Redactiesommen: zo kun je als ouder je kind helpen
Wil jij je kind helpen met redactiesommen? In dit artikel (inclusief video) geef ik je vijf strategieën voor het oplossen van deze sommen die ook wel verhaaltjessommen genoemd.
Redactiesommen zijn een goed voorbeeld van realistisch rekenen. Bij deze verhaalsommen wordt de som in de vorm van een verhaaltje opgegeven. Ik vertel je graag welke stappen je als ouder thuis kunt zetten om je zoon of dochter verder te brengen bij dit onderdeel van rekenen op de basisschool
In groep 3 leert je kind rekenen. Hierbij wordt altijd uitgegaan van een concrete situatie:
Er worden snoepjes, knikkers, bloemen enzovoort opgeteld, afgetrokken, verdeeld en vermenigvuldigd.
Toch zijn dit geen verhaaltjessommen maar contextsommen. Het verschil is dat bij de contextopgaven de tekening erbij staat en er wordt vanuit het concrete materiaal naar de som toegewerkt. De context dient als verduidelijking:
Als Floor 3 snoepjes heeft en Bas 5 dan hebben ze samen 3 + 5 snoepjes.
Er staat een tekening bij waarop je kind kan natellen dat dit klopt.
Bij verhaaltjessommen oftewel redactiesommen is dat andersom: het verhaal wordt gegeven, maar de som niet.
Floor heeft 3 knikkers en Bas 5. Hoeveel hebben ze samen?
Bij deze vorm moet je kind dus zelf de som uit het verhaal halen, eventueel met behulp van een zelfgemaakte tekening erbij. Zie verderop in dit artikel voor meer voorbeelden. In de loop van de basisschool worden deze verhaaltjes steeds complexer. Ze gaan niet alleen over de basisbewerkingen (optellen, aftrekken et cetera) maar ook over
Het wordt steeds lastiger om de som uit het verhaal te halen. Dit komt ook omdat de verhaaltjes vaak over situaties gaan waaraan je kind geen concrete situatie kan koppelen. Probeer je kind daarom thuis van kleins af aan al te betrekken bij situaties waarbij gerekend moet worden. Ook als je kind zelf de som misschien nog niet kan uitrekenen.
Als jullie bijvoorbeeld laminaat leggen, kan je kind wel bedenken dat je moet weten hoe lang de stukken laminaat zijn, hoeveel er onder elkaar passen en hoeveel rijen er naast elkaar passen. Bij het bakken van pannenkoeken kan het ook bedenken dat je maar de helft van het pak (voor 12 pannenkoeken) hoeft te gebruiken als je maar 6 pannenkoeken wilt. Hoe vaker je kind thuis al bezig is geweest met dit soort concrete situaties, hoe makkelijker het zal zijn om de som uit het verhaal te halen.
Daarnaast kunnen redactiesommen ook lastig zijn voor je kind, omdat hij bij het uitrekenen soms af moet wijken van de volgorde van links naar rechts. Lees hier meer over in de uitleg over rekenregels.
Elk kind is natuurlijk anders en omdat bij het ene kind een bepaalde aanpak beter werkt dan bij het andere kind, geven we je in dit artikel vijf strategieën om je kind te helpen. Je kunt zelf bepalen welke strategie het beste past bij jouw kind.
1. Het redactiesommen stappenplan
Het kan zijn dat je als ouder te horen krijgt dat je kind moeite heeft met redactiesommen. Stap 1 is om te onderzoeken of dit voor alle soorten verhaaltjessommen geldt of dat je kind misschien ook moeite heeft met een bepaald soort ‘kale som’. Als je zeker weet dat je kind de kale som wel kan oplossen, dan weet je dat het probleem ligt bij het begrijpen van de redactiesom.
Om je kind te helpen met het begrijpen en oplossen van verhaaltjessommen kun je samen het volgende stappenplan volgen:
Wil je het stappenplan uit de video oefenen met je kind? Hiervoor neem je een pagina met verhaaltjessommen. Vervolgens ga je als ouder de eerste stap hardop voordoen.
1. Wat voor soort som is het?
Je kijkt samen met je kind wat voor soort som het is (optellen, minsommen, vermenigvuldigen, et cetera). Je doet dit eerst als ouder voor. Kijk hierbij ook goed naar de vraag die in het verhaaltje wordt gesteld. Op welke vraag moet ik antwoord geven? En welke informatie heb ik daarbij nodig? In verhaaltjessommen in hogere groepen zit ook vaak informatie die helemaal niet relevant is.
2. Schrijf de som op.
Ook dit doe je als ouder de eerste keer (of keren) voor.
3. Reken de som uit.
De som wordt uitgerekend net als bij gewone, kale sommen.
4. Controleer het antwoord.
Controleer altijd het antwoord. Doe dit als ouder ook voor.
Al deze stappen doe je eerst als ouder hardop voor bij een aantal sommen. Daarna doe je dit samen met je kind. Je laat je kind dus ‘mee vertellen’ wat jullie doen. Daarna is het de beurt aan je kind. Hij of zij mag nu hardop de som oplossen door de stappen te doorlopen.
Als dit na een aantal keer (of na vele keren) goed gaat, dan ga je over op fluisteren. Je kind lost de sommen op en praat nu niet meer hardop, maar fluistert. De laatste stap is het ‘internaliseren’. Je kind lost de som op en doorloopt de stappen in zijn of haar hoofd.
2. Redactiesommen sleutelwoorden
Vaak komt het er op neer dat het voor een kind niet duidelijk is welke bewerking (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen) nu eigenlijk gevraagd wordt in een som. Het gaat er dus om belangrijke informatie uit de gevraagde som af te leiden. Om sleutelwoorden te ontdekken die duiden op de gevraagde bewerking en om een beeld te vormen van het probleem.
In onderstaande tabel is een aantal sleutelwoorden opgenomen. De lijst is niet meer dan een hulpmiddel, waarbij sprake kan zijn van een ‘overlapping’. Het sleutelwoord ‘in totaal’ kan bijvoorbeeld duiden op optellen, maar ook op vermenigvuldigen.
De redactiesommen sleutelwoorden als PDF downloaden en printen? Klik dan op de volgende link:
sleutelwoorden verhaaltjessommen
Als je kind de som twee keer hardop leest en het nog niet helemaal duidelijk wordt waar het in de som om gaat, kun je met behulp van de lijst sleutelwoorden proberen te vinden in het verhaaltje en deze onderstrepen.
3. Redactiesommen tekenen
Je kind kan de verhaaltjessom ook tekenen om duidelijk te krijgen wat de som die in het verhaaltje verstopt zit nu precies is. Je kunt dit natuurlijk ook met echte voorwerpen doen. Denk aan legoblokjes, koffiebonen en munten.
Voorbeeld optellen:
Dylan, Lotte en Lisa gaan knikkeren. Dylan heeft drie knikkers, Lotte heeft er twee en Lisa heeft vier knikkers. Hoeveel knikkers zijn dat samen?
Voorbeeld aftrekken:
Tanja kreeg voor haar verjaardag een chocoladereep. Ze breekt de reep in zeven blokjes en Tanja eet er drie op. Hoeveel blokjes zijn er nog over?
Voorbeeld vermenigvuldigen:
Op zijn verjaardag deelt Maarten snoepjes uit aan zijn vijf vriendjes. Ieder vriendje krijgt drie snoepjes. Hoeveel snoepjes heeft Maarten in totaal uitgedeeld?
Voorbeeld delen:
Het is erg warm weer. Moeder heeft negen flesjes water en deelt die uit aan haar drie kinderen. Ieder kind krijgt evenveel flesjes water. Hoeveel flesjes water krijgt elk kind?
Bij deze sommen is het niet moeilijk om er een tekening bij te maken. Naarmate de verhaaltjes lastiger worden, wordt het vaak ook moeilijker om er een tekening of schematische voorstelling bij te maken. Maar als je kind geen voorstelling heeft bij een verhaaltjessom, zal het de opgave meestal niet kunnen oplossen. Het wordt dan vaak ‘gegoochel met getallen’. Een voorbeeld:
Jaap heeft 12 knikkers. Ilse heeft er 2 keer zoveel. Hoeveel hebben ze samen?
Veel kinderen lezen zo’n verhaaltje oppervlakkig. Ze zien een 12 en een 2. De relatie tussen die getallen is bekend: 12 : 2 = 6. Dan wordt dat het antwoord, of ze tellen de 6 nog wel op bij de 12 en dan wordt het antwoord 18.
Een tekening geeft dan inzicht:
Hier is duidelijk: samen hebben ze 3 x 12 = 36 knikkers.
Naarmate de opgaven lastiger worden, vluchten veel kinderen in dit gegoochel met getallen, waarbij er dan soms toevallig een goed antwoord uitkomt, maar meestal niet.
Hoe help je je kind om een tekening/schema bij de som te maken?
Voorbeeld:
In groep 8 zitten 6 kinderen meer dan in groep 7. In groep 7 zitten 15 meisjes en 14 jongens. Hoeveel zitten er in groep 7 en 8 samen?
Deze som is lastig, omdat er zoveel getallen in staan. Tekenen of een schema maken moet stapje voor stapje.
Vraag: wat moet je weten?
Antwoord: hoeveel kinderen er in groep 7 en 8 bij elkaar zitten Laat je kind groep 7 en groep 8 opschrijven.
Vraag: wat moet je dan eerst weten?
Antwoord: hoeveel er in elke groep zitten.
Wat weet je over groep 7?
Antwoord: dat er 15 meisjes en 14 jongens zitten, dus 29 kinderen in zitten. Laat je kind 29 schrijven achter groep 7.
Wat weet je over groep 8?
Dat er 6 kinderen meer inzitten dan in groep 7.
Waar schrijf je dat op?
Achter groep 8. Dus 29+6
Als je zover bent, kan je kind de som uit de tekening halen. De een zal eerst 29+6 uitrekenen, en dan de 29 uit groep 7 erbij tellen. De ander zal zien dat je ook 2 x 29 kan doen en dan nog de 6 erbij. Het schemaatje geeft hoe dan ook meer inzicht.
Een verhaalsom tekenen betekent dus niet dat je gelijk een complete voorstelling kan maken van de som (want dan heb je de tekening eigenlijk niet nodig) maar dat je stapje voor stapje de som ontrafelt en de gegeven informatie toevoegt en combineert.
Verhaalsommen met oppervlakte/omtrek tekenen
Heeft je kind moeite met verhaalsommen met oppervlakte/omtrek? Een tekening schept duidelijkheid.
De familie Jansen heeft een tuin van 10 bij 15 meter. Ze willen er een schutting omheen zetten. De schuttingdelen zijn 2 meter breed. Hoeveel schuttingdelen hebben ze nodig?
Komt je kind er niet uit? Laat het dan (altijd zelf!) een tekening maken, het liefst op ruitjespapier. In dit geval dus een rechthoek met de maten erbij. Je kind ziet dan gelijk dat ‘eromheen’ betekent dat de schutting 2 x de lengte + 2 x de breedte moet worden. Vervolgens kan het de omtrek dan uitrekenen. Een schuttingdeel per 2 meter dus de omtrek moet nog door 2 gedeeld worden.
Dezelfde tuin moet betegeld worden. De tegels zijn 50 bij 50 cm. Hoeveel tegels zijn er nodig?
Laat je kind de tegels tekenen. Dat gaat het makkelijkst als de tekening op ruitjespapier is gemaakt.
Hoeveel kunnen er naast elkaar? 2 tegels per meter, dus 20 op 10 meter. Hoe lang worden de rijen? 2 tegels per meter, dus 30 tegels. In de tekening kan je kind nu zien dat er 20 rijen zijn van 30 tegels, dus 20 x 30 = 600 tegels.
Verhaalsommen met breuken
Veel kinderen hebben moeite met verhaalsommen waarin breuken voorkomen.
Voorbeeld:
Uit een vol vat water is ¾ deel geschept. Er zit nu nog 12 liter in. Hoeveel zat er eerst in?
Best lastig, maar niet als je hem tekent: er is ¾ uit, dus er zit nog een kwart in. Dat kwart is 12 liter. In deze tekening is duidelijk te zien dat er eerst 4 x 12 in zat.
Bij andere verhaalsommen met breuken is het handig om altijd de breukencirkel erbij te tekenen.
Johan geeft een deel van zijn postzegelverzameling weg. Hij geeft 2/3 deel van zijn verzameling van 180 postzegels weg. Hoeveel houdt hij over?
Als je kind dit niet gelijk snapt, laat het dan een breukencirkel tekenen. Het gaat over 2/3 dus de cirkel moet in 3 delen verdeeld zijn. De hele verzameling, dus het geheel, was 180. Hoeveel is 1 deel (dus 1/3)? In de cirkel is duidelijk te zien dat je het geheel (180) dus door 3 moet delen (=60). Dat is het deel dat hij zelf houdt. De rest (dus 2 x 60) geeft hij weg.
Je kunt de verschillende strategieën ook combineren. Met luisteren, sleutelwoorden zoeken, tekenen (zien) en voelen bied je je kind alle kans om grip te krijgen op de verhaaltjessommen.
Je kunt bijvoorbeeld de volgende stappen combineren:
- 1. Je kind leest de som twee keer hardop voor
- 2. Zoekt sleutelwoorden van de lijst in de tekst
- 3. Tekent de som of maakt er een schema bij
- 4. Hanteert echte voorwerpen bij het in beeld krijgen van de inhoud van de som
- 5. Controleert het antwoord
4. De verhoudingstabel als oplossingsmethode
In de methodes wordt regelmatig gebruikgemaakt van de verhoudingstabellen als oplossingsmethode. Bij het oplossen van verhaalsommen kan de verhoudingstabel ook vaak gebruikt worden. Het voordeel van de verhoudingstabel is dat je de informatie uit de som op een vaste, overzichtelijke manier rangschikt en zo de opgave overzichtelijk maakt.
De verhoudingstabel kan gebruikt worden bij sommen die gaan over:
Afstand/tijd/snelheid
Marjoke fietst op één dag 90 kilometer. Ze fietst gemiddeld 15 km/uur. Ze vertrok ’s morgens om 9:00 uur. Hoe laat kwam ze aan?
Dit is beste een ingewikkelde som. Help je kind met deze som, door de vraag te stellen: als je weet hoe laat je vertrekt en moet weten hoe laat je er bent, welke informatie heb je dan nodig? Het antwoord is natuurlijk dat je moet weten hoelang je erover doet. De duur van de tocht is hier de grote onbekende, en die kan je berekenen met de verhoudingstabel. Vul eerst in wat je weet:
Dan ga je een handige manier zoeken om van 15 naar 90 te ‘komen’. Dat kan door gewoon uit te proberen: eerst keer 2, dat is 30 en dat gaat weer 3 keer in de 90. Dus dan ziet het er zo uit:
Misschien ziet je kind niet gelijk dat je het keer 2 en dan keer 3 kunt doen. Het handige van de verhoudingstabel is dat je meerdere stapjes kunt zetten, zolang je boven en onder maar hetzelfde doet. In dit geval had ook de 30 weer verdubbeld kunnen worden, dus:
Ook hier zie je: over 30 kilometer doet ze 2 uur en over 60 km 4 uur. 30 + 60 = 90 km dus doet ze er 2 + 4 = 6 uur over.
Komt je kind er helemaal niet uit, of is het een som met moeilijkere getallen? Dan kun je de vraag: hoeveel keer gaat het eerste getal (15) in het tweede (90) ook beantwoorden door er een deelsom van te maken (90 : 15). Maar stimuleer je kind zoveel mogelijk om het uit te rekenen door de getallen te vermenigvuldigen. Kom je er niet door te verdubbelen, probeer dan om het x 3, x 5 of x 10 te doen. Door hier veel mee te oefenen, krijgt je kind meer inzicht in de relaties tussen getallen. En dat werkt door op alle gebieden van het rekenen.
Schaalsommen
Schaalsommen worden een stuk minder abstract als ze opgelost worden met de verhoudingstabel.
Een voorbeeld:
Op de kaart is de afstand tussen Eerdam en Lutte 3 centimeter. De schaal van de kaart is 1:15000. Hoe km is de afstand in het echt?
Belangrijk om te weten: bij schaal gaat het bij de verhouding in centimeters. Dus voor en achter de dubbele punt staat de lengte in centimeters.
De schaal is 1:15000 betekent: Elke centimeter op de kaart is in het echt 15000 centimeter.
De verhoudingstabel ziet er nu zo uit:
Omdat het antwoord in km gegeven moet worden is het handig om de centimeters eerst om te rekenen naar kilometers, dat scheelt een hoop nullen.
Verhaalsommen met procenten
Voor het uitrekenen van sommen met procenten is de verhoudingstabel een ideaal hulpmiddel.
Een broek wordt verkocht met 15% korting. De broek kostte eerst € 60,00. Hoeveel korting krijg je?
Eerst wordt de informatie uit de som weer in de tabel gezet. De oorspronkelijke prijs is 100%.
Dit is de standaardmanier die altijd werkt bij sommen met procenten: eerst 1% uitrekenen, dus boven en onder delen door 100. En dan vermenigvuldigen met het percentage dat gevraagd wordt.
Deze som kan ook anders opgelost worden:
Eigenlijk kan iedere keer- of deelsom opgelost worden met een verhoudingstabel. Het grote voordeel hiervan is dat het gelijk veel inzicht en overzicht geeft.
Een paar voorbeelden:
Twee doosjes met ieder 8 potloden kosten € 4,20. Hoeveel kosten 9 van deze doosjes?
Als deze gegevens in een verhoudingstabel gezet worden, is het gelijk overzichtelijk:
Nu wordt gelijk duidelijk dat als 2 doosjes € 4,20 kosten, dat dan 1 doosje €2,10 kost en 9 doosjes dus 9 x €2,10. Dat er 8 potloden in zitten is overbodige informatie. De som wordt nu zo opgelost:
5. Redactiesommen oefenen
Om je kind de som in het verhaaltje te leren herkennen is het goed om veel van dezelfde soort sommen te oefenen. Als je kind in groep 7 zit, kun je van bijvoorbeeld breuken eerst de kale sommen oefenen en vervolgens veel van dezelfde sommen in de vorm van redactiesommen.
Ook hiervoor zijn de oefenboeken rekenen van Aandacht voor Rekenen zeer geschikt. Per hoofdstuk is een bepaalde soort som opgenomen. Hiervan zijn eerst kale sommen te oefenen en vervolgens dezelfde soort som in de vorm van verhaaltjessommen.: oefenboeken rekenen
Redactiesommen op het niveau van de groep van je kind oefenen?
- Redactiesommen groep 3
- Redactiesommen groep 4
- Redactiesommen groep 5
- Redactiesommen groep 6
- Redactiesommen groep 7
- Redactiesommen groep 8
Oefening Rekenen Groep 2 (Gratis)
Oefenbladen Groep 3 Rekenen (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 4 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 5 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)
Oefenbladen Rekenen Groep 7 (Gratis)
-
Oefenboeken Cito-IEP Midden + Eind Groep 7
Oorspronkelijke prijs was: 54,00.39,95Huidige prijs is: 39,95. Aanbieding! Voeg toe -
Oefenboeken Rekenen Groep 8 – deel 1 + 2
Oorspronkelijke prijs was: 54,00.39,95Huidige prijs is: 39,95. Aanbieding! Voeg toe -
Breuken en Procenten oefenpakket (Cito – IEP)
Oorspronkelijke prijs was: 100,85.87,00Huidige prijs is: 87,00. Aanbieding! Voeg toe
Toen ik “vroeger”heel lang geleden op de lagere school zat haalde ik altijd hoge cijfers met rekenen, zolang het maar
normale sommen waren, ik was altijd heel snel in hoofdrekenen. Ik heb een soort van fotografisch geheugen. voor
mij wil dat zeggen dat als ik mijn ogen sluit en maar een paar seconden nadenk, dan zie ik alle rijtjes weer voor
me en kan het antwoord zo opschrijven. zelfs nu nog steeds, zolang er maar geen onzin bij staat. Echter van verhaal
sommen lukken mij totaal niet. Hier een waar gebeurd voorbeeld. Mijn juffrouw vroeg. Piet heeft 10 guldens en geeft er 4 aan
zijn vrouw, hoeveel heeft hij over?? Aangezien ik die juffrouw geen antwoord gaf vroeg de juffrouw aan mij van: Zeg petertje,
jij kent toch wel iemand die Piet heet?? Ja juffrouw, was mijn antwoord, maar die piet die ik ken die heeft geen vrouw dus dan
kan ik die som toch ook nooit uitrekenen? Mede dankzij mijn geheugen had ik exacte vakken gekozen als vervolg opleiding.
Puur onthoud werk was en is nog steeds voor mij het eenvoudigste wat er bestaat.
Dank voor je bericht Peter.
Hartelijke groet,
Carola
Leuk #
Uitstekende uitleg. Zeer behulpzaam voor alle groepen van de basisschool, dank je wel , Maaike!
Fijn om te horen Veronica! Dank voor je bericht.
Ik ga het aan Maaike doorgeven.
Hartelijke groet,
Carola
Ik wil graag bij jullie bestellen maar weet niet hoe? Het gaat om rekenen en spelling van groep 5
Beste Hanan,
Hier kun je de oefenboeken voor groep 5 bestellen: https://shop.wijzeroverdebasisschool.nl/
Hartelijke groet,
Carola
“De familie Jansen heeft een tuin van 10 bij 15 meter. Ze willen er een schutting omheen zetten. De schuttingdelen zijn 2 meter breed. Hoeveel schuttingdelen hebben ze nodig?
Komt je kind er niet uit? Laat het dan (altijd zelf!) een tekening maken, het liefst op ruitjespapier. In dit geval dus een rechthoek met de maten erbij. Je kind ziet dan gelijk dat ‘eromheen’ betekent dat de schutting 2 x de lengte + 2 x de breedte moet worden. Vervolgens kan het de omtrek dan uitrekenen. Een schuttingdeel per 2 meter dus de omtrek moet nog door 2 gedeeld worden.”
Die snap ik niet, rare vraagstelling of rare berekening. De familie Jansen wil een schutting tegen de achtergevel van hun huis? Normaal gesproken zet je toch maar aan drie kanten een schutting?
Jemig, ik raak, als rekentalent (NOT!) zelf in de war van die verhaaltjessommen joh!?
Dank je wel Maaike. De tips gaan mij helpen om weer iemand anders te helpen.
Hartelijk dank voor alle informatie/tips en oefenbladen. Mijn zoon (groep 4) oefent veel mee.
Heel erg bedankt voor de oefenbladen. Mijn dochter heeft er heel veel profijt van. Ik vind het heel handig hoe het hier wordt uitgelegd. Tegenwoordig gebruiken ze op school een tablet zonder enig uitleg verder. Vroeger op school leerde wij het door de sommen uit te werken op een kladblaadje. Zo leer ik haar dat ook.
Geef sinds kort rekenbijles aan een Syrisch jongetje en ben enorm blij met de rekenlessen van groep 4. Was nog niet bekend met de nieuwe reken methode. Heel hartelijk dank.
Uitermate goed doordachte aanpak! “Rekenen is tekenen”, was ooit de slogan van één van mijn leermeesters…
Helaas wordt op scholen, vooral op tablets en in rekenwerk dat door kinderen zelf wordt nagekeken, alléén het antwoord beoordeeld. Dus: goed of fout.
De kladpapieren/bijlagen waarop uitwerkingen zoals hier boven weergegeven, staan, zijn véél belangrijker om beoordeeld te worden door de leerkracht dan “een los antwoord”.
Ja, nakijken kost veel tijd, maar goed onderwijs kòst nu eenmaal veel (naschoolse !) tijd.
Maaike en team: Mijn complimenten!
Beste Peter,
Dank voor je reactie en compliment!
Ja, het gebruikte kladpapier bevat inderdaad ‘een schat’ aan informatie..
Hartelijke groet,
Carola
Wij werken nu al 2 jaar thuis met jullie oefenboeken en ik vind echt dat het het geld waard is, mits je natuurlijk wel je kind hier in begeleid. Sluit echt aan bij dat wat ze op school moeten ‘kunnen’. Wij laten onze dochter de antwoorden opschrijven op een apart blaadje, waardoor ook haar zusje en broertje van de boeken t.z.t gebruik kunnen maken. 😉
Hallo Linda, wat fijn om te horen! Dank voor je bericht!
Hartelijke groet,
Carola