen groep 5 kun je heel makkelijk thuis oefenen! En zeker het oefenen met echt geld vinden kinderen leuk. Pak je portemonnee of de spaarpot van je kind en tel samen hoeveel geld erin zit. Bekijk nu samen een folder. Kunnen jullie iets kopen met het geld uit de portemonnee of de spaarpot? Laat je kind eerst zelf uitzoeken of dit kan. Kinderen vinden het over het algemeen fijn om iets zelf te kunnen. Als je kind er niet alleen uitkomt, is dit natuurlijk geen probleem en help je even.

Geldrekenen groep 6

Kinderen leren in groep 6 bedragen tot en met 1000 euro samen te stellen.

Bijvoorbeeld:

Hoeveel kosten een trui van € 35,00 en een jas van € 105,00 samen?

Hoeveel kosten een televisie van €398,00 en een dvd-speler van € 78,00 samen?

Een fiets kost € 339,00. Je betaalt met €500,00. Hoeveel krijg je terug?

geldrekenen groep 6

Schattend rekenen groep 6

Ook het schattend rekenen komt aan bod. Ik vind schatten, en niet alleen bij geldrekenen, een belangrijk onderwerp! Als je goed kunt schatten, heb je inzicht in een som en kun je je antwoord zelf controleren. Is het antwoord veel hoger of lager dan je schatting, dan weet je dat er ergens in je berekening iets niet helemaal goed is gegaan.

En als je goed kunt schatten, weet je van tevoren hoeveel je ongeveer kwijt bent aan de boodschappen. Bovendien zal een foutje van de kassière je direct opvallen 😉 . Als je je kind laat schatten, kun je als ouder inzicht krijgen in het begrip van je kind.

Tips voor schattend rekenen

  • Tip 1: vraag eens aan je kind hoeveel het pakje boter van € 1,39 en de kilo appels van € 1,49 samen ongeveer kosten. Als je kind antwoordt met: “Dat kost ongeveer 3 euro, mam!”, dan weet je dat hij begrijpt wat schatten is, dat hij begrijpt dat € 1,49 en € 1,39 allebei ongeveer € 1,50 zijn én dat hij begrijpt dat € 1,50 + € 1,50 = € 3,00. Dat is best fijn om te weten, toch?
    Als je kind antwoordt met: “Eehh, 10 euro…?” Dan heb je een te moeilijke vraag gesteld en begrijpt je kind de som nog niet. Dit is niet erg! Ga een paar stappen terug en stel je kind een vraag waarvan je zeker weet dat hij die wel begrijpt. Het is in een leerproces heel belangrijk om je kind weer een succeservaring te laten beleven!
  • Tip 2: laat je kind van tevoren schatten of er genoeg geld in je portemonnee zit om de boodschappen te kunnen betalen. Bijvoorbeeld: kunnen we met € 15,00 een pak melk, een kilo aardappels en 3 bananen kopen?

Munten kun je omruilen voor briefjes en briefjes kun je omruilen (of inwisselen) voor munten. Hier gaan de kinderen dit jaar ook mee aan de slag. Bijvoorbeeld:

Hoeveel munten van 50 cent krijg je voor een briefje van 5 euro?

Hoeveel munten van 20 cent krijg je voor een briefje van 5 euro?

Je hebt 5 muntstukken van 2 euro. Kun je die omruilen voor een briefje?

Je hebt 14 muntstukken van 1 euro en 3 van 2 euro. Voor welk briefje kun je deze munten omruilen?

Andere geldsommen groep 6

Andere sommen waar kinderen in groep 6 mee te maken krijgen, zijn sommen als deze:

  • Welk bedrag kun je maken van 2 muntstukken van 2 euro, 1 muntstuk van 20 cent en een briefje van 10 euro? Of: welk bedrag kun je maken van 1 briefje van 50 euro, 3 munten van 10 cent en 1 munt van 5 cent? (Ze maken bedragen met briefjes en munten door elkaar.)
  • Je koopt een bosje bloemen van € 5,25. Hoe kun je dit op een handige manier betalen als je dit niet gepast kunt betalen? (Bijvoorbeeld met een briefje van 10 euro, een munt van 20 cent en een munt van 5 cent. Door 25 cent extra te betalen, bij te passen, krijg je niet € 10,00 – € 5,25 = € 4,75 in munten terug, maar € 10,25 – € 5,25 = € 5,00 terug. Dan krijg je dus een briefje! De kassière blij en jij blij 😉
    Let op: het bijpassen komt in sommige methodes pas in groep 7 aan bod.
  • Wat kost een pak melk ongeveer? En wat kosten een T-shirt, een televisie, een auto en een huis ongeveer? Door dit soort vragen te stellen en samen te beantwoorden, leren kinderen welke geldwaarde een artikel heeft.
  • Als iets € 3,99 kost, hoeveel moet je dan betalen? Deze prijs wordt afgerond naar € 4,00.
  • Hoeveel is 4 x € 1,95? Hier moeten kinderen een bedrag vermenigvuldigen met een heel getal.
geldzak

Geldrekenen in groep 7

De ene methode besteedt in groep 7 nog expliciet aandacht aan geldrekenen en de andere methode doet dit niet. Die verwerkt geldrekenen in de opdrachten.

Bijvoorbeeld:

Schat hoeveel je nog moet betalen als er 20% korting wordt gegeven op een fiets van € 298,00.

De prijs van een kilo kaas is € 10,95. Hoeveel betaal je voor 200 gram?

De lengte van een kamer is 4 meter en de breedte is 3 meter. De prijs van de vloerbedekking is € 19,95 per strekkende meter. De rol vloerbedekking is 4 meter breed. Hoeveel kost de vloerbedekking voor deze kamer?

De woonkamer is 40m2. Het laminaat kost € 10,00 per vierkante meter. Hoeveel kost het laminaat voor de woonkamer?

Schatten en afronden

Ook oefenen kinderen met schatten en afronden. De bedragen waarmee ze rekenen zijn groter dan in groep 6.

Bijvoorbeeld:

Je koopt een laptop van € 599,97, een tablet van € 249,55 en een printer van € 169,95. Wat kost dit bij elkaar? Rond het bedrag af op 1 decimaal.

  • Tip: als je kind zakgeld krijgt, kun je samen eens kijken hoeveel er in zijn spaarpot zit. Reken samen uit hoeveel er over een half jaar en hoeveel er over een jaar in de spaarpot zit.

Je kunt natuurlijk ook een echte spaarrekening openen bij een bank! Dat is hartstikke leuk en leerzaam. Je kind leert bijvoorbeeld wat een afschrift is en dat hij misschien wel rente krijgt.

Geldrekenen groep 8

In groep 8 komt geldrekenen niet meer expliciet aan de orde. Geld wordt gebruikt in sommen met

  • Breuken (hoeveel is ¼ x € 20 000?)
  • Verhoudingen: er wordt veel gerekend met geld in verhoudingstabellen.
    Bijvoorbeeld: bij supermarkt A kost 1 pak appelsap € 1,09. Deze week is de appelsap in de aanbieding: 3 halen, 2 betalen.
    Bij supermarkt B kost 1 pak appelsap € 0,99. Ook bij deze supermarkt is de appelsap deze week in de aanbieding: 25 % op 1 pak appelsap. Bij welke supermarkt ben je het voordeligst uit als je 3 pakken appelsap koopt?

    Tip: bekijk samen met je kind de reclamefolders van verschillende supermarkten en bereken welke aanbiedingen het beste zijn.
  • Optel- aftrek-, keer- en deelsommen: € 456,00 + € 967,00 =,  € 3052,00 – 1798,00 =, 12 x € 20,00 =, € 5000,00 : 10 =.
geldrekenen munten

Het rekenen met geld geeft kinderen houvast. Het is meer een middel dan een doel geworden.

De kinderen maken in groep 8 kennis met vreemde valuta, zoals de dollar en de yen. Ook het begrip ‘koers’ komt aan bod. Kinderen leren de waarde van buitenlandse valuta omrekenen naar euro’s en andersom.

Bijvoorbeeld:

1 Canadese dollar = € 0,64. Hoeveel euro is 250 Canadese dollars?

1 Engelse pond = € 1,28. Hoeveel Engelse ponden krijg je voor € 64,00?

  • Tip: mocht je buitenlandse valuta in huis hebben, zoek dan samen de koers op en reken uit hoeveel jullie buitenlandse geld waard is in euro’s.

Carola de Koning, BEd

Carola heeft ervaring opgedaan als bijlesjuf, kindercoach en als leerkracht in het basisonderwijs

Gerelateerde artikelen

Reacties

9 reacties op “Geldrekenen oefenen: wat leren kinderen over rekenen met geld?”
  1. Hallo Maaike,
    Ik kwam ook een spelbord tegen voor geldsommen. Ik kan het format alleen nergens vinden. Heb jij de link hiervan?

  2. Maaike, weer mijn complimenten voor de uitgebreide en goede toelichting.
    Zelf leer ik altijd aan dat een “heel eurobedrag” geschreven dient te worden met komma en een centenaanduiding. Jij laat dat hier boven bij gr.5 prima zien. (Dus: € 50,00 )
    Opvallend is echter dat je bij andere groepen hier boven de “centenaanduiding en komma” helemaal weglaat. Ik vind dat verwarrend.
    Het bedrag € 50 is m.i. niet af. Ook € 50,– (met streep) is uiteraard correct.
    Wat ik ook in mijn praktijk nog al eens tegenkom is het gebruik van een punt. Een punt reken ik altijd fout. (€ 50.00) Een punt heeft een totaal andere betekenis, zowel bij rekenen als bij taal.

    • Nog even ter aanvulling voor de lezers van dit artikel:
      In de Citotoetsen en in bijvoorbeeld de rekenmethode Pluspunt worden afgeronde geldbedragen als volgt opgeschreven: € 50,- (met streep).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *