Woordenschat groep 6

Woordenschat gaat letterlijk over de betekenis van een woord weten. Dat is best een leuke uitdaging, want een woord kan meerdere betekenissen hebben. In groep 6 leert je kind ook over gezegden en uitdrukkingen, zoals ‘stinkend je best doen’. Wil je dat je kind de Cito beter maakt én zijn woordenschat uitbreidt? Je leest hier hoe je de woordenschat in groep 6 kunt oefenen!

Woordenschat oefenen in groep 6 van de basisschool

De woordenschat oefenen in groep 6 kan op verschillende manieren. Fijn, omdat je zo variatie in het oefenen van de woordenschat houdt! Voorlezen en samen lezen is al heel effectief. Zeker als je vragen stelt tijdens het lezen over de betekenis van een woord of uitspraak. Zo kan een gezegde als ‘ergens geen boodschap aan hebben’, reden zijn om hier samen een gesprek over te hebben. En laat dit gezegde nu ook nog eens mooi aansluiten bij de pre-puberteit van je kind 🙂.

Naast voorlezen is ook het laten benoemen van voorwerpen goed voor de uitbreiding van de woordenschat. Het helpt hierbij als je dit rond een thema plaatst. Gaan de geschiedenislessen in groep 6 bijvoorbeeld over jagers en verzamelaars? Dan is een uitstapje naar het museum ook een manier om de woordenschat uit te breiden. Vraag maar raak over vuurstenen, verzamelen en ‘de hond in de pot vinden’.

Daarnaast zijn er ook verschillende spelletjes waarmee je de woordenschat kunt oefenen. Spelletjes als scrabble en ‘wat hoort er niet bij’ zijn effectief om de woordenschat in groep 6 uit te breiden. Bij een spel als ‘wat hoort er niet bij’ gaat het om het ontdekken van één voorwerp of dier dat er niet bij hoort. 

Veel scholen werken met ‘Nieuwsbegrip’. Dit is een begrijpend-lezenmethode die met name informatieve leesteksten aanbiedt. Als verwerking lezen en beantwoorden kinderen vragen over de tekst. Samen de krant lezen, het jeugdjournaal kijken en educatieve programma’s kijken, kan ook bijdragen aan uitbreiding van de woordenschat.

woordenschat groep 6 uitbreiden

Download de gratis oefenbladen Begrijpend Lezen groep 6

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 6 (Gratis)

Cito woordenschat groep 6

Een grote woordenschat is helpend voor zowel het technisch lezen als begrijpend lezen. Met technisch lezen draait het om het kunnen lezen van complexe woorden. In groep 6 komen woorden als ‘traditioneel’ of ‘vindingrijk’ in de teksten van de taalmethode voor. 

In groep 6 worden vaak de volgende Cito’s afgenomen:

  • Begrijpend lezen
  • Technisch lezen
  • Rekenen
  • Spelling

Er zijn scholen die de Woordenschat-toets afnemen, maar dit geldt niet voor alle scholen. De praktijk wijst uit dat de Woordenschat-toets niet altijd een realistisch beeld geeft van hoeveel een kind weet. Om de woordenschat in groep 6 te oefenen en daarmee ook voor de Cito-toetsen, zijn de oefenpakketten erg handig. Precies op het niveau van je kind en gericht op de uitbreiding van de woordenschat en het leesniveau van een groep 6-leerling.

woordenschat technisch en begrjipend lezen groep 6

Voorbeelden van woordenschat woorden groep 6

In de loop van het schooljaar worden de woordenschatwoorden steeds complexer. Om je een idee te geven van het soort woorden en het niveau, volgen hierna voorbeelden van mogelijke woordenschatwoorden.

Start van groep 6: bloedrood, de autochtoon, fantasieloos. En als uitdrukkingen of gezegden: ‘nee heb je, ja kun je krijgen’ of ‘ergens niet intrappen’.

Midden groep 6 (rond januari van het schooljaar): de rechercheur, de afkeer, het nachtslot. En als uitdrukking: ‘iets op je kerfstok hebben’.

Aan het einde van groep 6 kunnen woordenschatwoorden als ‘het mankement’ of ‘verkwistend’ voorkomen. Als uitdrukking krijg je eind groep 6 bijvoorbeeld ‘niet veel soeps’ of ‘voor een prikkie kopen’.

Wie samen blijft lezen, spelletjes speelt en gesprekken voert over de betekenis van taal, is zo telkens bezig met de woordenschat. En het leuke is: iedereen leert ervan. Ook volwassenen. 

Ontdek ook:

Mirjam de Stigter, BEd

Mirjam heeft 13 jaar onderwijservaring in het basisonderwijs. Zo heeft ze ruim 8 jaar gewerkt in het fase onderwijs en draaide ze daar ieder half jaar fase 4/5 (2e half jaar groep 2 en 1e half jaar groep 3) of fase 5/6. ( 1e en 2e helft groep 3).

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *