Alles over het onbepaald voornaamwoord (incl. oefeningen!)

Weet jij wat een onbepaald voornaamwoord is? Dit zijn woorden als ‘iets’, ‘iemand’, ‘alles’ en ‘men’.

Zoals je misschien al kunt raden, is deze woordsoort onderdeel van het taalkundig ontleden. In dit artikel lees je alles over deze woordsoort, zodat je hem straks probleemloos kunt herkennen!

Wat is een onbepaald voornaamwoord?

Laten we bij het begin beginnen: wat is een onbepaald voornaamwoord precies? Om daar achter te komen, kijken we naar de naam van deze woordsoort. Die geeft ons namelijk al heel veel informatie!

Voornaamwoord

Het onbepaald voornaamwoord bestaat uit 2 woorden: ‘onbepaald’ en ‘voornaamwoord’. Het onbepaald voornaamwoord is zeker niet het enige voornaamwoord. Zo kennen we bijvoorbeeld ook:

Al die voornaamwoorden hebben iets gemeen: ze verwijzen naar mensen, dieren of dingen, zonder die te noemen.

Je weet misschien nog wel dat zelfstandige naamwoorden ook iets te maken hebben met mensen, dieren en dingen. Het grote verschil: een zelfstandig naamwoord zegt precies over wie of wat het gaat, terwijl een voornaamwoord alleen maar naar iets of iemand verwijst.

We laten het je zien. In de eerste kolom van de tabel zie je een aantal zelfstandige naamwoorden. Rechts daarvan zie je voorbeelden van voornaamwoorden die daarnaar verwijzen.

Zelfstandig naamwoordVoornaamwoord
de manhij, hem, zijn, zich
Liekezij, haar, zich
de paardenzij, hen, hun

Nogmaals, dit zijn slechts enkele voorbeelden. Er zijn natuurlijk veel meer zelfstandige naamwoorden én voornaamwoorden!

voornaamwoord

Werkbladen ontleden groep 7/8 downloaden (gratis)

‘Onbepaald’ betekent ‘vaag’

Nu we weten wat het woord ‘voornaamwoord’ inhoudt, kunnen we gaan kijken naar dit specifieke voornaamwoord: het onbepaalde voornaamwoord.

‘Onbepaald’ is het tegenovergestelde van ‘bepaald’. Als iets bepaald is, weet je precies over wie of wat het gaat. Bij een onbepaald voornaamwoord weet je dat dus niet; het blijft een beetje vaag.

En dat is precies wat deze woorden zijn: vaag. Kijk maar naar deze voorbeeldzinnen, waarin de onbepaalde voornaamwoorden zijn onderstreept:

  • Kim heeft alles opgeruimd.
  • Hier ligt nog iets op de grond.
  • Men moet niet zo zeuren!

In geen van bovenstaande zinnen weet je precies waarover het gaat.

  • Wat heeft Kim precies opgeruimd? ‘Alles’ is nog steeds erg vaag.
  • Wat ligt er nog op de grond? ‘Iets’, maar wat dat ‘iets’ is, wordt niet duidelijk.
  • Wie moet niet zo zeuren? Mensen in het algemeen, maar met ‘men’ wordt niet duidelijk over wie het precies gaat.

Onbepaald voornaamwoord in het kort

Samengevat kun je dus dit zeggen over het onbepaald voornaamwoord:

  • Het verwijst naar mensen, dieren of dingen.
  • Het is niet precies duidelijk naar wie of wat het woord verwijst. 
onbepaald voornaamwoord kenmerken

Wat zijn alle onbepaalde voornaamwoorden?

Voor het gemak zetten we hieronder alle voornaamwoorden voor je op een rij. Het zijn er best wat, maar ze hebben dus allemaal 1 ding gemeen: ze zijn nogal vaag als het om hun betekenis gaat. Wie of wat precies bedoeld wordt, is nooit helemaal duidelijk.

Dit zijn de meestvoorkomende onbepaalde voornaamwoorden:

  • alles
  • ieder(e)
  • iedereen
  • iemand
  • niemand
  • iets
  • niets
  • elk(e)
  • andere(n)
  • het

En dan zijn er nog wat woorden die soms tot de onbepaalde voornaamwoorden gerekend worden, maar meestal tot de telwoorden:

  • alle(n)
  • enkele
  • enige
  • menig
  • sommige
  • verschillende
  • verscheidene
  • genoeg
  • zat
  • voldoende
  • wat

Je zou er natuurlijk voor kunnen kiezen deze woorden allemaal uit je hoofd te leren. Als je ze dan ziet in een zin, weet je dat je met een onbepaald voornaamwoord te maken hebt.

Toch moet je altijd in je achterhoofd houden dat sommige van deze woorden ook tot een andere woordsoort kunnen behoren. Bijvoorbeeld de woorden ‘wat’ en ‘het’.

Alleen deze rijtjes uit je hoofd leren is dus niet voldoende. Gelukkig zijn er wel wat ezelsbruggetjes die je kunnen vertellen of de woorden ‘het’ en ‘wat’ onbepaalde voornaamwoorden zijn. Die ezelsbruggetjes leggen we hieronder uit.

Vuistregel onbepaald voornaamwoord ‘wat’

Het woord ‘wat’ kan een onbepaald voornaamwoord zijn, maar bijvoorbeeld ook een vragend voornaamwoord of een betrekkelijk voornaamwoord.

Hoe weet je of ‘wat’ in jouw zin een onbepaald voornaamwoord is? Dat is eigenlijk niet zo moeilijk. De enige vraag die je moet beantwoorden is deze: kan ik in deze zin ‘wat’ vervangen door ‘iets’ of door ‘een beetje’?

Als dat zo is, is ‘wat’ een onbepaald voornaamwoord. Kan dat niet, dan is ‘wat’ geen onbepaald voornaamwoord.

Je ziet dus hoe belangrijk het is dat je niet alleen naar het woord kijkt, maar ook naar de betekenis van het woord in de hele zin. Pas dan kun je de juiste woordsoort bepalen.

onbepaald voornaamwoord regel

Het onbepaald voornaamwoord ‘het’

En dan hebben we nog het woordje ‘het’. Een klein woord dat tot maar liefst 3 verschillende woordsoorten kan behoren:

  • het lidwoord
  • het persoonlijk voornaamwoord
  • het onbepaald voornaamwoord

‘Het’ is alleen een onbepaald voornaamwoord als dat woord niet echt naar iets verwijst. Bijvoorbeeld in deze zinnen:

  • Het sneeuwt.
  • Het is mistig.

In deze zinnen verwijst ‘het’ nergens naar.

Aanbieding!
  1. A.M. Dijkstra

    Blij met de duidelijke uitleg.

Ontleden Compleet – Zinsontleding en Woordsoorten Groep 7/8 oefenboek + uitleg (online)

87,00

Op voorraad

Oefenboek Ontleden – Zinsontleding Groep 7/8

Stap-voor-stap aanpak om zinsontleding als onderdeel van ontleden* goed te begrijpen en onder de knie te krijgen. Geschikt voor groep 7 en 8.

* Ontleden bestaat uit 2 onderdelen: zinsontleding en woordsoorten. Voor beide onderdelen is er een apart oefenboek. 

Online Uitleg bij Oefenboek Zinsontleding

Stap-voor-stap uitleg van Zinsontleding (redekundig ontleden) in duidelijke video’s. Eenmalige betaling voor 1 jaar toegang (geen abonnement).

Deze online uitleg hoort bij het Oefenboek Zinsontleding Groep 7/8. Bij iedere video staat aangegeven welk hoofdstuk in het oefenboek erbij hoort.

Op voorraad

Oefenboek Ontleden – Woordsoorten Groep 7/8

Stap-voor-stap aanpak om woordsoorten als onderdeel van ontleden* goed te begrijpen en onder de knie te krijgen. Geschikt voor groep 7 en 8.

* Ontleden bestaat uit 2 onderdelen: woordsoorten en zinsontleding. Voor beide onderdelen is er een apart oefenboek. 

Online Uitleg bij Oefenboek Woordsoorten

Stap-voor-stap uitleg van Woordsoorten (taalkundig ontleden) in duidelijke video’s. Eenmalige betaling voor 1 jaar toegang (geen abonnement).

Deze online uitleg hoort bij het Oefenboek Woordsoorten Groep 7/8. Bij iedere video staat aangegeven welk hoofdstuk in het oefenboek erbij hoort.

Selecteer het aantal

Kijk altijd goed of ‘het’ wel of niet ergens naar verwijst. In de volgende zinnen is ‘het’ een persoonlijk voornaamwoord, omdat het terugverwijst naar een ander woord:

  • Heb jij dat boek gelezen? Het is erg mooi.
    ‘Het’ verwijst terug naar ‘dat boek’.
  • Kun jij goed touwtje springen? Mij lukt het niet zo goed.
    ‘Het’ verwijst hier naar ‘touwtje springen’.

Ook in deze voorbeelden zie je hoe belangrijk het is goed naar de zin te kijken. Als je alleen naar het woord ‘het’ kijkt, weet je echt niet tot welke woordsoort hij behoort.

onbepaald voornaamwoord het

Het onbepaald voornaamwoord is altijd vaag

Als je íets moet onthouden over het onbepaald voornaamwoord, is het dat het eigenlijk altijd verwijst naar iets vaags. Je weet nooit precies om wie of wat het gaat.

Die kennis gaat je helpen de onbepaalde voornaamwoorden te ontdekken. En uiteraard blijven we benadrukken dat je altijd de hele zin moet bekijken voordat je woordsoorten gaat benoemen. Die extra stap helpt je in de meeste gevallen naar het juiste antwoord!

Hieronder staan nog wat oefeningen over het onbepaald voornaamwoord. Gebruik die, zodat je straks zeker weet dat je deze woordsoort goed beheerst!

Oefening 1

Haal de onbepaalde voornaamwoorden uit de volgende zinnen. In iedere zin zit 1 onbepaald voornaamwoord.

  1. Marco heeft vandaag nog niets gedaan.
  2. Na school gaat iedereen snel naar huis.
  3. Die danspasjes gaan iedere keer mis.
  4. Het regent al dagen keihard.
  5. Iets is hier niet goed gegaan.

Oefening 2

Haal de onbepaalde voornaamwoorden uit de volgende zinnen.

  1. We spelen alles of niets vandaag!
  2. Niemand heeft alles goed.
  3. Heeft iemand van jullie iets gezien?
  4. Iedereen is naar de overkant gelopen.
  5. Marja heeft snel wat gegeten.

Oefening 3

Tot welke woordsoort behoort het woordje ‘wat’ in deze zinnen?

Let op: deze oefening kun je alleen goed maken als je ook het vragend voornaamwoord en het betrekkelijk voornaamwoord goed beheerst. Is dat nog niet het geval? Sla dan deze opdracht over.

  1. Wat ben jij aan het doen?
    Wat = _________________________
  2. Mascha had de hele dag gelopen, wat ze niet erg fijn vond.
    Wat = _________________________
  3. Wat wil je eten vanavond?
    Wat = _________________________
  4. Ik heb wat lekkers voor ons gekocht.
    Wat = _________________________

Oefening 4

Tot welke woordsoort behoort het woordje ‘het’ in deze zinnen?

Let op: deze oefening kun je alleen goed maken als je ook het lidwoord en het persoonlijk voornaamwoord goed beheerst. Is dat nog niet het geval? Sla dan deze opdracht over.

  1. Het lukt wel, hoor.
    Het = __________________________
  2. Het paard staat al uren te wachten.
    Het = __________________________
  3. Heb jij het wagentje al weggezet?
    Het = __________________________
  4. We hebben buiten gespeeld. Het was gezellig!
    Het = __________________________
  5. Het sneeuwt.
    Het = __________________________

Antwoorden oefening 1

  1. Marco heeft vandaag nog niets gedaan.
  2. Na school gaat iedereen snel naar huis.
  3. Die danspasjes gaan iedere keer mis.
  4. Het regent al dagen keihard.
  5. Iets is hier niet goed gegaan.

Antwoorden oefening 2

  1. We spelen alles of niets vandaag!
  2. Niemand heeft alles goed.
  3. Heeft iemand van jullie iets gezien?
  4. Iedereen is naar de overkant gelopen.
  5. Marja heeft snel wat gegeten.

Antwoorden oefening 3

  1. vragend voornaamwoord
  2. betrekkelijk voornaamwoord
  3. vragend voornaamwoord
  4. onbepaald voornaamwoord

Antwoorden oefening 4

1. onbepaald voornaamwoord
2. lidwoord
3. lidwoord
4. betrekkelijk voornaamwoord
5. onbepaald voornaamwoord

Ook interessant:


Judith Kimenai, BEd

Judith was jarenlang docente Nederlands en (tweetalig) biologie binnen het voortgezet onderwijs. Tijdens haar onderwijscarrière was ze naast docente ook een bevlogen brugklasmentor en intern begeleider. Tegenwoordig is Judith freelance tekstschrijfster en richt ze zich voornamelijk op de educatieve sector.

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *