Kolomsgewijs optellen: voorbeelden en oefenen
Kolomsgewijs optellen, heb jij er wel eens van gehoord? Het is een vorm van optellen die hoort bij het kolomsgewijs rekenen.
In dit artikel vertellen we je alles wat jij moet weten over dit onderwerp. Je leert:
Kolomsgewijs rekenen
Er zijn een heleboel verschillende manieren om berekeningen te maken. Bij één van die manieren gebruik je kolommen. Deze rekenmanier noemen we kolomsgewijs rekenen. Een andere manier is het cijferend optellen.
Bij kolomsgewijs rekenen zet je de getallen van de rekensom onder elkaar. Daarna maak je de berekening, die je altijd op dezelfde volgorde doet. Inwisselen of lenen is er bij kolomsgewijs rekenen niet bij. Je werkt met eenheden, tientallen, honderdtallen en soms met duizendtallen of zelfs tienduizendtallen.
Kolomsgewijs rekenen bestaat uit verschillende onderdelen:
Dit artikel gaat helemaal over het eerste onderdeel: het kolomsgewijs optellen.
Oefenbladen Rekenen Groep 5 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 7 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 8 (Gratis)
Hoe werkt kolomsgewijs optellen?
We laten je aan de hand van een voorbeeld zien hoe kolomsgewijs optellen werkt.
Joep en Jona willen weten hoeveel geld ze samen gespaard hebben. In de ene spaarpot zit 564 euro en in de andere zit 312 euro. Deze twee getallen ga je bij elkaar optellen op de kolomsgewijze manier.
Kolomsgewijs betekent met kolommen. In een kolom werk je altijd van boven naar beneden.
Bij kolomsgewijs rekenen hebben de kolommen een vast plekje voor getallen:
Voor onze voorbeeldsom zijn kolommen tot en met de honderdtallen genoeg. In de afbeelding hieronder zie je hoe de kolommen er dan uit komen te zien.
Nu moet je de twee getallen die je bij elkaar wilt optellen op de juiste manier in de kolommen schrijven.
Het is bij rekenen altijd heel fijn om ruitjespapier te gebruiken. Als je de getallen precies in een hokje zet, staan ze namelijk meteen netjes onder elkaar.
In de eerste rij van de honderdtallen schrijf ik de 5 van 500, bij de tientallen de 6 van 60 en bij de eenheden de 4.
Dat ziet er dan zo uit:
Recht onder deze honderdtallen, tientallen en eenheden schrijf je netjes het getal dat je bij het eerste getal gaat optellen.
De 3 van 300 bij de honderdtallen, de 1 van 10 bij de tientallen en de 2 bij de eenheden.
Zo, de getallen staan netjes onder elkaar:
Nu zet je een streep onder de getallen. Dan weet je dat dit de twee getallen zijn waar je mee gaat rekenen. Meer getallen zijn er niet.
Ook zet je het plusteken, of het erbij-teken, naast de som. Zo weet je in één oogopslag dat je deze getallen bij elkaar moet optellen.
Van boven naar beneden en van links naar rechts
Zodra je de som zo netjes hebt opgeschreven, kun je gaan beginnen met rekenen.
Let op: bij kolomsgewijs optellen begin je altijd aan de linkerkant.
Voor deze som betekent dat dat je bij de honderdtallen begint. Je rekent vervolgens van boven naar beneden.
Eens kijken, wat staat er bij de honderdtallen?
Je zie daar een 5 en een 3 staan. De 5 is 500 waard en de 3 is 300 waard.
Die ga je bij elkaar optellen: 500 plus 300 is 800. Dat getal noteer je nu onder de streep. Let erop dat je de 8 weer onder de honderdtallen zet, de eerste 0 bij de tientallen en de tweede 0 bij de eenheden.
Zo ziet ons schema er dan uit:
Vervolgens kijk je bij de tientallen. Wat staat daar?
Er staat een 6, die 60 waard is en een 1, die 10 waard is.
60 en 10 tel je bij elkaar op: 60 + 10 = 70.
De 70 schrijf je onder de 800. Je zet daarvoor de 7 bij de tientallen en de 0 bij de eenheden. Kijk, zo:
Blijf goed opletten waar je de getallen opschrijft.
Nu hoef je alleen nog de eenheden bij elkaar op te tellen.
4 + 2 = 6.
Zet de 6 nu in de kolom van de eenheden, onder de 0 van 70.
Nu heb je alle getallen uit de som bij elkaar opgeteld.
Zet een streep onder deze getallen. En zet er een plus-teken naast.
De drie uitkomsten moet je namelijk nog bij elkaar optellen om tot de volledige uitkomst te komen.
Tel nu de drie uitkomsten bij elkaar op:
- 800 + 70 = 870.
- En 870 + 6 = 876.
Het antwoord op deze som is dus 876. Dat getal schrijf je onder de streep op. Let weer goed op dat je de getallen in de juiste kolom zet!
De honderdtallen bij de honderdtallen, de tientallen bij de tientallen en de eenheden bij de eenheden.
Joep en Jona hebben samen dus 876 euro gespaard.
Nog een voorbeeld van kolomsgewijs optellen
Om er zeker van te zijn dat je goed begrijpt hoe je kolomsgewijs moet optellen, laten we het je nog een keer zien.
De som is nu 452 + 399.
Zet deze getallen weer netjes onder elkaar. Gebruik daar de ruitjes voor, zodat je zeker weet dat je niet scheef of slordig werkt. Zet ook alvast een streep en een plusteken onder de som, want je weet al dat je gaat optellen.
Weet je het nog? Bij kolomsgewijs rekenen werk je altijd van boven naar beneden en van links naar rechts.
Begin ook nu weer bij de honderdtallen, want die staan links.
400 + 300 = 700. Schrijf de 700 op. Let erop dat je de cijfers weer mooi in de hokjes plaatst.
Vervolgens kijk je in de kolom van de tientallen:
50 + 90 = 140.
Schrijf 140 op in de juiste hokjes. Schrijf de 1 van 100 bij de kolom van de honderdtallen, de 4 van 40 bij de tientallen en de 0 bij de eenheden.
Nu moet je alleen nog in de kolom van de eenheden kijken. Daar staat 2 plus 9. De som van die getallen is natuurlijk 11. Schrijf de 1 van het tiental in de kolom van de tientallen en de 1 van de eenheden in de laatste kolom, die van de eenheden.
Zo, je hebt nu alle getallen uit de som opgeteld.
Weet je nog wat de volgende stap is? Juist, je moet al deze uitkomsten nog bij elkaar optellen! Zet daarom een streep onder de antwoorden en een plusteken aan de zijkant.
- 700 plus 140 is 840.
- 840 plus 11 is 851.
Onder de streep schrijf je 851, want dat is de uitkomst van deze som.
Een optelsom met meerdere getallen
Je weet nu hoe je met kolomsgewijs rekenen twee getallen bij elkaar optelt. Je kan natuurlijk ook meerdere getallen bij elkaar optellen. Hoe je dat doet, vertellen we je nu.
4 kinderen hebben allemaal een stuk uit hun boek gelezen. Nu willen ze graag weten hoeveel bladzijden ze samen hebben gelezen.
Deze bladzijden ga je bij elkaar optellen, met behulp van de kolommen.
Gebruik opnieuw je ruitjespapier en zet bovenaan de H, T en de E neer.
Nu weet je weer precies waar je de honderdtallen, tientallen en eenheden moet invullen.
Nu vul je de vier getallen in op de juiste plek.
Eefje heeft 103, Suus 231, Kevin 194 en Achmed 268. Die zet je onder elkaar in het kolommenschema. Zet er ook meteen een streep onder en een plusteken naast.
Zo, die staan netjes onder elkaar. Nu kun je beginnen met rekenen.
Let op! Werk weer van boven naar beneden en van links naar rechts.
Dat betekent dat je ook in deze som begint bij de kolom van de honderdtallen.
- 100 + 200 = 300
- 300 + 100 = 400
- Nog eens 200 erbij geeft 600
Schrijf de 600 op onder de streep op de juiste plek: de 6 onder de H, de eerste 0 onder de T en de tweede 0 onder de E.
Je schema ziet er nu zo uit:
Nu ga je verder met de kolom van de tientallen.
- 0 + 30 = 30
- 20 + 90 = 120
- En dan nog 60 erbij geeft samen 180
Vul 180 in onder de 600.
Als laatste is de kolom van de eenheden aan de beurt.
- 3 + 1 = 4
- 4 + 4 = 8
- 8 + 8 is samen 16.
Nu weet jij wel wat je met de 16 moet doen. Juist: invullen in de kolommen! De 1 komt in de kolom van de T en de 6 in de kolom van de E. Zet er ook maar meteen een streep onder en een plusteken naast.
Kijk, zo:
Nu ga je weer rekenen. Dit keer zijn de sommen niet zo moeilijk.
- 600 + 180 = 780
- 780 + 16 = 796
Deze kinderen hebben in totaal dus 796 bladzijden gelezen. Zo hé, dat is een hoop!
Zo werkt kolomsgewijs optellen!
Als het goed is weet jij nu precies hoe kolomsgewijs optellen werkt. Zo weet je:
En weet je nog wat de belangrijkste regel is van kolomsgewijs optellen? Juist, je werkt altijd van boven naar beneden en van links naar rechts!
Om ervoor te zorgen dat jij nooit meer vergeet hoe kolomsgewijs optellen werkt, hebben we hieronder nog wat opdrachten neergezet. Daarmee kun je het rekenen zelf nog eens goed oefenen.
Heb je nog vragen over kolomsgewijs optellen? Zet ze dan in een reactie onder dit artikel. Wij helpen je dan zo snel mogelijk!
Kolomsgewijs optellen oefenen
Maak de volgende opdrachten op een kladblaadje. Gebruik altijd de kolommen. Kun jij tot de juiste uitkomsten komen? De oplossingen vind je onderaan de pagina.
Opdracht 1
Tel kolomsgewijs op. Let op: je hebt ook een kolom voor de duizendtallen nodig.
- 1. 935 + 429
- 2. 496 + 14
- 3. 6930 + 842
- 4. 631 + 570
- 5. 263 + 598
Opdracht 2
Tel kolomsgewijs op. Let op: je hebt ook een kolom voor de duizendtallen nodig.
- 1. 29 + 834 + 256
- 2. 312 + 897 + 146
- 3. 582 + 362 + 765
- 4. 293 + 825 + 254 + 356
- 5. 123 + 456 + 789 + 642
Opdracht 3
Maak de volgende sommen met behulp van kolomsgewijs optellen.
- 1. Marieke woont op Wespenveld 15. Judith woont in dezelfde straat op nummer 583. Bram woont op Wespenveld 623 en Joni woont op nummer 48.
- Marieke wil graag weten hoeveel alle huisnummers bij elkaar opgeteld waard zijn. Wat is daarop het antwoord?
- 2. Carien, Benthe, Hakim en Raf gaan samen appels plukken. Ze doen een wedstrijdje wie de meeste appels kan plukken. Dit is de uitslag:
- Raf wint met 135 appels.
- Carien wordt tweede met 128 appels.
- Hakim staat op plaats drie met 115 appels.
- Benthe sluit de rij met 97 appels.
Hoeveel appels hebben de vrienden samen geplukt?
- 3. Joy heeft 92 groene en 45 blauwe knikkers.
Margje heeft 63 blauwe en 98 rode knikkers.
De knikkers van Nienke zijn als volgt verdeeld: 13 gele, 45 groene en 43 blauwe.
Elles heeft nog maar een kleine knikkerverzameling. Ze bezit 12 blauwe en 15 paarse knikkers.
Hoeveel blauwe knikkers hebben de kinderen in totaal?
- 4. Joost heeft 38 koekjes gebakken, net als Elise. Aziz heeft er 53 gemaakt en Elvira is gestopt met bakken bij 21 koekjes.
- Hoeveel koekjes hebben de kinderen in totaal gebakken?
Antwoorden opdracht 1
- 1. 1364
- 2. 510
- 3. 7772
- 4. 1201
- 5. 861
Antwoorden opdracht 2
- 1. 1119
- 2. 1355
- 3. 1709
- 4. 1728
- 5. 2010
Antwoorden opdracht 3
- 1. 15 + 583 + 623 + 48 = 1269
- 2. 135 + 128 + 115 + 97 = 475 appels
- 3. 45 + 63 + 43 + 12 = 163 blauwe knikkers
- 4. 38 + 38 + 53 + 21 = 150 koekjes
Hoi
Ik vind jullie website superhandig!
Fijn dat jullie alles zo duidelijk uitleggen.
Ik heb echter een vraag over kolomsgewijs optellen. Vroeger moest je anders optellen en dan 1 opschrijven dus niet h/t/e onderelkaar. Wat is de reden dat dat niet meer wordt gedaan, mijn dochter vindt dat nl ook makkelijker, kan dit kwaad?
Beste Muni,
Het kolomsgewijs optellen zou de kinderen meer inzicht geven. Het cijferend optellen is voor sommige kinderen een soort trucje waarbij ze niet echt snappen wat ze doen. Toch wordt op veel scholen het cijferend rekenen weer gebruikt.
Als je dochter het cijferend rekenen makkelijker vindt en de leerkracht ermee akkoord gaat dat ze cijferend optelt, is dit prima.
Hartelijke groet,
Carola