

Laat je kind hardop verwoorden wat het in grafieken en tabellen ziet. Stel vragen als: “Wat vertelt de titel?”, “Wat betekenen de getallen op de assen?” en “Welke conclusie kun je trekken?”. Door deze aanpak leert je kind niet alleen tabellen aflezen, maar ook de informatie interpreteren en verbanden leggen, essentiële vaardigheden bij begrijpend lezen.
De belangrijkste strategieën zijn: eerst de titel lezen, de assen of kolomkoppen bestuderen, de legenda bekijken, patronen herkennen, gegevens vergelijken en conclusies trekken. Leer je kind om systematisch te werk te gaan en geen stappen over te slaan. Zo leert je kind systematisch te werken en informatie goed te interpreteren.
Grafieken en tabellen vereisen specifieke vaardigheden zoals het omzetten van visuele informatie naar betekenis. Kinderen moeten eerst leren hoe ze de structuur moeten ‘decoderen’ voordat ze de inhoud kunnen begrijpen. Daarnaast moet je kind verschillende informatiesoorten tegelijk verwerken: titels, assen, legenda’s en de data zelf, wat cognitief uitdagend kan zijn.
Een tabel toont informatie in rijen en kolommen met precieze waarden, terwijl een grafiek dezelfde informatie visueel weergeeft met vormen, lijnen of kleuren. Tabellen zijn geschikt voor het opzoeken van specifieke gegevens, terwijl grafieken beter zijn voor het tonen van patronen, trends en verhoudingen. Beide hebben hun eigen sterke punten bij het weergeven van informatie.
Grafieken en tabellen komen het meest voor bij rekenen/wiskunde, wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur) en studievaardigheden/begrijpend lezen.
Maar ook bij andere vakken worden ze steeds vaker gebruikt. Het is een vaardigheid die vakoverstijgend is en belangrijk is voor de algehele ontwikkeling van informatiegeletterdheid van je kind.
Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn. Hierdoor voorkom je verwarring en ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’. De methodes die wij gebruiken worden breed toegepast in het Nederlandse basisonderwijs.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online leren met de videolessen, maar ook offline oefenen om het geleerde toe te passen en echt te verankeren in het langetermijngeheugen.
Ja, je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn gedurende een jaar onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind in eigen tempo leren en indien nodig bepaalde onderdelen vaker bekijken tot het concept helemaal duidelijk is.
Wil je je kind helpen nog beter te worden in het begrijpen van informatieweergave in verschillende vakken? Bekijk dan ook onze video over begrijpend lezen, waar soortgelijke vaardigheden worden toegelicht.
In deze uitgebreide uitleg leer je alles over het aflezen en begrijpen van tabellen, grafieken, windrozen en legenda’s. Je kind komt deze informatievormen bij verschillende vakken op school tegen en het is belangrijk dat het deze correct kan interpreteren.
Grafieken en tabellen zijn hulpmiddelen om informatie overzichtelijk weer te geven, zodat je snel belangrijke gegevens kunt vinden en verbanden kunt leggen. Ze komen voor bij rekenen, begrijpend lezen, studievaardigheden, aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs.
Een tabel is een georganiseerde weergave van informatie in rijen en kolommen. De kracht van een tabel ligt in de overzichtelijkheid, je kunt snel specifieke informatie opzoeken zonder een hele tekst te hoeven lezen.
Het aflezen van een tabel gebeurt in drie eenvoudige stappen:
Tabellen zie je in het dagelijks leven bijvoorbeeld als afstandstabellen (zoals: hoe ver is het van Amsterdam naar Groningen?), verhoudingstabellen op etiketten van voedingsproducten, of ingrediëntenlijsten in recepten.
Grafieken zijn visuele weergaven van cijfermatige informatie. Net als tabellen maken ze het gemakkelijker om patronen, verbanden en trends te ontdekken. Bij Wijzer over de Basisschool adviseren we om bij elke grafiek eerst de titel en assen goed te bekijken voordat je de gegevens interpreteert.
Er zijn verschillende soorten grafieken die je kind op school tegenkomt:
Een staafgrafiek gebruikt rechthoekige balken (staafjes) om waarden weer te geven. De lengte van elke staaf komt overeen met de waarde die wordt weergegeven. Staafgrafieken zijn handig om categorieën met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld het aantal verkochte ijsjes per maand.
In een lijngrafiek worden datapunten verbonden door een lijn. Deze grafiekvorm is ideaal om veranderingen over tijd te laten zien, zoals temperatuurschommelingen gedurende een week of groei van een kind over meerdere jaren.
Een beeldgrafiek gebruikt pictogrammen of symbolen om informatie weer te geven. Elk pictogram staat voor een bepaalde hoeveelheid. Deze vorm is vooral bij jongere kinderen populair omdat de visuele weergave aanspreekt.
Een cirkeldiagram (taartdiagram) toont hoe verschillende delen samen een geheel vormen. Elke “taartpunt” vertegenwoordigt een percentage van het totaal. Dit type grafiek is handig om verhoudingen tussen verschillende categorieën te tonen, bijvoorbeeld hoe je tijd verdeelt over verschillende activiteiten.
Bij grafieken spelen de horizontale as (x-as) en verticale as (y-as) een cruciale rol. Op deze assen staat essentiële informatie zoals tijdseenheden, categorieën of meetwaarden. Zonder deze informatie is een grafiek moeilijk te interpreteren.
Een legenda is een verklarende lijst die uitlegt wat symbolen, kleuren of patronen in een grafiek of kaart betekenen. Je vindt deze vaak bij beeldgrafieken, cirkeldiagrammen en kaarten. Help je kind om altijd eerst de legenda te bekijken voordat het conclusies trekt uit wat het ziet.
Naast de standaard grafieken komt je kind ook speciale diagrammen tegen die relaties of processen visualiseren.
Een boomdiagram lijkt op een boom die op zijn zijkant ligt. Je begint links met één concept (de stam) en volgt vervolgens de vertakkingen naar steeds specifiekere onderverdelingen (takken).
Boomdiagrammen worden vaak gebruikt om categorieën, indelingen of hiërarchieën weer te geven.
Een stroomdiagram toont een proces of een reeks beslissingen. Je volgt de pijlen van begin tot eind, waarbij je op beslispunten een keuze maakt voor het verdere verloop. Dit type diagram helpt bij het visualiseren van procedures en besluitvormingsprocessen.
Beide diagramtypes maken intensief gebruik van pijlen om verbanden of richtingen aan te geven. Het grote verschil is dat een boomdiagram categoriseert, terwijl een stroomdiagram een proces met keuzemogelijkheden weergeeft.
Een windroos is een hulpmiddel om richtingen te bepalen en wordt vaak op kaarten afgebeeld. Je vindt windrozen op atlaskaarten, stadsplattegronden en landkaarten, maar soms ook op gebouwen of kerktorens.
De standaard windroos toont 4 hoofdrichtingen:
Daarnaast zijn er ook tussenrichtingen zoals noordoost, zuidwest enzovoort. Een handig ezelsbruggetje om de volgorde van de windrichtingen te onthouden is “Nooit Op Zonder Wekker” waarbij de eerste letters staan voor Noord, Oost, Zuid en West.
Een andere geheugensteun is het woord “roos” – de ‘r’ staat voor ‘rechts’ (het oosten), en dan volgt “oos” van “oost”. Dit helpt kinderen onthouden dat het oosten altijd rechts ligt op een windroos.
Je kunt je kind helpen vaardig te worden in het aflezen van grafieken en tabellen door hier samen mee te oefenen:
Door regelmatig te oefenen ontwikkelt je kind niet alleen belangrijke vaardigheden voor school, maar ook voor het dagelijks leven waar deze informatieweergave steeds vaker voorkomt.