Bijwoordelijke bepaling: alles wat je erover moet weten
De bijwoordelijke bepaling is een onderdeel van het redekundig ontleden; de zinsontleding dus. In dit artikel vertellen we je wat de bijwoordelijke bepaling is en hoe je hem kunt vinden. Wel zo handig als je met ontleden aan de slag gaat.
Wat is een bijwoordelijke bepaling?
Een bijwoordelijke bepaling geeft meestal aan waar of wanneer iets gebeurt. Of welke richting iemand op gaat. Bijvoorbeeld in deze zinnen:
- Morgen haalt Jackie een voldoende.
‘Morgen’ vertelt ons wanneer Jackie een voldoende haalt. Daarom is dit zinsdeel een bijwoordelijke bepaling.
- De jas hangt aan de kapstok.
’Aan de kapstok’ vertelt waar de jas hangt. Ook ‘aan de kapstok’ is een bijwoordelijke bepaling.
En nog een zin:
- Pieter fietst naar school.
‘Naar school’ vertelt je hier welke richting Pieter op fietst. Ook dit is dus een bijwoordelijke bepaling!
Bijwoordelijke bepalingen kunnen nog andere dingen aangeven dan een plaats, een tijd of een richting. Hij kan bijvoorbeeld ook vertellen hoe vaak iets voorkomt:
- Mex doet vaak dingen die niet mogen.
Of waardoor iets gebeurt:
- Door de harde wind viel de boom om.
Of waarmee iemand iets doet:
- Jill schrijft de antwoorden op met een potlood.
Op de basisschool is het nog genoeg dat je de eerste 3 dingen weet (waar, wanneer, waarheen). En dat je weet dat een bijwoordelijke bepaling nooit antwoord geeft op een wie- of wat-vraag.
Weglaten
Als je de zinnen hierboven goed bekijkt, zie je dat je een bijwoordelijke bepaling gemakkelijk weg kunt laten. Je hoeft hooguit de volgorde van de overgebleven zinsdelen wat aan te passen om weer een goed lopende, Nederlandse zin te krijgen:
- Morgen haalt Jackie een voldoende. → Jackie haalt een voldoende.
- De jas hangt aan de kapstok. → De jas hangt.
- Pieter fietst naar school. → Pieter fietst.
Zie je dat? Je kunt de bijwoordelijke bepalingen stuk voor stuk weghalen. Dat komt omdat zo’n bijwoordelijke bepaling extra informatie geeft. Je hoeft die informatie niet te hebben om de zin toch te begrijpen.
Bijwoordelijke bepaling vinden
Een bijwoordelijke bepaling vinden is niet zo moeilijk. Ten eerste omdat dit zinsdeel vrij makkelijk is te herkennen. Het geeft namelijk duidelijk antwoord op de vragen:
- Waar?
- Wanneer?
- Waarheen?
Kijk maar naar deze zinnen:
- De groenteboer kocht zijn fruit op de veiling.
Waar kocht de groenteboer zijn fruit? Op de veiling.
- Gisteren ging Daisy fietsen.
Wanneer ging Daisy fietsen? Gisteren.
- Brent rende naar zijn beste vriend.
Waar rende Brent naartoe? Naar zijn beste vriend.
Een ander voordeel is dat je de bijwoordelijke bepaling altijd als laatste zinsdeel zoekt. Dat betekent dat je alle zinsdelen al een naam hebt gegeven, op de bijwoordelijke bepalingen na! Het deel dat nog over is, móet dan wel een bijwoordelijke bepaling zijn.
Weet jij nog wat alle onderdelen van redekundig ontleden zijn? En op welke volgorde je ze moet zoeken?
We geven je voor de zekerheid nog even een spiekbriefje, waarmee je kunt oefenen:
- Persoonsvorm
- Zinsdelen
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
Zie je dat? Als je nog zinsdelen over hebt nadat je het meewerkend voorwerp hebt gevonden, weet je zeker dat die zinsdelen bijwoordelijke bepalingen moeten zijn.
Overigens maakt het niet uit hoeveel zinsdelen je nog over hebt. In sommige zinnen zitten geen bijwoordelijke bepalingen. In andere zit er 1 en weer andere zinnen hebben er wel 2 of 3! Dat zie je bijvoorbeeld in deze zin:
Hij zet nu deze plant op het bureau.
- ‘Nu’ geeft een tijdstip aan; het vertelt me wanneer hij de plant neerzet.
- ‘Op het bureau’ vertelt me waar hij dat doet.
In deze zin zitten dus 2 bijwoordelijke bepalingen!
De bijwoordelijke bepaling vinden in het kort
Onthoud dus vooral dat je goed moet zoeken naar zinsdelen die antwoord geven op vragen als:
- Waar?
- Wanneer?
- Waarheen?
En dat je gerust alle zinsdelen die je over hebt nadat je het meewerkend voorwerp hebt gevonden, mag aangeven als bijwoordelijke bepalingen.
Hoe geef je een bijwoordelijke bepaling aan?
Als je een bijwoordelijke bepaling gevonden hebt, moet je natuurlijk weten hoe je aan moet geven dat het inderdaad om dit zinsdeel gaat. Maar hoe doe je dat dan?
Die vraag is nog niet zo makkelijk te beantwoorden. Het ligt er namelijk maar net aan met welke tekens jouw school werkt. Sommige scholen gebruiken een horizontale streep met 2 haaientandjes aan de uiteinden:
Maar op andere plekken krijgt een bijwoordelijke bepaling juist een bepaalde kleur:
- Raisa wil nu gaan hardlopen.
Welk teken of welke kleur jij moet gebruiken, hangt dus helemaal van jouw school af. Vraag je leerkracht daarom gerust wat jij moet doen om aan te geven welke zinsdelen bijwoordelijke bepalingen zijn.
Werkbladen ontleden groep 7/8 downloaden (gratis)
Bijwoordelijke bepaling en bijwoord
Je vraagt je misschien af wat een bijwoordelijke bepaling met een bijwoord te maken heeft. In de naam ‘bijwoordelijke bepaling’ zit immers het woord ‘bijwoord’. Deze 2 zullen dus wel wat met elkaar te maken hebben.
Nou, dat klopt ook, want als een bijwoordelijke bepaling uit 1 woord bestaat, dan is dat woord altijd een bijwoord.
Voorbeelden daarvan zijn ‘morgen’, ‘nu’, ‘hier’ of ‘daar’!
Bijwoordelijke bepaling voorbeeld
In de tekst hierboven staan al heel wat voorbeelden van bijwoordelijke bepalingen. Toch geven we je er graag nog een aantal, zodat je zo’n bijwoordelijke bepaling straks nóg beter herkent.
We hebben de voorbeelden netjes voor je geordend in 3 categorieën: waar, wanneer en waarheen. Daarnaast geven we nog een aantal zinnen waarin meer dan 1 bijwoordelijke bepaling staat.
In iedere zin zijn de bijwoordelijke bepalingen onderstreept.
1. Bijwoordelijke bepaling van tijd (wanneer?)
Hier vind je een aantal voorbeelden van bijwoordelijke bepalingen van tijd. Ze geven antwoord op de vraag wanneer iets gebeurt.
- Nadia liep vorig jaar de marathon.
- Ik wil nu droge kleren!
- Morgen moet Julian examen doen.
- Joyce zag Mel een uur geleden lopen.
- Opa en oma vieren volgende week een groot feest.
2. Bijwoordelijke bepaling van plaats (waar?)
Dit zijn voorbeelden van bijwoordelijke bepalingen van plaats. Ze geven antwoord op de vraag waar iets gebeurt.
- Op de savanne liep een kudde olifanten.
- De melk staat in de koelkast.
- Daar wil ik wel zijn!
- Dylan zit naast Tom.
- De sleutels liggen in het kastje.
3. Bijwoordelijke bepaling van richting (waarheen?)
En dan heb je nog de bijwoordelijke bepalingen die een richting aangeven. Ze vertellen je waar iemand heen gaat.
- De slak kroop naar een groen blaadje.
- Otis skeelert naar school.
- Loop je richting het park?
- Ik zag hem daarheen gaan!
- De kapotte auto moet naar de garage.
4. Zinnen met meerdere bijwoordelijke bepalingen
Ten slotte zijn er nog de zinnen die meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten. Dat kunnen er 2 zijn, maar ook 3 of zelfs meer! Onthoud ook dat niet iedere zin een bijwoordelijke bepaling heeft. Soms vind je er geen.
Dit zijn wat voorbeelden van zinnen met meer dan 1 bijwoordelijke bepaling:
Ontleden Compleet – Zinsontleding en Woordsoorten Groep 7/8 oefenboek + uitleg (online)
Oorspronkelijke prijs was: 114,00.87,00Huidige prijs is: 87,00.
Bijwoordelijke bepaling oefenen
En nu is het tijd om zelf met de bijwoordelijke bepaling te oefenen! Hieronder staan wat oefeningen. De antwoorden staan onderaan deze pagina.
Heb je vragen? Laat ze gerust achter in een reactie. We beantwoorden ze graag.
Veel succes met oefenen!
Opdracht 1
Welke soort bijwoordelijke bepaling heeft deze zin? Kies uit plaats, tijd of richting.
- Henry en Chantelle vertrekken volgende week.
volgende week = bijwoordelijke bepaling van _______________ - Wanneer komen ze terug?
Wanneer = bijwoordelijke bepaling van _______________ - Ga jij naar de voetbalclub?
naar de voetbalclub = bijwoordelijke bepaling van ____________ - Brigit zit in de zon.
in de zon = bijwoordelijke bepaling van _______________ - Morgen gaan we naar de bakker.
a. Morgen = bijwoordelijke bepaling van _______________
b. naar de bakker = bijwoordelijke bepaling van _______________
Opdracht 2
Zoek de bijwoordelijke bepalingen. In iedere zin zit er 1. Geef ook aan wat voor soort bijwoordelijke bepaling het is.
- Op het aanrecht ligt een pakje kipfilet.
Bijwoordelijke bepaling = _________________________ - Gisteren was ik ziek.
Bijwoordelijke bepaling = _________________________ - De alpaca’s lopen richting het hooi.
Bijwoordelijke bepaling = _________________________ - Waar is de gieter?
Bijwoordelijke bepaling = _________________________ - De bloemen bloeien in de lente.
Bijwoordelijke bepaling = _________________________
Opdracht 3
Zoek de bijwoordelijke bepalingen. Let op: niet in iedere zin zit een bijwoordelijke bepaling! En soms zitten er meerdere in 1 zin.
- Morgen moet Heidi naar de dokter.
Bijwoordelijke bepaling(en) = _________________________ - Waar wordt volgend jaar dat evenement gehouden?
Bijwoordelijke bepaling(en) = _________________________ - Benthe stuurde Jesley een mailtje.
Bijwoordelijke bepaling(en) = _________________________ - Dat ongeluk gebeurde gisterenavond.
Bijwoordelijke bepaling(en) = _________________________ - In de la lagen vorige week oude tijdschriften.
Bijwoordelijke bepaling(en) = _________________________
Antwoorden opdracht 1
- Volgende week = tijd
- Wanneer = tijd
- naar de voetbalclub = richting
- in de zon = plaats
- a. Morgen = tijd
b. naar de bakker = richting
Antwoorden opdracht 2
- Op het aanrecht → plaats
- Gisteren → tijd
- richting het hooi → richting
- Waar → plaats
- in de lente → tijd
Antwoorden opdracht 3
- Morgen (tijd) – naar de dokter (richting)
- Waar (plaats) – volgend jaar (tijd)
- –
- gisterenavond (tijd)
- In de la (plaats) – vorige week (tijd)
Ook interessant:
- Wat is een voltooid deelwoord?
- Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: uitleg en oefenen
- Wat is een onvoltooid deelwoord?
- Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
- Taalkundig ontleden
- Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
- Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
- Alles over het wederkerig en wederkerend voornaamwoord
- Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
-
Ontleden Compleet – Zinsontleding en Woordsoorten Groep 7/8 oefenboek + uitleg (online)
Oorspronkelijke prijs was: 114,00.87,00Huidige prijs is: 87,00. Aanbieding! Voeg toe -
Oefenboek Spelling Groep 3 – 1e helft schooljaar
Oorspronkelijke prijs was: 29,95.24,95Huidige prijs is: 24,95. Aanbieding! Voeg toe -
Oefenboek Spelling Groep 4 – 1e helft schooljaar
Oorspronkelijke prijs was: 29,95.24,95Huidige prijs is: 24,95. Aanbieding! Voeg toe
A.M. Dijkstra –
Blij met de duidelijke uitleg.