Alles over het zelfstandig naamwoord en lidwoord
Weet jij al wat zelfstandige naamwoorden en lidwoorden zijn? Deze woordsoorten komen in de Nederlandse taal heel veel voor. Het is dan wel zo handig als je ze ook kunt herkennen wanneer je zinnen gaat ontleden!
Als je dit artikel gelezen hebt…
- weet je wat de kenmerken van zelfstandige naamwoorden zijn;
- weet je wat lidwoorden zijn;
- en weet je wat het verschil is tussen een bepaald en een onbepaald lidwoord.
Bekijk ook deze video voor een complete uitleg over het zelfstandig naamwoord en lidwoord:
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Laten we beginnen met de zelfstandige naamwoorden. Simpel gezegd is een zelfstandig naamwoord een woord dat mensen, dieren of dingen aanduidt.
Enkele voorbeelden:
- Opa is een zelfstandig naamwoord, want dat is een mens.
- Paard is ook een zelfstandig naamwoord, want dat is een dier.
- Ook kast is een zelfstandig naamwoord, want dat is een ding.
De voorbeelden die we net gaven, kun je allemaal aanraken. Dat lukt niet met alle zelfstandige naamwoorden.
Tijdsaanduidingen zijn voorbeelden van zelfstandige naamwoorden die je niet aan kunt raken. De woorden ‘dag’ en ‘week’ zijn bijvoorbeeld ook zelfstandige naamwoorden.
Maar ook gevoelens als ‘liefde’ en ‘vriendschap’ horen bij deze groep, net als namen. Die worden ook wel ‘eigennamen’ genoemd. Denk maar aan:
- Peter
- Molenplein
- Amsterdam
- Rijn
En let op… dit zijn allemaal namen, dus je schrijft ze met hoofdletters!
Hoe vind je een zelfstandig naamwoord?
Soms weet je meteen dat je te maken hebt met een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld als het om een dier of ding gaat. Maar wat doe je als je het niet zeker weet? Dan is het handig als je weet wat de kenmerken zijn van een zelfstandig naamwoord. We nemen ze even met je door.
Enkelvoud en meervoud
Ten eerste kan een zelfstandig naamwoord meestal in het enkelvoud én in het meervoud staan. Van ‘paard’ kun je bijvoorbeeld ‘paarden’ maken.
Maar let op: je kunt niet van ieder zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud maken. Het woord ‘hersenen’ bestaat alleen in het meervoud. En wat dacht je van het woord ‘aarde’? Daar kun je juist geen meervoud van maken.
Verkleinen
Ten tweede kun je zelfstandige naamwoorden meestal verkleinen.
- Van ‘paard’ maak je ‘paardje’.
- En ‘week’ wordt ‘weekje’.
Lidwoord ervoor
Ten slotte kun je voor een zelfstandig naamwoord bijna altijd een lidwoord zetten. Lidwoorden zijn ‘de’, ‘het’ en ‘een’. Daar vertellen we je verderop in dit artikel meer over.
Voorbeelden zelfstandige naamwoorden herkennen
Met deze 3 kenmerken kun je ieder zelfstandig naamwoord herkennen.
We geven wat voorbeelden.
- Is het woord boom een zelfstandig naamwoord?
- Van het woord ‘boom’ kun je meervoud maken. Dan krijg je ‘bomen’.
- Je kunt het woord ook verkleinen. Dan wordt de boom een boompje.
- Vóór ‘boom’ kun je het lidwoord ‘de’ zetten; dan krijg je ‘de boom’.
‘Boom’ is dus een zelfstandig naamwoord.
- Is het woord voorbeeld ook een zelfstandig naamwoord?
- Kun je er meervoud van maken? Jazeker! Dan krijg je ‘voorbeelden’.
- Kun je er een verkleinwoord van maken? Ja, dat kan ook! Dan wordt het ‘voorbeeldje’.
- En er hoort ook een lidwoord bij; dan krijg je ‘het voorbeeld’.
‘Voorbeeld’ is dus ook een zelfstandig naamwoord.
Wat is een lidwoord?
Nu je weet wat een zelfstandig naamwoord is, leggen we je ook nog even wat meer uit over het lidwoord.
Er zijn 3 lidwoorden: ‘de’, ‘het’ en ‘een’.
Lidwoorden horen bij een zelfstandig naamwoord:
- de fietsen
- het schaap
- een handtas
Niet voor ieder zelfstandig naamwoord staat een lidwoord. Kijk maar:
- Het schaap is mooi.
In deze zin staat wél een lidwoord voor het zelfstandig naamwoord ‘schaap’, namelijk het woordje ‘het’. Maar het kan ook zo:
- Schapen zijn mooi.
Zie je dat? Hier staat geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord ‘schapen’.
Maar je kúnt er wel een lidwoord voor zetten. Dan krijg je:
- De schapen zijn mooi.
Wist je trouwens dat er 2 soorten lidwoorden zijn? Dat zijn de bepaalde en de onbepaalde lidwoorden.
Werkbladen ontleden groep 7/8 downloaden (gratis)
Bepaald lidwoord
De woorden ‘de’ en ‘het’ zijn bepaalde lidwoorden.
Als je het bijvoorbeeld hebt over ‘de stoel’ of ‘het paard’, dan gaat het om een stoel of een paard waar je het al eerder over gehad hebt. Het is een bepaald paard of een bepaalde stoel.
Daarom heten deze lidwoorden ‘bepaalde lidwoorden’.
Onbepaald lidwoord
Het woordje ‘een’ is een onbepaald lidwoord. Als het over ‘een’ paard gaat, heb je het over een paard in het algemeen. Het is nog niet duidelijk over welk paard het gaat.
Let op, want ‘een’ is niet hetzelfde als ‘één’.
‘Een paard’ is bijvoorbeeld iets anders dan ‘één paard’. ‘Eén’ geeft aan om hoeveel paarden het gaat, namelijk om 1 paard.
Meestal staan er van die schuine streepjes op de e om aan te geven dat het om 1 gaat. Zonder streepjes bedoelen we meestal ‘un’.
‘De’ of ‘het’?
Soms vraag je je misschien af of je ‘de’ of ‘het’ voor een zelfstandig naamwoord moet zetten. Is het bijvoorbeeld ‘de paard’ of ‘het paard’?
Vooral als Nederlands niet je eerste taal is, kom je dit probleem wel eens tegen.
Of je ‘de’ of ‘het’ moet gebruiken, hangt ervan af of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.
Je weet echt niet altijd uit je hoofd welke woorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn. En dat hoeft gelukkig ook helemaal niet, want het woordenboek weet dat wel!
Wanneer je twijfelt, zoek je gewoon het zelfstandig naamwoord op in het woordenboek. Kijk of er een ‘m’, een ‘v’ of een ‘o’ achter staat.
- Als een woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is, betekent dat dat je ‘de’ moet gebruiken.
- Is een woord onzijdig (o), dan gebruik je het lidwoord ‘het’!
Ontleden Compleet – Zinsontleding en Woordsoorten Groep 7/8 oefenboek + uitleg (online)
Oorspronkelijke prijs was: 114,00.87,00Huidige prijs is: 87,00.
Zelfstandig naamwoord en lidwoord oefenen
Zullen we eens kijken of jij nu de zelfstandige naamwoorden en de bepaalde en onbepaalde lidwoorden herkent?
We geven je 2 oefenzinnen. Kijk eens of je de lidwoorden en de zelfstandige naamwoorden in die zinnen kunt vinden.
De eerste zin:
- De boer aait de varkens.
We beginnen met de lidwoorden. Staan in deze zin de woorden ‘de’, ‘het’ of ‘een’? Jazeker! We zien het woordje ‘de’ zelfs 2 keer!
Dit zijn allebei bepaalde lidwoorden.
Nu de zelfstandige naamwoorden. Welke woorden zijn mensen, dieren of dingen? En waar kun je een lidwoord voor zetten?
Het is nu handig dat je de lidwoorden al gevonden hebt. Vlak achter die lidwoorden staan namelijk zelfstandige naamwoorden. Niet altijd direct erachter, want soms staat op die plek een bijvoeglijk naamwoord. Maar de zelfstandige naamwoorden zijn altijd in de buurt.
Achter de lidwoorden in deze zin staat 2 keer een zelfstandig naamwoord: ‘boer’ en ‘varkens’.
We doen nog een zin. Doe je weer mee?
- Ayla zit in een leuke klas.
Eerst kijken we weer naar de lidwoorden. Zijn die er? Jazeker! We zien 1 keer het woordje ‘een’. Dat is een onbepaald lidwoord. Andere lidwoorden zijn er niet.
Nu zoeken we de zelfstandige naamwoorden. Allereerst staat het woordje ‘klas’ in de zin. Daar kun je meervoud van maken. Dan wordt het ‘klassen’. En je kunt het verkleinen! Dan wordt het ‘klasje’. Nu is het duidelijk: ‘klas’ is een zelfstandig naamwoord.
En ‘leuke’? Daar staat namelijk een lidwoord voor. Kun je van ‘leuke’ een verkleinwoord maken? Nee, dat kan niet. En je kunt er ook geen meervoud van maken. ‘Leuke’ is dus géén zelfstandig naamwoord.
Maar wacht eens… we zijn er eentje vergeten! Helemaal aan het begin van de zin staat ook nog een zelfstandig naamwoord, namelijk ‘Ayla’!
Ayla is een naam en namen zijn ook zelfstandige naamwoorden.
Had jij deze wel gevonden?
Zelfstandig naamwoord en lidwoord samengevat
In dit artikel heb je het volgende geleerd:
Je weet nu wat de kenmerken zijn van zelfstandige naamwoorden:
- Ze hebben meestal een meervouds- en enkelvoudsvorm.
- Je kunt ze meestal verkleinen.
- Je kunt er een lidwoord (de, het of een) voor zetten.
• Je weet dat ‘de’, ‘het’ en ‘een’ lidwoorden zijn.
• En je weet dat ‘de’ en ‘het’ bepaalde lidwoorden zijn, terwijl ‘een’ een onbepaald lidwoord is.
Het zal voor jou nu geen probleem meer zijn om zelfstandige naamwoorden en lidwoorden te herkennen. Veel succes met oefenen!
Meer oefenen met het ontleden van zinnen? Lees dan ook:
- Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
- Bijwoord: uitleg en oefeningen
- Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
- Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
- Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
- Alles over het onbepaald voornaamwoord
- Alles over het aanwijzend voornaamwoord
- Samengestelde woorden spellen: uitleg en oefenen
- Naamwoordelijk deel van het gezegde: hoe zit dat?
- Wat is een infinitief?
- Wat is een onvoltooid deelwoord?
- Verwijswoorden uitleg
- Wat is een werkwoordelijk gezegde?
- Wat is de gebiedende wijs?
- Alle spellingsregels op een rij (basisschool groep 3 t/m 8)
A.M. Dijkstra –
Blij met de duidelijke uitleg.