Woordenschat van je kind vergroten, hoe doe je dat?

Woordenschat is op het schoolrapport een van de onderdelen onder het kopje taal. Als je kind achterblijft op woordenschat, zal het vaak ook achterblijven met het onderdeel begrijpend lezen.

Als je onvoldoende begrijpt wat je leest, heeft dat gevolgen voor alle andere schoolvakken. Hieruit blijkt dat woordenschat heel erg belangrijk is! Het goede nieuws is dat jij als ouder heel veel kunt bijdragen aan het ontwikkelen van een goede woordenschat, misschien zelfs wel meer dan de school! In dit artikel lees je waarom dat zo is, en hoe je zelf de woordenschat van je kind kan verbeteren. Bekijk eerste de video:

Bekijk ook de volgende spelletjes om de woordenschat van je kind te vergroten:

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 4 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 5 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 6 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 7 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 8 (Gratis)

Woordenschatontwikkeling

Tussen de 6 en 9 maanden begint de woordenschat zich te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van 10 maanden tot 20 woorden begrijpen en kinderen van 13 maanden gemiddeld 50 woorden. Daarna gaat het hard: een maand later kennen ze gemiddeld 100 woorden en kinderen van 2,5 jaar kennen zo’n 600 woorden. Dit gaat allemaal om de passieve woordenschat, dat betekent woorden die kinderen wel begrijpen ook al gebruiken ze de woorden zelf nog niet.

Woordenschat groep 1 en 2

In groep 1 kent je kind zo’n 4000 woorden en in groep 2 bijna het dubbele. In groep 8 hoort je kind zo’n 24.000 woorden te kennen. Deze woorden leert je kind natuurlijk niet door lange lijsten met woorden te leren, zoals je een andere taal aanleert. De woorden van de moedertaal worden voor een groot deel buiten school geleerd.

In het leven van alledag hebben de woorden gelijk een context, waardoor ze beter onthouden worden. Het maakt verschil of je kind bijvoorbeeld het woord pollepel leert door ermee in een pan te roeren, of door erover te lezen in een taalboek. Daar zit het volgende probleem ook voor het woordenschatonderwijs op school. Een kind dat bijvoorbeeld opgroeit op een boerderij leert andere woorden dan een kind dat opgroeit in de stad.

Groeit je kind op in een muzikaal gezin dan leert het weer andere woorden dan een kind met natuurliefhebbers en ga zo maar door. Dat maakt het lastig om op school voor iedereen zinnig woordenschatonderwijs te geven. Gelukkig worden er steeds meer online programma’s ontwikkeld die eerst op zoek gaan naar de woorden die je kind niet kent, om die vervolgens aan te bieden op verschillende manieren. Maar ook thuis kun je veel doen om de woordenschat van je kind te vergroten. Met dit spel kun je de kennis van begrippen op een hele leuke manier vergroten:

  1. Carola

    Heel leuk spel! Op verschillende manieren te gebruiken, in de auto, in huis, buiten. Mijn dochters (9 en 11 jaar) zijn erg enthousiast.

Gevonden! – De slimste speurtocht in huis

(9 klantbeoordelingen)

14,95

Op voorraad

Selecteer het aantal

Bekijk ook:

Cito-toets woordenschat

Er is veel discussie over de Cito-toetsen voor het vak woordenschat, onder andere wegens het bovenstaande argument. Kinderen groeien op in verschillende omgevingen. Een kind uit Rotterdam zal meer woorden kennen die met de haven te maken hebben dan een kind uit Maastricht. Landelijke toetsen geven dan niet zoveel informatie.

Er is ook een limiet aan de woorden die kinderen op school in een taalmethode kunnen leren. Als je bedenkt dat een kind aan het eind van groep 8 zo’n 24000 woorden moet kennen, wordt duidelijk dat je dat niet alleen op school kan leren. Er zijn deskundigen die daarom van mening zijn dat de woordenschattoets niet meet wat er op school is geleerd, maar wat er in het leven van alledag aan woorden wordt opgepikt.

Hoe rijker jij dus de omgeving van je kind maakt, hoe groter de woordenschat wordt. Deze tips kunnen je hierbij helpen.

Groep 3 en 4: blijf voorlezen

In de boeken die kinderen in de onderbouw lezen, zullen nog niet zoveel onbekende woorden voorkomen. In deze fase is het dus belangrijk om ook te blijven voorlezen uit de wat moeilijkere boeken. Daarbij kun je zelf navragen of je kind de moeilijkere woorden begrepen heeft. Maar het is leuker en zinvoller als je een bepaald signaal afspreekt als er een woord voorkomt dat je kind niet kent, bijvoorbeeld in de handen klappen, met een belletje rinkelen of iets dergelijks. Je kunt dit nog uitdagender maken door er af en toe een fantasiewoord doorheen te gooien of een woord in een andere taal te zeggen. Heeft je kind dit in de gaten (hoort het dus een woord dat het niet kent) dan krijgt het een punt. Zo niet, dan is het een punt voor jou. Op deze manier leer je je kind om zichzelf te monitoren: begrijp ik wel wat ik lees, ken ik alle woorden wel? Vooral jonge kinderen vinden het leuk als je een boek vaker voorleest. Ontdek nog meer tips om voorlezen leuk te maken in ons artikel: Maak lezen leuk met interactief voorlezen

Dit is ook goed voor de ontwikkeling van de woordenschat. Kinderen leren van herhaling. Benoem bij jonge kinderen alles wat je tegenkomt. Hoe specifieker, hoe beter. Een eik in plaats van een boom, en als je oversteekt doe je dat op een zebrapad en steek je eerst het fietspad over, dan de rijbaan, en dan ben je aan de overkant.

Woordenschat groep 5 en 6

Ook als je kind al zelf veel boeken kan lezen, blijft het belangrijk om voor te lezen. Kinderen hebben de neiging om te kiezen voor boeken die makkelijk te lezen zijn, en die dicht bij hun eigen belevingswereld staan. Het voetballertje kiest voor boeken over voetballen, en het paardenmeisje voor boeken die zich op de manege afspelen. Dat is prima om een heleboel redenen, maar veel nieuwe woorden zullen ze hier niet uit leren. Als je voorleest, kun je kiezen voor boeken die in een ander land of een andere tijd spelen, waarbij misschien meer uitleg nodig is en waarvoor je kind iets meer zijn best moet doen.

Koop een mooi schrift en schrijf er de nieuwe woorden in met uitleg. Zoek afbeeldingen op Google en plak ze erbij. Varieer zelf met woorden. Noem de stoel eens een fauteuil, en de stoep een trottoir. Ook hier kun je een spelletje van maken: bij de barones op visite. Hoe deftiger de woorden, hoe beter.

Pas je taalgebruik sowieso niet teveel aan je kind aan. Je kind moet nog wel begrijpen wat je zegt, maar een beetje moeite mag het er wel voor doen. Als je kind gewoon voor zijn plezier een boek leest, zal het eerder geneigd zijn om onbekende woorden gewoon over te slaan, zolang het verhaal maar begrepen wordt. Als je je kind leert om moeilijke woorden niet over te slaan, maar gelijk op te zoeken of te vragen, snijdt het mes aan 2 kanten: je kind leest een leuk boek, en leert tegelijkertijd nieuwe woorden. Een aanrader om online een woord op te zoeken is het woordenboek van Muiswerk.

Bekijk hier de uitlegpagina’s voor het oefenen van woordenschat voor groep 5 en 6

Groep 7 en 8: denk aan songteksten

Oudere kinderen vinden het misschien niet leuk om een boek vaker te lezen, maar sommige vinden het wel leuk om versjes en gedichten vaker te lezen. Of bijvoorbeeld song- of rapteksten van hun favoriete artiest. Uit onderzoek blijkt dat nieuwe woorden blijven pas hangen als je ze 7 keer voorbij hebt zien komen. Laat ze woorden die ze niet kennen opzoeken via Google of in het online woordenboek van Muiswerk. Een woord blijft beter hangen als ze er een plaatje bijzoeken op Google afbeeldingen.

Door veel te lezen leer je veel woorden. Uit onderzoek blijkt dat je kind meer woorden leert als het informatieve teksten leest. Deze teksten leest het om iets te begrijpen, te gebruiken in een spreekbeurt of werkstuk enz. Daarom leert je kind ook veel van het kijken naar informatieve programma’s voor kinderen, zoals het Jeugdjournaal en het Klokhuis.

Kijk samen naar deze programma’s, zodat je moeilijke woorden gelijk kunt uitleggen. Ga ook regelmatig naar verschillende  soorten musea. Daar komt je kind weer in aanraking met andere woorden. Op school wordt vaak gewerkt met de kinderkrant Kidsweek. Je kunt daar ook een thuisabonnement op nemen. Maar ook een blad als de Ranger Junior of Ranger Report van het Wereldnatuurfonds brengt je kind weer in aanraking met een andere categorie woorden.

Speel veel woordspelletjes:

  • Scrabbelen: Kinderen kunnen vanaf groep 4 al scrabbelen. Spreek af dat ze altijd een woordenboek mogen gebruiken om te zien of een woord dat ze gevonden hebben wel bestaat. Maar ze mogen het pas neerleggen als ze zelf in hun eigen woorden kunnen uitleggen wat het is.

    Er is nu ook een Scrabbel Junior te koop op Bol.com voor de leeftijden 6-10 jaar. Klik hier om te bekijken.
  • Stapelwoord: dit is een variant op scrabbelen. De spelers mogen al gelegde woorden veranderen door één of meerdere van hun eigen letters op het woord te leggen. Zo kan ‘leuk’ veranderen in luik, of leus, of deuk enz. Ook erg leuk voor beginnende lezers!
  • Woordenslang: bijvoorbeeld: gewoon, woning, ingewikkeld, wikkeldoek enzovoorts. De eerste die geen aansluitend woord weet is af.
  • Een variatie op dit spelletje is om allerlei woorden te bedenken waarin hetzelfde woord voorkomt. Bijvoorbeeld het woord – houd-. Houdbaar, vasthouden, onophoudelijk, behouden, onthouden, ophouden enz. Je kind leert hierdoor weer nieuwe woorden, maar gaat ook meer structuur in de taal ontdekken. Het zal in een onbekend woord eerder op zoek gaan naar een deel wat het wél kent.
  • Welk woord hoort er niet bij: bedenk steeds 3 woorden die iets met elkaar te maken hebben, en één woord dat er niet bij hoort. De anderen moeten zeggen welk woord er niet bij hoort en waarom. Daarbij zijn meerdere antwoorden goed, als er maar een goede redenatie achter zit. Voorbeeld: boom, stam, tak, kroon. Boom hoort er niet bij omdat de andere woorden allemaal onderdelen zijn van een boom. Je kind zal misschien denken dat ‘kroon’ er niet bij hoort omdat het dat woord niet herkent als onderdeel van een boom, dus dat is niet goed (maar je kind heeft wel wat geleerd). Een ander voorbeeld: fiets, auto, tram, taxi: een fiets kan je kind zelf besturen maar de rest niet. Maar een tram heeft geen banden en de rest wel. Het woord fiets heeft ook 5 letters, en de rest vier. In een tram kunnen wel 100 mensen, maar in de rest niet. Als je kind een goede reden kan geven waarom een woord er niet bijhoort, heeft het een punt. Laat je kind ook zelf woordrijtjes bedenken. In andere rijtjes kunnen bijvoorbeeld 3 woorden staan die 2 betekenissen hebben, en eentje met maar één betekenis. Of 3 woorden die rijmen en de vierde niet. Je zult merken dat je steeds creatiever wordt in het bedenken. Het is ook leuk om de originele gedachten van je kind te ontdekken.

    Kinderen leggen vaak heel andere verbanden. Laat je kind vooral ook zelf rijtjes bedenken, en laat het daarbij een kinderwoordenboek gebruiken (bijvoorbeeld Mijn Derde van Dale). Met dit spelletje leert je kind niet alleen nieuwe woorden, maar het leert ook logisch denken, redeneren, verbanden leggen enzovoorts. Dit zijn allemaal belangrijke voorwaarden voor het begrijpend lezen! Speel dit spelletje iedere dag een minuut of 10, tijdens het eten, in de auto of op de fiets.
  • Speel Raad na 10 – Dierenwereld. Een wereldwijde bestseller die nu in het Nederlands verkrijgbaar is. Een spannend raadspel over dieren om de woordenschat van je kind mee te verbeteren.
  • Speel ’30 seconds’. Misschien ken je dit populaire spel al. Het leuke is dat er nu een nieuwe versie van is uitgegeven, met alledaagse woorden. Dit spel is vooral erg leuk voor kinderen in de bovenbouw.
  • Een gratis variant op 30 seconds is het ‘spel met de hoed’. Dit gaat zo: in de eerste ronde schrijft iedereen op 5 briefjes verschillende woorden die met een van te voren afgesproken thema te maken hebben, bijvoorbeeld vakantie. Zorg dat je zelf dat je er wat moeilijkere woorden instopt. Alle briefjes gaan dichtgevouwen in een hoed. Twee groepen spelen tegen elkaar. Een van de teamleden mag een minuut lang proberen om zoveel mogelijk woorden te laten raden door het woord te omschrijven. Daarna is het andere team aan de beurt. Als alle briefjes op zijn, gaan ze terug in de hoed. In de tweede ronde mag je de woorden alleen uitbeelden, zonder te praten. In de derde ronde mag je per woord alleen één trefwoord noemen. Hier is het weer de herhaling waardoor kinderen de nieuwe woorden onthouden.

Bij al deze spelletjes is het belangrijk om veel uit te leggen. Schrijf de woorden die je kind niet kent weer in het woordenschrift, en probeer ze nog een paar keer te gebruiken als het zo uitkomt (zie je dat nest in de kroon van boom..). Gebruik ook tegenstellingen, meervouden, en geef  synoniemen. Nog een belangrijke aanrader is de boekenserie Mijn eerste, tweede en derde
van Dale. Deze boeken zijn een goed houvast als je de woordenschat van je kind wil uitbreiden.

  • Mijn eerste Van Dale is een voorleeswoordenboek voor kinderen vanaf 2 jaar. Dit woordenboek bevat de eerste 1000 woorden die je kind moet kennen voordat het naar de basisschool gaat.

    Klik hier om Mijn eerste Van Dale te bestellen

    De betekenis van de woorden wordt uitgelegd in versjes en plaatjes. In de inhoudsopgave worden de woorden ook per thema geordend. Zo kun je gemakkelijk alle verhaaltjes rond een bepaald thema vinden, bijvoorbeeld verjaardag’ als je kind bijna jarig is. Door een poosje met hetzelfde thema bezig te zijn, onthoud je kind de nieuwe woorden beter, doordat ze in een soort netwerk worden opgeslagen in de hersenen.
  • Mijn Tweede van Dale is een (voorlees)woordenboek voor kinderen vanaf 4 jaar. Er staan 1000 abstracte en voor kinderen moeilijk uit te leggen woorden in zoals verliefd, verdrietig, ademen, zich aanstellen. Per trefwoord worden gemiddeld 3 begrippen die met elkaar te maken hebben, uitgelegd in voorleesverhaaltjes en geïllustreerd met een tekening. Achterinstaan de woorden ook weer geordend per thema.
  • Mijn derde Van Dale draait om woorden met dubbele betekenissen. In grappige en spannende verhaaltjes komen de betekenisverschillen van woorden naar voren. Die betekenissen worden ook nog eens verklaard in echte definities. Mijn derde Van Dale is het allereerste echte samenleeswoordenboek. Lezen leer je door het veel te doen. En samen lezen is, zeker in het begin, leuker dan alleen. In ieder verhaaltje zijn zinnen opgenomen voor beginnende lezers. Die zijn afgedrukt in een groter lettertype en in een andere kleur. Net als bij de andere boeken van Van Dale staan de woorden achterin weer geordend per thema. Voordat je begint met het lezen van een verhaaltje kun je vragen aan je kind hoeveel betekenissen het weet van één van deze woorden. Daarmee prikkel je de nieuwsgierigheid, en blijven de andere betekenissen beter hangen als je het bijbehorende verhaaltje gelezen hebt. Ook hierbij kun je het beste per thema werken (bijvoorbeeld beroepen).

Bekijk ook de artikelen en video’s over:

Bekijk dan ons artikel over leesniveaus en download de informatie lezen in groep 3 t/m 6:

Download PDF Lezen in groep 3

Download PDF Lezen in groep 4

Download PDF Lezen in groep 5

Download PDF Lezen in groep 6

Download gratis oefenbladen begrijpend lezen!

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 4 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 5 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 6 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 7 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 8 (Gratis)

Bekijk ook alle artikelen rondom het oefenen van woordenschat:

Mirjam Schumacher, BEd Master SEN

Mirjam behaalde een Bachelor of Education (PABO) en een Master SEN. Ze werkte als leerkracht en journaliste en heeft een eigen praktijk voor Remedial Teaching

Gerelateerde artikelen

Reacties

77 reacties op “Woordenschat van je kind vergroten, hoe doe je dat?”
  1. een grabbelpot met allemaal leuke vragen, elke dag grabbelen we er een als we met z’n alle aan tafel zitten en dan komen er vanzelf leuke gesprekken.

  2. Heel veel met je kind praten. Als je naar de supermarkt gaat, alles benoemen wat je nodig hebt. Ook veel voorlezen is heel goed voor de woordenschat. Blijf de kinderen ook op wat oudere leeftijd voorlezen, maar laat ze ook zelf lezen.

  3. We lezen al van jongs af veel verhalen en boeken voor. Moeilijke woorden verklaren, boeken zijn hier ook vaak een cadeau voor ons jongens. Superblij met strips maar ook met echte leesboeken.
    Tijdens uitstapjes leren over geschiedenis, natuur, dieren, ….
    Thuis gezelschapspelletjes spelen waardoor ook taal rijker wordt. Vroeger taalspelletjes zoals mijn eerste computer, miniloco, kerkboeken, en zoveel meer…
    We gaan voor scrabble😀 30 seconde lag hier onder de kerstboom 🎄😉

  4. Veel lezen en voorlezen. Via bibliotheek leest mijn dochter via Yoleo. Als spel is kaart-woord-bel hier favoriet. Ze wordt steeds beter. Scrabbel staat op ons verlanglijstje, vooral nu ze wat ouder wordt.

  5. Onze zoon is bijna 2, maar om de woordenschat te vergroten, benoemen we alles en lezen we heel veel voor. Gelukkig vindt hij dat heel leuk, want hij loopt te pas en te onpas naar de boekenkast en vraagt dan om een boekje te lezen.

  6. Door elke dag minimaal 15 minuten gebleven in een leesboek. En er daarna over te praten. Wat is er nou precies gebeurd? Kun je het navertellen? En wat bedoelen ze daar dan mee?

  7. Als leerkracht in het basisonderwijs ben ik dagelijks bezig met woordenschat! Mijn tip: heel veel voorlezen! Zorgen dat de kinderen veel (verschillende) woorden meerdere keren horen! 30 Seconds Junior lijkt me een ontzettend leuke manier om nóg meer spelenderwijs met woorden bezig te zijn! 🙂

  8. We lezen veel samen en om en om in bijv een theaterboekje. Ook door verpakkingen te lezen en samen nieuwe woorden te maken vergroten we de woordenschat! Spelletjes spelen helpt ook erg goed. Bijv squla waarbij ze zelf een vraag mag voorlezen

  9. ❤ steeds weer nieuwe leuke woordspelletjes op de WC hangen. 😉.. wie hem gemaakt heeft krijgt een punt….
    En leesbingo. Zelf gemaakt zodat ze mogen lezen op plekken waar ze anders niet mogen komen(in een kledingkast😊)
    Super leuke actie…nu duimen…

  10. Voorlezen, voorlezen en voorlezen! En daarbij praten over de tekst, wat zie je, voorspellen, plaatjes bespreken, etc. En kijken naar en praten over programma’s als het Klokhuis. Daarnaast je kind stimuleren om vragen te stellen als het woorden niet kent, een nieuwsgierige maken, en ook jezelf als voorbeeld stellen daarin, jezelf bijvoorbeeld hardop afvragen : hé wat zou dat woord betekenen? En dat dan samen met je kind gaan uitzoeken. Ook puzzelen (kruiswoordraadsels, woordzoekers, etc) is leuk en goed! En 30 seconds zou voor ons geweldig leuk zijn!

  11. sinds er bij mijn zoontje ernstige enkelvoudige dyslexie is vastgesteld , oefenen we nog meer met lezen. Dit omdat hij wanneer hij zelf leest veel woorden raad en er zo zijn eigen verhaal van maakt. Hij vind het vele oefenen niet altijd leuk maar ik denk dat met scrabble hij het oefenen meer ziet als een spelletje en hij dan met meer plezier kan oefenen met spelling

  12. Wij zijn zeker team 30 seconds! ❤ Onze zoon heeft zichzelf leren lezen met 2 jaar en is AVI8 getest in groep 2. Inmiddels is hij 6 en wordt nog steeds graag voorgelezen. Spelletjes spelen wij heel graag en maken er graag een wedstrijdje van.
    Hij schrijft zo lief voor mij het boodschappenlijstje. Zo leert hij veel moeilijke woorden schrijven zoals ‘yoghurt’ 😉

  13. Wij spelen veel diverse spellen met onze kinderen. Ze helpen ook bij Wordfeud.
    Maar het aller belangrijkste is vanaf kleins af aan veel voorlezen. Dat is het beste recept.
    Onze zins zouden dolgraag 30 Seconds willen hebben, in samen op deze donkerte dagen te spelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *