Signaalwoorden en tekstverbanden: uitleg en oefenen

Bij begrijpend lezen krijg je te maken met signaalwoorden. Door signaalwoorden begrijp je een tekst sneller. In het woord ‘signaalwoord’ zit ‘signaal’. ‘Signaal’ is een ander woord voor ‘sein’ of ‘teken’. Een signaalwoord geeft jou dus een teken. Het vertelt je dat je op moet letten.

Wat zijn signaalwoorden?

Een signaalwoord vertelt je wat verschillende woordgroepen, zinnen of alinea’s met elkaar te maken hebben. Met andere woorden: een signaalwoord geeft het verband aan tussen woordgroepen, zinnen of alinea’s.

Bekijk ook de artikelen en video’s over:

Signaalwoorden oefenbladen

Download de Signaalwoorden oefenopdrachten

In de pdf staan opdrachten waarmee je jouw kennis over signaalwoorden kunt oefenen. De antwoorden van alle opdrachten staan onderaan de pagina.

Misschien heb je op school al weleens gesproken over voegwoorden. Dat zijn woorden die 2 zinnen aan elkaar plakken.

Bijvoorbeeld:

  • Kenny gaat slapen, want hij is moe.

Deze zin bestaat eigenlijk uit 2 zinnen:

  • Kenny gaat slapen.
  • Hij is moe.

Het woord ‘want’ voegt deze 2 zinnen aan elkaar. ‘Want’ is dus een voegwoord. Voegwoorden zijn ook vaak signaalwoorden. Die signaalwoorden vertellen je wat de 2 stukjes tekst met elkaar te maken hebben. In dit geval geeft het woord ‘want’ aan dat er een uitleg komt; in het tweede stukje wordt uitgelegd waarom Kenny gaat slapen.

Nog een voorbeeld:

  • Haiko was blij, omdat hij voor zijn verjaardag veel cadeautjes had gekregen.

Ook dit voorbeeld bestaat uit 2 zinnen:

  • Haiko was blij.
  • Hij had voor zijn verjaardag veel cadeautjes gekregen.

Het woord ‘omdat’ plakt deze 2 zinnen aan elkaar. ‘Omdat’ is dus een voegwoord. Ook vertelt ‘omdat’ wat de 2 zinnen met elkaar te maken hebben. Het is dus ook een signaalwoord. De reden dat Haiko blij was, is dat hij voor zijn verjaardag veel cadeautjes had gekregen. ‘Omdat’ geeft dus aan dat er een reden komt voor Haiko’s blijheid.

Wat zijn signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden

Als 2 woordgroepen, zinnen of alinea’s iets met elkaar te maken hebben, zeggen we ook wel dat er een verband tussen bestaat. Zo kan de ene zin de reden zijn voor wat er in de andere zin staat. Dat was het geval in het voorbeeld over Haiko. Ook kan er tussen de woordgroepen, zinnen of alinea’s een tegenstelling bestaan:

  • Margot houdt ontzettend van spruitjes, maar ik vind ze behoorlijk vies.

Een andere reden voor een signaalwoord is dat er een voorbeeld komt:

  • Het liefst speel ik de hele dag spelletjes, bijvoorbeeld tikkertje of verstoppertje.

Een tekstverband vind je door goed op signaalwoorden te letten. Daarom is het handig als je signaalwoorden snel herkent. Niet alleen omdat je dan deze woorden snel vindt, maar vooral omdat je dan een tekst sneller begrijpt. Dat scheelt je een hoop leestijd. We geven je nu een aantal voorbeelden van signaalwoorden die vaak worden gebruikt. Als je die uit je hoofd leert, herken je de tekstverbanden straks heel makkelijk!

Signaalwoorden bij voorbeelden

In een tekst worden heel vaak voorbeelden gegeven. Dat geldt ook voor deze tekst! Signaalwoorden die we vaak bij voorbeelden gebruiken, zijn:

Signaalwoorden bij voorbeelden

Kijk maar eens naar dit stukje tekst:
Mijn kleine zusje heeft alles van eenhoorns. Zo heeft ze een eenhoornpyjama en eenhoornsokken en -behang. Een ander mooi voorbeeld is haar nieuwe eenhoornrugtas. Die heeft ze voor haar verjaardag gekregen.

Je ziet dat je in dit stukje tekst 2 keer een seintje krijgt dat er voorbeelden op komst zijn. ‘Zo’ en ‘voorbeeld’ zijn hier signaalwoorden die een voorbeeld aankondigen.

Signaalwoorden bij opsommingen

Ook bij opsommingen gebruikt een schrijver vaak signaalwoorden. Een opsomming is een rijtje voorbeelden dat achter elkaar staat.

Signaalwoorden bij opsommingen

We geven weer wat voorbeelden.

  • Danny heeft veel goede vrienden: Bert, Jarno, Mustafa en Khalid. Ook Kian en Djoeke horen tot zijn vriendengroep. Ten slotte heeft hij nog een allerbeste vriend: Jay.

In dit voorbeeld komen heel wat signaalwoorden voor die een opsomming aangeven: ‘en’, ‘ook’ en ‘ten slotte’.

Nog een voorbeeld (herken je dit signaalwoord al?):

  • Nadine moet nog zoveel doen. Ten eerste heeft ze een enorme berg huiswerk. Ten tweede moet ze van haar moeder vandaag haar kamer opruimen. Ten derde moet ze de hond uitlaten en ten slotte gaat ze haar penvriendin in Canada een brief schrijven.

Je ziet dat de signaalwoorden in dit voorbeeld heel erg op elkaar lijken: ‘ten eerste’, ‘ten tweede’, ‘ten derde’ en ’ten slotte’. Als je in een tekst het signaalwoord ‘ten eerste’ tegenkomt, weet je dat er een opsomming komt. Bijna altijd gebruikt de schrijver dan ook ‘ten tweede’ enz. Dat is handig om te weten, omdat je dan ook snel de andere signaalwoorden kunt vinden.

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 4 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 5 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 6 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 7 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 8 (Gratis)

Signaalwoorden bij een tegenstelling

Een tegenstelling laat zien dat 2 dingen tegenovergesteld aan elkaar zijn.

Bijvoorbeeld:

  • Daisy houdt niet van kroketten, maar ze vindt frikadellen echt overheerlijk.

Je ziet dat Daisy’s mening over kroketten tegengesteld is aan haar mening over frikadellen. In dit voorbeeld is ‘maar’ gebruikt als signaalwoord om de tegenstelling aan te duiden.

Signaalwoorden bij een tegenstelling

We kijken weer naar wat voorbeelden.

  • In rekenen is Rob erg goed. Met taal heeft hij echter meer moeite. In tegenstelling tot zijn moeder; die spreekt 3 talen vloeiend.

In dit voorbeeld zitten 2 tegenstellingen. De eerste heeft te maken met de vakken die Rob makkelijk en moeilijk vindt. De tweede is de tegenstelling tussen Rob en zijn moeder. Rob vindt talen moeilijk; zijn moeder niet.

Nog een voorbeeld:

  • Dit jaar hebben we 150 aanmeldingen voor de talentenjacht, tegenover 48 vorig jaar. Ons evenement wordt steeds populairder!

Je ziet dat in dit voorbeeld ‘tegenover’ een tegenstelling aangeeft. Let op: het woord ‘tegenover’ duidt niet altijd een tegenstelling aan. Kijk eens naar dit voorbeeld:

  • De boom staat hier recht tegenover.

In deze voorbeeldzin geeft ‘tegenover’ een plaats aan. Dat heeft niets te maken met een tegenstelling. Kijk dus altijd goed naar de rest van de zin, voordat je besluit dat een woord een signaalwoord is.

Signaalwoorden bij vergelijkingen

Soms worden in een tekst dingen met elkaar vergeleken. Ook dan zie je dat vaak aan signaalwoorden.

Signaalwoorden bij vergelijkingen

Bijvoorbeeld:

  • Paarden verharen 2 keer per jaar. In de lente krijgen ze een dunnere zomervacht en in de herfst een dikke wintervacht. Hetzelfde geldt voor veel honden.

Aan het woord ‘hetzelfde’ zie je dat er een vergelijking wordt gemaakt tussen paarden en honden.

Nog een voorbeeld:

  • Eiken en beuken verliezen in de winter hun blad, evenals berken en populieren.

Ook hier zie je dat de vergelijking wordt gemaakt tussen verschillende boomsoorten. De schrijver gebruikt daarvoor het signaalwoord ‘evenals’.

Signaalwoorden bij een uitleg

Soms is het in een tekst nodig wat extra uitleg te geven bij een stukje informatie. Zonder die uitleg zou de informatie niet volledig zijn.

Kijk maar naar dit voorbeeld:

  • Kevin had niet voor niets zo hard geleerd.

Je verwacht nu eigenlijk al dat er nog verteld wordt waarom Kevin zo hard geleerd heeft. Meestal staat bij die uitleg een signaalwoord:

  • Kevin had niet voor niets zo hard geleerd. Hij wilde namelijk zijn zieke oma opvrolijken.
Signaalwoorden bij een uitleg

We geven je nog wat voorbeelden.

  • Britt eet haar bord niet leeg, want ze zit al hartstikke vol.

Het tweede stukje vertelt je waarom Britt haar bord niet leegeet. Het geeft dus een uitleg over het eerste stukje.

  • De klas vond de taaltoets erg moeilijk. Dat bleek wel uit de lage cijfers.

Hier legt de schrijver in het tweede deel uit waaraan je kon zien dat de taaltoets moeilijk was.

Signaalwoorden bij een samenvatting

Aan het einde van een tekst geeft de schrijver soms een samenvatting. In het kort vertelt hij dan waar de hele tekst over ging.

signaalwoorden samenvatting

De volgende voorbeelden zijn steeds de laatste alinea’s van een tekst.

  • Samenvattend werd Harun eerste tijdens de hardloopwedstrijd, Joost vijfde en Patrick zevende.

Boven deze zin staat waarschijnlijk een verslag van de vereniging over de hardloopwedstrijd waar de jongens aan hebben meegedaan.

Nog een voorbeeld:

  • Kortom, kom in actie als je ziet dat iemand uit je klas gepest wordt. Uiteindelijk is dat voor iedereen het beste!

En een laatste voorbeeld:

  • We hebben plezier gehad in alle achtbanen, heerlijke ijsjes gegeten en gelachen tot we erbij neervielen. Al met al was dit een zeer geslaagd schoolreisje!

Signaalwoorden bij een conclusie

Ook een conclusie is vaak aan het eind van een tekst te vinden. In een conclusie vertelt de schrijver bijvoorbeeld wat zijn besluit of oordeel is op basis van de tekst.

Signaalwoorden bij een conclusie

Ook van deze signaalwoorden geven we wat voorbeelden.

  • Dat betekent dat kinderen best zo af en toe een snoepje mogen eten. Als ze maar niet te veel zoetigheid binnenkrijgen. Leef dus gezond, maar vier zo af en toe een heerlijk zoet feestje!

Een ander voorbeeld:

  • Een puppy opvoeden is dus niet makkelijk, maar wel heel erg de moeite waard.

Soms volgt een conclusie ook op andere signaalwoorden, zoals ‘kortom’ en ‘al met al’.

Signaalwoorden oefenen

Hieronder staan opdrachten waarmee je jouw kennis over signaalwoorden kunt oefenen. De antwoorden van alle opdrachten staan op de laatste pagina van het downloadbare pdf-bestand.

Signaalwoorden oefenbladen

Download de Signaalwoorden oefenopdrachten

In de pdf staan opdrachten waarmee je jouw kennis over signaalwoorden kunt oefenen. De antwoorden van alle opdrachten staan onderaan de pagina.

FAQ

Wat is een signaalwoord?

Een signaalwoord vertelt je wat woordgroepen, zinnen of alinea’s met elkaar te maken hebben. Een signaalwoord geeft dus het verband aan tussen woordgroepen, zinnen of alinea’s.

Wat betekent ‘signaalwoord’?

Een signaalwoord is letterlijk een woord dat een signaal geeft. Een seintje dus, zodat je weet dat de alinea’s of zinnen iets met elkaar te maken hebben. Het signaalwoord dat wordt gebruikt, vertelt je welk verband er is tussen de 2 stukjes tekst.

Hoe kun je signaalwoorden herkennen?

Het is slim als je de rijtjes met signaalwoorden vaak doorneemt. Overhoor jezelf of laat je overhoren. Als je weet welke woorden signaalwoorden kunnen zijn, herken je ze ook sneller in de tekst.
Let op: een woord uit de rijtjes is niet altijd een signaalwoord. Of dat zo is, hangt ook af van de betekenis in de tekst die je leest.

Rochelle Schaepkens, BEd Master EN

Rochelle behaalde een Bachelor en Master of Education (PABO en Master Leren en Innoveren). Daarnaast heeft ze de opleidingen tot Taalexpert, Rekenexpert en Remedial Teaching gevolgd. Ze heeft 20 jaar ervaring als leerkracht en unitleider op een basisschool. Nu werkt ze als docent op de Pabo en als Content Creator voor Wijzer over de basisschool.

Gerelateerde artikelen

Reacties

Eén reactie op “Signaalwoorden en tekstverbanden: uitleg en oefenen”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *