Is spelling in groep 6 lastig voor jouw kind? Bekijk hier de tips, uitleg en oefenbladen. De oefenbladen kun je gratis downloaden.
Goed leren spellen is een proces van vallen en opstaan. Fouten maken hoort bij de ontwikkeling. Dit geldt voor veel zaken en zeker ook voor spelling. Toch is het zaak om de ontwikkeling van je kind goed in de gaten te houden.
Spellingfouten maken hoort erbij, maar er moet natuurlijk wel vooruitgang in zitten. Soms is extra oefening vereist. Hier werk ik in dit artikel naar toe: welke mogelijkheden zijn er om extra te oefenen met spelling in groep 6?
Voordat ik daar dieper op inga, benoem ik eerst de meest gebruikte spellingmethodes in het basisonderwijs. Daarna vertel ik iets over spellingwoorden en spellingcategorieën in groep 6 en leg ik uit hoe de Cito spelling in dit leerjaar eruit ziet. En tot slot geef ik dus aan wat er mogelijk is op het gebied van extra oefenen.
Bekijk ook:
Spelling is onlosmakelijk verbonden met taal. Daarom kiezen veel educatieve uitgeverijen er voor om geen losse spellingmethode op de markt te brengen, maar om de spellingmethode te integreren in de taalmethode (al dan niet met een eigen naam).
Dit houdt bijvoorbeeld in dat de thema’s van taal en spelling overlappen en dat spellingwoorden ook voorkomen in de verhalen en lessen van taal. Grote kans dat op de school van je kind één van deze methodes wordt gebruikt:
Dit zijn namelijk de methodes van de vier grootste educatieve uitgeverijen. Er zijn ook andere spellingmethodes op de markt, zoals ‘Actief Leren Lezen’ en spellen en Pi-Spello. Klik op de link voor een overzicht. Een taal- en spellingmethode sluit aan bij de leesmethode in groep 3 en wordt gebruikt van groep 4 t/m 8. Hierdoor ontstaat een doorgaande leerlijn.
Een veelgebruikte verdeling bij spellingwoorden is: klankwoorden, regelwoorden en weetwoorden. Bij klankwoorden schrijf je het woord zoals je het hoort. Bijvoorbeeld: kast, dier en weg.
Voor het schrijven van regelwoorden gebruik je een regel. Bijvoorbeeld: hoor je aan het eind van een klankgroep een ‘aa’ (lange klank), dan schrijf je een ‘a’ (korte klank).
Bij weetwoorden hoor je aan de klank niet welke letter (klank) je moet schrijven, bijvoorbeeld ‘ei/ij’ of ‘ou-au’. Deze woorden moet je uit het hoofd leren.
Ook in groep 6 is deze verdeling nog van kracht, maar uiteraard zijn de woorden langer en wat moeilijker dan in groep 5. Binnen die verdeling worden spellingwoorden opgesplitst in categorieën.
In spellinglessen in groep 6 staat vaak één categorie centraal. In les 1 staan bijvoorbeeld weetwoorden met ‘au’ centraal en in les 2 weetwoorden met ‘ou’. Elke methode hanteert zijn eigen volgorde of leerlijn, maar als je de methodes naast elkaar legt, zul je overlap zien wat betreft de gebruikte spellingcategorieën. Taal actief, één van de bekendste taalmethodes, behandelt in groep 6 achtereenvolgens de volgende categorieën:
Daarnaast wordt in het spellingdeel van veel taalmethodes een start gemaakt met werkwoordspelling. Zo ook in Taal actief. Aan bod komt de spelling van werkwoorden in de tegenwoordige tijd:
Als de school van je kind werkt met het leerlingvolgsysteem van Cito, dan wordt hij/zij twee keer per schooljaar getoetst: in januari (M6) en in juni (E6). De M staat voor midden, de E voor eind. De Citotoets moet je niet verwarren met de toetsen uit de methode. De toetsen uit de methode worden methodeafhankelijk genoemd, Cito is methodeonafhankelijk. Dat wil zeggen dat de Cito los staat van de gebruikte methode op school.
Cito is een landelijke toets, vandaar dat de normering overal gelijk is. Het zegt iets over hoe jouw kind scoort ten opzichte van leeftijdgenoten in heel Nederland. Over het algemeen bevraagt Cito wel dezelfde spellingcategorieën zoals die in de methode zijn aangeboden.
Er zijn makkelijkere opgaven bij, maar ook moeilijkere. Dit om een goede inschatting te kunnen maken hoe je kind scoort ten opzichte van leeftijdgenoten in heel Nederland. De Cito-toets spelling groep 6 (3.0) bestaat uit 2 dictees van 25 woorden.
Er is in deze versie geen verschil in vervolg 1 of 2. Alle leerlingen maken twee dezelfde dictees. Bij zowel M6 als bij E6 Spelling maken de leerlingen twee dictees. De oudere versie van de Cito-toets spelling groep 6 bestaat uit een startdeel en een vervolgdeel 1 of 2. Dit geldt voor zowel M6 als E6.
Het startdeel is een woordendictee bestaande uit 30 woorden. De woorden staan in zinnen die door de leerkracht worden voorgelezen. De kinderen schrijven één voor één het gevraagde woord op. Op basis van de score op het startdeel wordt bepaald welk vervolgdeel je kind gaat maken. De normering is als volgt:
Vervolg 1 en vervolg 2 bestaan beide uit 30 multiple choice vragen waar je kind moet aangeven welk woord fout is gespeld. Dit geldt zowel voor M6 als E6.
De score op het startdeel plus de score op het vervolgdeel bepalen de CITO-score voor spelling. Je kind kan een I , II, III, IV en een V scoren, waarbij I en II boven het Nederlands gemiddelde is en IV en V onder Nederlands gemiddelde.
Hoewel op veel scholen in groep 6 wordt gestart met werkwoordspelling, komt de Cito werkwoordspelling pas voor het eerst in januari in groep 7 aan bod (M7).*
De categorieën die kinderen in groep 6 het lastigst vinden – en waar dus de meeste fouten worden gemaakt in methodetoetsen en Cito-toetsen – zijn woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep (jager, probleem), woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep (bakker, kennis), leenwoorden met ge (garage), woorden waarbij c klinkt als s (cijfer), woorden waarbij c klinkt als k (insect) en woorden met ‘s (’s morgens, piano’s).
Maakt je kind in bovenstaande categorieën dus fouten, dan is dat niet heel opvallend. Veel kinderen uit groep 6 hebben hier moeite mee. De fouten zie je vooral tijdens toegepaste spelling. Dus als ze een verhaal of een kort briefje moeten schrijven.
Het is dus niet zorgelijk als je kind af en toe een spellingfout maakt, maar mocht je kind veel fouten én structureel fouten blijven maken in één of meerdere categorieën dan kan het wellicht geen kwaad om extra te oefenen. Bij dat extra oefenen is het belangrijk dat je kind zichzelf een aantal stappen aanleert:
Vooral die laatste stap is belangrijk. Deze wordt vaak vergeten, waardoor er nog vaak onnodige fouten blijven staan. Verder is het onder de knie krijgen van de spellingwoorden een kwestie van ‘kilometers maken’, oftewel herhalen, herhalen en nog eens herhalen. Dit gezegd hebbende is het natuurlijk wel fijn als er binnen die herhaling enige variatie zit.
Als je je kind extra en gevarieerd wil laten oefenen, dan is het ten zeerste aan te raden om dit in goed overleg te doen met de school: leerkracht, Intern Begeleider (IB’er) en/of Remedial Teacher (RT’er). Zij kunnen exact aangeven waar het spellingprobleem ligt en wat eraan gedaan kan worden. Ook hebben scholen vaak materialen (methodes, boekjes, bladen, spelletjes) om extra te oefenen.
Veel methodes maken gebruik van spellinghulpjes. Dit kunnen bijvoorbeeld kaartjes zijn waarop de woorden staan en regels nogmaals kort en krachtig worden uitgelegd. Deze kaartjes worden gebruikt in de les, maar kunnen ook als geheugensteuntje dienen bij het extra oefenen. Vraag de leerkracht er naar. Een kopie van zo’n hulpje is zo gemaakt.
In sommige methodes wordt een thema afgesloten met een spelletje. In zo’n spelletje worden spelenderwijs de woorden en/of regels herhaald. Vrijwel ieder kind vindt het leuk om een spelletje een paar keer te doen. Vraag dus ook hier aan de leerkracht of je bijvoorbeeld het spelling(werk)boek waarin het spelletje staat mee naar huis kunt nemen om zo’n spelletje ook nog eens thuis te spelen.
De oefenboeken spelling van aandachtvoorrekenen.nl zijn afgestemd op het niveau van de Cito-toetsen (3.0). De woorden worden per spellingcategorie aangeboden. Met de oefeningen ‘bedek-en-schrijf-op’ en vele dictees kun je goed met je kind oefenen.
Hier zie je hoe de oefening ‘bedek-en- schrijf-op’ werkt:
Auteur Gijs van Raamsdonk (leerkracht, educatief auteur en tekstschrijver)
Met dank aan: Karin Verschoor (Remedial Teacher Daltonschool Rijnsweerd, Utrecht) Hedwig te Witt (Intern Begeleider KDBS Het Tangram, Rotterdam)
Ook wat weten over het leesniveau? Bekijk dan ons artikel over leesniveaus