Spelletjes groep 2: woordenschat uitbreiden met 10 spellen

In groep 2 leren kinderen enorm veel op allerlei gebied. Veel ouders vragen zich af: kan ik thuis het leerproces van mijn kind stimuleren en de woordenschat uitbreiden, zodat mijn kind een goede start in groep 3 kan maken?

Het antwoord is ja! Je kunt thuis spelletjes aanbieden die je kind zal herkennen, omdat de leerkracht vergelijkbare spelletjes en opdrachten aanbiedt. Naast dat het leuk en gezellig is om samen spelletjes te doen, legt je kind d.m.v. de spellen een (stevige) basis voor groep 3. Een grote woordenschat helpt je kind ook later bij het vak begrijpend lezen.

Ontwikkeling in groep 2

Kinderen in groep 2 ontwikkelen zich op alle ontwikkelingsgebieden en vaak in een hoog tempo. De ontwikkeling gaat niet geleidelijk. Vaak maakt een kind een ontwikkelingssprong. En als de ene ontwikkeling lijkt stil te staan, groeit je kind vaak op een ander gebied. Dit is een gegeven waar de leerkracht in groep 1 en 2 rekening mee houdt.

Toetsen houden daar echter weinig rekening mee. Een gevolg is dat een kind zeer wisselende scores kan laten zien. In veel gevallen is dat niet iets om je zorgen over te maken. Je kunt het wel in de gaten houden door de scores op de verschillende ontwikkelingsgebieden te vergelijken met eerdere scores. Als een ontwikkelingsgebied langdurig (1 jaar) geen persoonlijke groei vertoont, is het raadzaam om hierover met de leerkracht te spreken.

Kinderen verschillen onderling in hun belangstelling en mogelijkheden. Tijdens het spelen van spelletjes ga je vooral in op de belangstelling die je kind laat zien voor een bepaald spel. Deze nieuwsgierigheid gaat namelijk vaak gepaard met de ontwikkelingsfase waarin je kind zit en waarin het een groeispurt maakt of gaat maken. Herhaling vinden de meeste kinderen ook heerlijk! Ga er maar in mee en weet: door (eindeloos) herhalen komt automatisering tot stand; een belangrijk proces binnen het onderwijs.

Geen production gevonden

Waarom is woordenschat in groep 2 belangrijk?

Kinderen kunnen niet vroeg genoeg kennismaken met taal! Dit gebeurt door middel van praten, zingen, luisteren, voorlezen, spelletjes en samen kijken in bijvoorbeeld prentenboeken. Een grote woordenschat levert een positieve bijdrage aan het toekomstig reken- en leesonderwijs.

Begrijpend luisteren is de voorloper van begrijpend lezen. Op de basisschool heeft de leerkracht van groep 1 en 2 aandacht voor begrijpend luisteren. Thuis kun je dit ook stimuleren. Dat doe je door tijdens het voorlezen regelmatig vragen te stellen over zowel de tekst als over een voorspelling die je kind mag doen over het verloop van het verhaal.

Luisteren en horen zijn overigens 2 verschillende dingen. Soms kan een kind wel goed geluiden horen, maar nemen de hersenen de geluiden op een andere manier waar dan de hersenen van kinderen zonder luisterproblemen. Als er iets mis is met het gehoor, zal een kind doorverwezen worden naar een kno-arts. Als er iets mis is met het luisteren, wordt een kind doorverwezen naar een logopediste. Beide problemen kunnen van invloed zijn op de woordenschat en het toekomstig lezen.

Uitbreiden van de woordenschat in groep 2

Het is altijd goed om thuis ook met woordenschat bezig te zijn. Dat kun je op verschillende manieren doen:

  • Lees dagelijks voor of bekijk samen een prentenboek.
  • Wees je bewust van wat jouw eigen bijdrage kan zijn op het gebied woordenschatontwikkeling. Dat kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld:
    – Benoem dingen die je ziet: ‘Kijk, dat is een trein.’
    – Beschrijf dingen die je ziet: ‘De trein rijdt heel hard over een rails.’
    – Leg dingen uit: ‘De trein rijdt niet meer, omdat er geen machinist is.’
    – Praat over de toekomst: ‘Als we vakantie hebben, gaan we met de trein naar Frankrijk.’
    – Doe alsof: ‘Laten we doen alsof we met de trein naar opa gaan.’
    – Praat over gevoelens: ‘Ik vind het fijn om met de trein te reizen, omdat …’
    – Laat je kind zich verplaatsen in een ander: ‘Hoe zou die mevrouw het vinden om in de trein te zitten?’
  • Speel regelmatig een spelletje waarbij je vooral aandacht hebt voor de woordenschat van je kind. Spelletjes stimuleren vaak meerdere kennisgebieden. Zo stimuleren de onderstaande spelletjes naast woordenschat (taalontwikkeling) ook tijdsbesef, kennis van persoonsgegevens of kennis van het lichaamsschema.
Woordenschat groep 2 spelletjes

Woordenschat groep 2: 7 leerzame spelletjes voor binnen

Spelletje 1. Gevonden!

Dit spel is heel leerzaam en leuk. Kinderen leren over van alles tijdens een spannend zoekspel. Voorbeelden van vragen zijn: Kun jij iets vinden… met een patroon? Dat kleiner is dan je handpalm? Zo leert je kind allemaal nieuwe begrippen.

  1. Mirjam

    Heel leuk spel

Gevonden! – De slimste speurtocht in huis

(8 klantbeoordelingen)

14,95

Op voorraad

Selecteer het aantal


Spelletje 2. Wijs maar aan

Dit spelletje stimuleert de woordenschat van je kind met behulp van het lichaamsschema.
Eerst laat je je kind bepaalde lichaamsdelen bij zichzelf aanwijzen. Daarna wijst je kind de lichaamsdelen in een tekening aan.

Groep 1 niveau

Haar             KnieBeen
OgenBuikArm
Mond           KinTeen
OrenVoetBillen
HandWangNek
SchouderDuim 
ElleboogVinger 
RugNeus       

Groep 2 niveau (zelfde als groep 1, aangevuld met..)

WijsvingerPinkEnkel
MiddelvingerWenkbrauwWimpers
RingvingerPolsLippen
TandenTongKeel
LinkerhandRechterhand 

Je kunt het moeilijker maken door ‘linker’ en ‘rechter’ toe te voegen. Daarna kun je ‘kruisen van de lichaamsas’. Vraag bijvoorbeeld: ‘Wijs met je linkerhand je rechteroor aan.’ Op YouTube vind je veel verschillende kinderliedjes die over het lichaamsschema gaan. Leuk voor kinderen die houden van muziek en ritme! Er zijn ook veel kinderboeken over dit onderwerp.

Spelletje 3. Tegenstellingen leren

Hieronder staat een aantal belangrijke tegenstellingen waarmee je thuis gemakkelijk kunt oefenen. Oefen eerst in dagelijkse situaties. Zo laat je je kind bijvoorbeeld tijdens een maaltijd al kennismaken met veel van deze begrippen. En geloof het of niet, tijdens de (toekomstige) rekenles heeft je kind deze kennis nodig! Op school vallen deze woorden onder de noemer ‘rekenwoordenschat’.

Vol – leegAlles – nietsIn het midden
Hoog – laagMeer – minderVoor – achter
Dik – dunBoven – benedenNaast
Breed – smalEvenveelOnder – boven
Veel – weinigDe helft – halveOp – onder

Later maak je de opdracht wat moeilijker. Laat bijvoorbeeld plaatjes zien waarop de begrippen uitgebeeld zijn. Vraag je kind wat het ziet. Ook via YouTube kan je filmpjes laten zien over deze begrippen. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de zoekterm ‘tegenstellingen’.

Spelletje 4. Weet jij het antwoord?


Dit spel stimuleert woordenschat m.b.v. persoonsgebonden gegevens. Stel regelmatig vragen over persoonsgegevens, zoals die hieronder. Je breidt daarmee niet alleen de woordenschat van je kind uit; het is ook nog eens heel handig als je kind deze gegevens kent.

Groep 1/2 niveau

Hoe heet je?
Hoe heet je met je achternaam? (familienaam)
Hoe oud ben je? (hoeveel jaar ben je?)
Waar woon je? (Plaatsnaam)
Wie woont er nog meer in jouw huis?
Hoe heet jouw papa / vader?
Hoe heet jouw mama / moeder?
In welke straat woon je?
Wanneer ben je jarig?
Wanneer ben je geboren?

Spelletje 5. Het fluisterspel


Het fluisterspel stimuleert woordenschat m.b.v. begrippen en goed luisteren.
Goed kunnen luisteren en analyseren wat er gezegd wordt heeft je kind nodig wanneer het leert lezen. Verschil kunnen horen in klanken is bij leren lezen essentieel.

Fluister de volgende opdrachten:

  • Leg beide handen op je rug.
  • Zet een voet naast je stoel.
  • Steek je linkerhand omhoog.
  • Ga op je hurken zitten.
  • Til je rechtervoet op en zet hem daarna weer zachtjes neer.
  • Klap 2 keer in je handen.
  • Leg een hand op je knie.
  • Wijs met je vinger je neus aan.
  • Leg beide handen op je schouders.
  • Ga op/naast/voor/achter een stoel staan.
  • Wijs je oren aan.
  • Leg je beide handen op je schoenen/voeten.

Spelletje 6. Weet jij het?


Het spel Weet jij het? stimuleert woordenschat m.b.v. tijdsbesef.

Bij dit spelletje kun je onderstaande kalender gebruiken (o.a. te koop via bol.com). Deze kalender is geschikt voor kinderen die al enig tijdsbesef van de dagen en maanden hebben.

klok

Stel de volgende vragen:

Weet jij…

  • hoe alle dagen van de week heten? (Je kind mag ook het dagenlied zingen.)
  • welke dag het vandaag is?
  • hoe de dag morgen heet?
  • hoe de dag gisteren heette?
  • of het nu ochtend, middag of avond is?
  • op welk deel van de dag je gaat slapen? (ochtend, middag of avond)
  • op welk deel van de dag je wakker wordt? (ochtend, middag of avond)
  • hoe alle maanden van het jaar heten?
  • hoe deze maand heet?
  • in welke maand jij jarig bent?
  • het nummer (datum) van deze dag?
  • hoe het jaar heet?

Via YouTube kan je het liedje De dagen van de week laten horen (en zien). Daarbij leert je kind ook gelijk de rangtelwoorden als eerste, tweede enz.

Spelletje 7. Samen lezen uit Mijn eerste Van Dale

Mijn eerste Van Dale is een kleurrijk voorlees- en woordenboek in 1. De leuke plaatjes stimuleren je kind om actief met je mee te lezen. Je kind leert zo veel nieuwe woorden op een leuke manier. Bovendien creëren jullie met dit boek echte quality time samen!

eerste van dale
kaft eerste van Dale

Klik hier om Mijn eerste Van Dale te bekijken

3 spelletjes voor buiten

Veel kinderen vinden buiten zijn en buiten spelen fijn! Buitenspelen stimuleert hun motorische ontwikkeling en, als ze samen met andere kinderen spelen, de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen tot 7 jaar imiteren graag, dus je mag zelf meedoen met het eerste spel. 😉

Spelletje 1. Doen alsof

Geef je kind de volgende opdrachten. Doe vooral ook zelf mee!

Imiteren van dieren

  • Loop eens als een grote, dikke olifant.
  • Fladder als een jong vogeltje.
  • Kruip eens als een slang.
  • Snuffel eens als een hondje.
  • Rol eens op als een poes.
  • Loop eens als een aap.
  • Huppel als een lammetje.
  • Waggel als een eend.
  • Sluip als een panter.
  • Spring als een kikker.
  • Waggel als een pinguïn.
  • Kruip eens als een slak.

Imiteren van het karakter van dieren

Geef de volgende opdrachten:

Je bent een…

  • haan die deftig stapt.
  • klein, bang poesje.
  • sluipende tijger.
  • koe die blij door de wei draaft.
  • kraai die brutaal alle musjes wegjaagt.
  • reiger die loert naar een visje.
  • kuikentje dat lekker tegen zijn moeder aan kruipt.
  • aap die van het ene rek naar het andere rek slingert.

Imiteren van mensen

Geef de volgende opdrachten:

  • Loop eens als een oud vrouwtje met stok.
  • Hoe doet een dirigent?
  • Doe eens een politieagent na die het verkeer regelt.
  • Hoe doet een koorddanser?
  • Doe alsof je een voetballer bent.
  • Hoe doet een keeper?
  • Doe alsof je de scheidsrechter bent.
  • Doe papa na die telefoneert.
  • Praat eens alsof je de dokter bent.

Spelletje 2. Gooi de bal

Dit spel kun je met meerdere kinderen spelen. Je hebt daarbij een bal nodig. Degene die de bal heeft, stelt een vraag over bijvoorbeeld tijdsbesef of persoonsgebonden gegevens (zie eerder beschreven spelletjes). Daarna gooit hij de bal naar iemand toe en diegene beantwoordt de vraag. Nu is de beurt aan degene die de bal toegeworpen heeft gekregen.

Zomervariant: gebruik een ballon gevuld met water.

Spelletje 3. Levend vraagspel

Voor dit spel heb je een windstille dag nodig, een grasveld, een wc-rol en haringen van de tent om het wc papier vast te kunnen zetten. Zorg ook voor een grote dobbelsteen en opdrachten die je van tevoren hebt gemaakt. De opdrachten moeten groot op een half A4’tje geschreven staan.

Zet opdrachten op papier als:

  • Klap 3 x in je handen.
  • Ren 1 x rond het speelbord.
  • Geef iemand die voor je staat een hand.
  • Tel hardop van 1 tot 10.
  • Doe een olifant na  enz. enz.

Je kunt deze opdrachten visualiseren door gebruik te maken van bijvoorbeeld de gratis pictogrammen van de site: www.sclera.be. Zo zien kinderen met behulp van plaatjes wat de opdracht is.

Rol de wc-rol uit en zet hem op bepaalde punten vast met behulp van tentharingen of stenen. De lengte van het spel kun je zelf bepalen. Maak leuke bochten en laat het papier af en toe over elkaar heen gaan. Elke 2, 3 of 4 velletjes is een plaats. De dobbelsteen bepaalt hoeveel plaatsen je vooruit mag. Leg om de zoveel plaatsen een opdracht neer. Als je op die plek komt, moet je eerst de opdracht uitvoeren voordat je verder mag gaan. Wie het eerst bij de finish is, heeft gewonnen.

Bekijk ook de artikelen en video’s over:

Bekijk ook:

Spelletjes online voor groep 2

We hebben een klein aantal sites voor jou geselecteerd die online woordenschatspelletjes aanbieden. Het is kind-afhankelijk of deze aantrekkelijk genoeg zijn voor lang speelplezier.

  • De site leerspellen.nl heeft een heleboel gratis spelletjes voor kinderen in groep 2.
  • Kijk ook eens naar deze praatplaten.
    Dit zijn plaatjes waarover je samen met je kind kunt praten. Er is heel veel te zien en daardoor is er veel om over te praten. Het leuke van deze site is dat wanneer je er met de muis over zo’n praatplaat gaat, er allerlei links tevoorschijn komen. Klik je op een link, dan hoor je een liedje via YouTube of kun je een filmpje bekijken van Schooltv. met het zelfde thema als de praatplaat.
  • Ook alle afleveringen van Koekeloere zijn heel bruikbaar. Een afzonderlijke aflevering duurt (ongeveer) 15 minuten. Hoofdpersonen zijn Moffel en Piertje die de wijde wereld in gaan. Je kunt zoeken op thema. Een hele leuke manier om de woordenschat van je kind uit te breiden.
  • Kijk ook eens naar de BAK-lijst. Deze lijst geeft een overzicht van woorden die je kind ‘moet’ kennen op 4 en 5 jarige leeftijd. De Basiswoordenlijst voor Amsterdamse Kleuters (BAK) is intussen een begrip geworden en is voor alle kinderen in groep 1 en 2 te gebruiken.

Je ziet het: er zijn heel veel spelletjes die je thuis kunt doen om de woordenschat van je kind te vergroten. Ik wens je veel speelplezier!

Mirjam de Reus, BEd, Remedial Teacher

Mirjam is Remedial Teacher en volgde de PABO (Bachelor of Education)

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *