Voorkom rekenproblemen: versterk de rekenvaardigheden van je kind

Als je kind rekenproblemen heeft, wil je thuis misschien wel helpen. Dat kan best lastig zijn. Want hoe zorg je ervoor dat je aansluit bij de manier waarop er op school gerekend wordt?

In dit artikel lees je allerlei bruikbare tips. We geven uitleg over het rekenen en de bouwstenen die nodig zijn om goed te kunnen rekenen op de basisschool. We beperken ons tot de vaardigheden en bouwstenen die betrekking hebben op getallen en het rekenen met getallen. Het gaat dus vooral over hoofdrekenen en vaardigheden uit de onderbouw.

Voor de rekenvaardigheden in de bovenbouw kun je dit artikel bekijken: Het Rekenmuurtje en 4 belangrijke tips voor een goede basis in de bovenbouw

Wat zijn rekenproblemen?

Rekenproblemen, de naam zegt het al: je kind ondervindt problemen bij het rekenen. Er zijn vele soorten rekenproblemen. In dit geval hebben we het overigens niet over de rekenstoornis dyscalculie. Het grote verschil? Rekenproblemen zijn volledig op te lossen met extra oefening; voor problemen die worden veroorzaakt door dyscalculie geldt dat minder.

Rekenproblemen beginnen vaak met een rekenachterstand. Die kan je kind op verschillende manieren hebben opgelopen. Het heeft bijvoorbeeld lessen gemist, of het tempo van de les lag te hoog.

Uiteindelijk heeft een kind met rekenproblemen onvoldoende basiskennis. Met andere woorden: het beheerst de rekenvaardigheden van zijn leeftijd (nog) niet. Dat kan zich in allerlei vormen uiten. Een paar voorbeelden:

  • Het automatiseren van de tafels lukt maar niet.
  • Het lukt niet verbanden te leggen. Bijvoorbeeld: je kind ziet niet dat 2 dobbelstenen met de waarde 5 en de waarde 3 samen 8 vormen. Of het kan wel tellen met sprongen van 10 op een kralenketting, maar krijgt hetzelfde niet voor elkaar met een getallenlijn.
  • Het lukt je kind niet het verhaaltje in een redactiesom te vertalen naar een concrete som.

Het rekenmuurtje

Leren rekenen is als het metselen van een muur: er zijn bouwstenen nodig en cement om een stevige muur te bouwen. Rekenen is dus een ‘stapelvak’. De bouwstenen bij het rekenen zijn de vaardigheden. De muur die ontstaat als alle rekenvaardigheden op elkaar worden gestapeld, noemen we het rekenmuurtje.

In elk leerjaar komen belangrijke vaardigheden aan bod en wordt er dus gebouwd aan het rekenmuurtje.

Het is belangrijk dat je kind de ene vaardigheid beheerst voordat het met de volgende (moeilijkere) vaardigheid aan de slag gaat.

De onderste bouwstenen moeten vlot gelegd, zodat er ook nog tijd en aandacht is voor de hogere lagen. Om procentsommen op te kunnen lossen, moet je kind bijvoorbeeld uit het hoofd de (deel)tafels tot 10 kunnen opnoemen.

In dit artikel bespreken we alleen de onderste bouwstenen. Deze horen bij het aanvankelijk rekenen (fase 1 en een deel van fase 2), het rekenen tot 100. Bij de overgang van groep 5 naar groep 6 willen we dat deze bouwstenen voldoende beheerst en geautomatiseerd zijn, zodat je kind ook met grotere getallen en in complexere toepassingen kan rekenen.

Het werkgeheugen, zeg maar kladblaadje in ons hoofd, is namelijk niet groot genoeg om ook nog aandacht te moeten besteden aan de basisvaardigheden tot 100.

Bouwstenen rekenen: splitsen

Een vaardigheid die in de onderste bouwstenen zit, is splitsen. Splitsen gebruik je om een som als 56 + 8 uit te kunnen rekenen met de strategie van het rijgen:

sommen rijgen

Maar ook in de bovenbouw gebruiken kinderen deze vaardigheid bij het rekenen met grote getallen, breuken, kommagetallen, geld of in andere toepassingen. Het cement voor het metselwerk is het getalbegrip, dat de basis vormt om rekenvaardigheden te leren. Getalbegrip wil zeggen dat je kind bijvoorbeeld begrijpt welk getal het ‘meeste’ is.

Rekenmuurtje

Bron: www.bareka.nl

Rekenvaardigheden per groep

Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste rekenvaardigheden die je kind in groep 3, 4 en 5 leert.

Belangrijkste rekenvaardigheden groep 3

Let op: nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst te worden bij rekenen in groep 3. Op sommige scholen worden bepaalde onderdelen later of eerder aangeboden. Dat hoeft geen probleem te zijn.

Tellen

  • Tellen en terugtellen tot en met 20 vanaf een willekeurig getal: 6-7-8…20, 12-11-10…0.
  • Hoeveelheden tot en met 20 overzien en verkort tellen door gebruik te maken van patronen en structuren, zoals de handen of het rekenrek.
  • De ‘grote’ getalrij opzeggen: 10-20-30-…-100.
  • Tellen en terugtellen tot en met 100 vanaf een willekeurig getal: 53-54-55…, 38-37-36…
  • Tellen tot 100 met sprongen van 2 en 5: 2-4-6…-100, 5-10-15…

Getallen en getallenlijn

  • Getallen vergelijken en ordenen tot en met 20: bijvoorbeeld van groot naar klein leggen.
  • Getallen tot en met 20 globaal en precies op de getallenlijn aangeven.
  • Getallen tot 100 lezen en schrijven.
  •  Hoeveelheden tot en met 100 vergelijken en ordenen op ‘meer’, ‘minder’, ‘evenveel’, ‘meeste’, ‘minste’
  • Buurgetallen noemen van een willekeurig getal tot 100: de buren van 34 zijn 33 (kleine buur) en 35 (grote buur).

Aanvullen en splitsen

  • Samen 10-sommen, deze worden ook verliefde getallen genoemd: 1 + 9 =, 3 + 7 =.
  • Samen 100 met 10-tallen, deze worden ook vrienden van 100 genoemd: 20 + 80 =, 60 + 40 =.
  • Splitsen tot 10: 7 kan gesplitst in 1 en 6, 5 en 2.
  • Dubbelsommen tot 10: 3 + 3 =, 6 + 6 =.

Sommen

  • Plus- en minsommen tot 10.
  • Plus- en minsommen tot 20 zonder overschrijding 10-tal: 12 + 5 =, 18 – 3 =.
  • Plus- en minsommen tot 20 met overschrijding 10-tal: 6 + 7 =, 15 – 8 =.

Samengevat zijn de doelen voor groep 3:

  • Vlot tot 10 kunnen splitsen.
  • Plus- en minsommen tot 10 uit het hoofd kennen.
  • De getalrij tot 100 kunnen opzeggen.

Belangrijkste rekenvaardigheden groep 4

Let op: nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst te worden bij rekenen in groep 4. Op sommige scholen worden bepaalde onderdelen later of eerder aangeboden. Dat hoeft geen probleem te zijn.

Tellen

  • Tellen en terugtellen tot en met 100 vanaf een willekeurig getal.
  • Tellen tot en met 100 met sprongen van 2, 5 en 10.
  • Tellen tot en met 100 met sprongen van 2 tot en met 9.
  • De 100-tallen noemen tot 1000.
  • Tot 1000 tellen.

Getallen en getallenlijn

  • Even en oneven getallen benoemen.
  • Getallen ordenen tot en met 100: bijvoorbeeld van groot naar klein leggen.
  • Buurgetallen noemen van een willekeurig getal tot 100.
  • De plaats van getallen tot en met 100 op de getallenlijn aangeven.
  • Het midden bepalen van willekeurige getallen tot 100.

Aanvullen en splitsen

  • Samen 10-sommen.
  • Samen 100-sommen.
  • Splitsen tot 20.
  • Splitsen tot 100.

Sommen met gebruik van strategieën

  • Plus- en minsommen tot 20.
  • Plus- en minsommen tot 20 met en zonder overschrijding 10-tal.
  • Plus- en minsommen tot 100 met en zonder overschrijding 10-tal.
  • Plus- en minsommen tot 100 met dubbele overschrijding 10-tal (35 + 26 =, 71 – 54 =).
  • De tafels van 2, 3, 4, 5 en 10.

Samengevat zijn de doelen voor groep 4:

  • Vlot kunnen door- en terugtellen tot 100 vanaf een willekeurig getal.
  • Vlot kunnen door- en terugtellen met sprongen van 2, 5, 10 vanaf een willekeurig getal.
  • Plus- en minsommen tot 20 uit het hoofd kennen.
  • De tafels van 2, 3, 4, 5 en 10 uit het hoofd kennen.
  • Kunnen optellen en aftrekken tot 100.

Belangrijkste rekenvaardigheden groep 5

Let op: nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst te worden bij rekenen in groep 5. Op sommige scholen worden bepaalde onderdelen later of eerder aangeboden. Dat hoeft geen probleem te zijn.

Tellen

  • Tellen en terugtellen tot en met 1000 vanaf een willekeurig getal.
  • Tellen tot en met 1000 met sprongen van 10 en 100 vanaf een willekeurig getal.

Getallen en getallenlijn

  • Getallen tot 1000 lezen, uitspreken en schrijven.
  • Getallen ordenen en vergelijken tot 1000.
  • Hoeveelheden tot 1000 schatten, precies tellen en weergeven (neerleggen, tekenen), ook door gebruik te maken van structuren, zoals geld.
  • Hoeveelheden tot 1000 vergelijken en ordenen.
  • Buurgetallen noemen van een willekeurig getal tot 1000.
  • De plaats van getallen tot en met 1000 op de getallenlijn aangeven.

Aanvullen en splitsen

  • Aanvullen tot 100 en 1000.
  • Splitsen tot 20 en 100.
  • Splitsen tot 100 in 10-tallen en eenheden.
  • Splitsen tot 1000 in 100-, 10-tallen en eenheden.

Sommen met gebruikmaken van standaardprocedures en strategieën

  • Plus- en minsommen tot 100.
  • Plus- en minsommen tot 1000.
  • Schattend optellen en aftrekken.
  • De tafels en deeltafels tot 10.
  • Delen met rest.
  • Vermenigvuldigen en delen met 10-tallen.
  • Vermenigvuldigen en delen met grote getallen.

Samengevat zijn de doelen voor groep 5:

  • Vlot hanteren van de getallen en getalrij tot 1000.
  • Vlot kunnen optellen en aftrekken tot 100.
  • Optellen en aftrekken tot 1000.
  • De tafels 1 tot en met 10 uit het hoofd kennen.

Tips om rekenproblemen te voorkomen

Rekenproblemen oplossen gebeurt voornamelijk op school. De leerkracht heeft vaak een goed inzicht van de problemen die er zijn. Toch kun je thuis ook van alles doen. Wil je de rekenvaardigheid van je kind verbeteren? Of wil je simpelweg rekenproblemen voorkomen? Ga dan thuis aan de slag met onderstaande tips.

Rekenproblemen oplossen of voorkomen: algemeen

  • Oefen een aantal dagen per week kort: 10 tot 15 minuten. Doe iedere keer getal- en teloefeningen, liefst in de vorm van een spelletje of een activiteit. Oefen een somtype van het rekenmuurtje.
  • Succeservaringen zijn heel belangrijk. Als het makkelijk gaat, geef een pluim en geniet van het samen oefenen en spelen. Is het lastig, doe veel zelf voor, herhaal en zorg dat je kind plezier blijft houden in het oefenen.
  • Vraag na bij de leerkracht bij welke rekenvaardigheden je kind nog wel wat hulp kan gebruiken. Een leerkracht heeft vaak een goed beeld van de kwaliteiten en verbeterpunten van je kind. Bijvoorbeeld door reflectie op de taken die je kind op school heeft gedaan, of door de toetsen uit het leerlingvolgsysteem.

4 tips voor het oefenen met getallen, tellen en de getalrij

  • Getallendobbelstenen: er zijn 10-kantige dobbelstenen te koop met de eenheden 0 tot en met 9 en 10-tallen 00 tot en met 90 (en zelfs met 100-tallen 000-900 en 1000-tallen 0000-9000). Hiermee zijn allerlei spelletjes te doen: getallen samenstellen, uitspreken, raadspelletjes (gooi je meer of minder dan de ander) of gewoon punten optellen.
  • Bordspellen waarin getallen en vaardigheden voorkomen, zoals Ganzenbord, zijn altijd goed om te spelen.
    Een leuk bordspel om de getalrij, getallen en het tellen tot 100 te oefenen, is het Zonnespel/Grote Roverspel. Het Zonnespel bevat 10 stralen van 10, in tweeën gedeeld. Zo kan je kind spelenderwijs het getalgebied tot 100 verkennen en strategieën oefenen. De zon alleen al biedt genoeg mogelijkheden om de verschillende vaardigheden uit groep 3, 4 en 5 te oefenen.

    Een variatie:
    – Gooi met 2 10-kantige dobbelstenen, eentje met 10-tallen en de andere met eenheden.
    – Leg de dobbelstenen naast elkaar (links de 10-tallen, rechts de eenheden).
    – Benoem de 10-tallen en de eenheden en het hele getal en zoek het getal op de zon, eventueel door eerst de 10-tallen te springen en dan de eenheden.
    – Plaats een pion op het gegooide getal, herhaal eventueel de 10-tallen en eenheden waaruit het bestaat.
    – Gooi nog een keer en doe hetzelfde.
    – Tel vanaf het eerste getal naar het tweede getal, dus voor- of achteruit.
  • Burenbingo: een variatie op gewone bingo is Burenbingo. Hierbij moet niet het getrokken getal worden doorgestreept, maar een buurgetal. Spreek af in welk getalbereik je getallen kiest, bijvoorbeeld tot 20, tussen de 0 en 50 of 50 en 100. Klik hier voor een lege bingokaart.
  • Van punt tot puntpuzzels: getallen met elkaar verbinden, zodat er een tekening ontstaat. Variaties zijn 10-tallen met elkaar verbinden, om de beurt een lijntje trekken of achteraan beginnen, zodat je kind het terugtellen oefent.

5 tips voor aanvullen/splitsen/sommen maken

  • Vraag je kind naar de verliefde getallen. De verliefde getallen zijn samen 10 en worden op veel scholen gebruikt. Astrid Zoon-Sintenie schreef er een leuk boekje over (De verliefde getallen) dat uitgegeven is door het Menne-Instituut. Dat is een bekende organisatie in het onderwijs die leskisten maakt en door heel Nederland rekenscholing verzorgt voor leraren.

    Als je kind ze niet kent, vraag welke getallen samen 10 zijn en dus verliefd zijn (het zijn er 11). Laat je kind zelf 2 harten aan elkaar tekenen en op elk hart een verliefd stel getallen schrijven (zoals 1 en 9 of 8 en 2). Vouw de harten tegen elkaar en er kan geoefend worden.
  • Gezelschapsspelletjes zoals Hali Gali (splitsen van 5), sjoelen en Regenwormen (handig rekenen/optellen/vermenigvuldigen), en Malle Getallen (optellen/aftrekken/vermenigvuldigen/delen/meten).
  • Creëer sommenkaartjes met de verschillende somtypes uit het rekenmuurtje en gebruik ze als flitskaartjes. Schrijf op de lege kaartjes eigen sommen om te oefenen, bijvoorbeeld alle splitsingen van 7 (dit zijn er 8). Op de voorkant zet je de som en op de achterkant het antwoord.

    Laat je kind ook eens de juf of meester zijn die de som voorleest en controleert of het antwoord goed is. Voeg steeds meer kaarten van een bepaald somtype toe. Oefen ook eens met een stopwatch en kijk hoeveel sommen je kind in een minuut kan oplossen. Aan het eind van groep 4 zouden dit er ongeveer 15 (+ en – sommen) moeten zijn; aan het eind van groep 5 ongeveer 20.
  • Maak samen een sommendoosje en stop daar sommen in om nog eens te oefenen. Stop er niet te veel in. En als ze niet meer moeilijk zijn, mogen ze eruit.
  • Maak een sommenschatkist: plak iedere week een nieuw getal op een versierde schoenendoos. De hele week mag de schatkist gevuld met sommen die als uitkomst dat getal hebben. Neem aan het eind van de week samen de sommen allemaal nog eens door. Waar de uitkomst nog niet klopt, maak je de som langer, zodat hij uiteindelijk wel klopt. Fouten maken mag, de sommenschatkist is om te oefenen.

    Begin met een getal onder de 5 en ga niet te snel naar grote getallen. Geef niet te veel hulp; laat je kind liever zelf ontdekken dat er heel veel sommen bestaan.

Wil je direct hulp bij rekenen bieden aan je kind? Download dan hieronder onze Werkbladen Rekenen voor groep 3, 4 en 5!

Oefenbladen Groep 3 Rekenen (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 4 (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 5 (Gratis)

Sophie Dekker, BEd MSc Master SEN

Sophie is Remedial Teacher en bestuurslid van de Landelijke Beroepsgroep voor Begeleiders in het Onderwijs.

Gerelateerde artikelen

Reacties

10 reacties op “Voorkom rekenproblemen: versterk de rekenvaardigheden van je kind”
  1. Bedankt voor het artikel. Zou u svp ook de leerdoelen van groep 6 t/m 8 willen plaatsen, dan kan ik bij onze kids deze handig gebruiken als controle.

    • Beste Zuiderwijk,
      Als je bovenaan de pagina op ‘Groep kiezen’ klikt, kun je de groep kiezen waar je informatie over wilt.
      Hartelijke groet,
      Carola
      wijzeroverdebasisschool.nl

  2. Diverse keren citaat: “Nog niet alles wat geoefend wordt, hoeft al beheerst in groep…x…
    Dit is precies hetgeen ouders van sommige scholen teveel horen en wat dan vaak tot onnodige achterstanden leidt bij normaal leerbare kinderen. Uitspraken als “het komt wel” en “hij heeft wat meer tijd nodig” en “het wordt later nog wel een keer herhaald” snijden meestal geen hout. Zorg dat basiskennis eenduidig, helder wordt aangeleerd en aansluitend veelvuldig (!) wordt geoefend. Daarná komt pas de volgende (kleine) stap. Zodra er iets niet goed zit, is dat vragen om leermoeilijkheden. Hier zit mijn bijlespraktijk vol mee…

    • Als je mijn artikel leest, zie je dat het daar juist over gaat: de basisvaardigheden, het rekenen als stapelvak. Zorgen dat de basiskennis inderdaad goed beheerst wordt. Je citaat heeft betrekking op de stof die in een bepaald leerjaar wordt aangeboden: dit kan wel eens per methode en school verschillen. Aan bod komen betekent nog niet beheersen, eerst komt het aan bod en na veel oefenen wordt het beheerst.
      De strekking van het artikel is niet: ‘het komt wel goed’ maar: oefen met het versterken van de basis, ook als dat betekent dat je kind of leerling in de bovenbouw zit en deze worden onvoldoende beheerst of zijn nog niet geautomatiseerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *