
De doorstroomtoets meet de kennis en vaardigheden van je kind op het gebied van taal, rekenen en begrijpend lezen. Deze toets geeft samen met het schooladvies een beeld van welk niveau voortgezet onderwijs het beste bij je kind past. De resultaten helpen om een weloverwogen keuze te maken voor de middelbare school.
Nee, het schooladvies kan na de doorstroomtoets niet omlaag worden bijgesteld. Als je kind op de doorstroomtoets hoger scoort dan het schooladvies, moet de school het advies heroverwegen. De school kan dan besluiten het advies naar boven bij te stellen, maar is daartoe niet verplicht. Het advies kan echter nooit lager worden.
De beste voorbereiding is regelmatig oefenen met verschillende soorten opgaven en werken aan een positieve mindset. Zorg voor voldoende rust, gezond eten en ontspanning in de dagen voor de toets. Bespreek met je kind de strategieën uit deze video, zoals goed lezen, rustig werken en zelfvertrouwen opbouwen. Op onze pagina over begrijpend lezen vind je aanvullende tips.
De uitslag van de doorstroomtoets bestaat uit een totaalscore en scores per onderdeel (taal, rekenen en begrijpend lezen). Bij deze score hoort een indicatie voor het best passende niveau van voortgezet onderwijs, variërend van vmbo-basis tot vwo. De school bespreekt deze uitslag samen met het eerder gegeven schooladvies met jou en je kind.
Help je kind door te focussen op wat het al kan in plaats van wat nog moeilijk is. Benoem specifieke sterke punten en vooruitgang. Leer je kind positieve gedachten zoals ‘Ik heb goed geoefend’ of ‘Ik doe mijn best en dat is genoeg’. Vermijd uitspraken als ‘Deze toets is heel belangrijk’ of ‘Je moet goed scoren’. Dit verhoogt de druk en kan stress veroorzaken.
Bij toetsangst helpt het om met je kind ademhalingsoefeningen te doen, zoals diep inademen door de neus en langzaam uitademen door de mond. Bespreek concreet wat je kind eng vindt en werk samen aan oplossingen. Zorg voor voldoende slaap en een gezond ontbijt op de dag van de toets. Overweeg bij ernstige toetsangst een gesprek met de leerkracht of intern begeleider voor extra ondersteuning.
Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet’-discussies meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn op school.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de voorbeeldvideo-pagina of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Toetsen op de basisschool hebben een duidelijk doel: meten wat je kind al beheerst en waar nog hulp nodig is. Met een toets meet je welke onderdelen van een schoolvak je kind al snapt en goed kan toepassen. Na een toets wordt ook duidelijk waar nog extra uitleg of oefentijd voor nodig is.
Op de basisschool maakt je kind ongeveer 2 keer per jaar toetsen voor vakken als lezen, rekenen, spelling en begrijpend lezen. Dit zijn de zogenaamde leerlingvolgsysteemtoetsen (LVS-toetsen). Deze toetsen staan los van de methodes die in de klas worden gebruikt.
Scholen kunnen kiezen uit verschillende toetssystemen zoals Leerling in beeld (Cito), IEP of Route 8. Met deze toetsen volgen leerkrachten de ontwikkeling van je kind gedurende de hele basisschooltijd. Naast deze leerlingvolgsysteemtoetsen maakt je kind ook methodetoetsen, zoals topotoetsen, geschiedenistoetsen of reguliere taal- en rekentoetsen die wél bij de lesmethodes horen.
Het allerbelangrijkste voor je kind bij het maken van een toets is hoe het zich voelt. Wanneer je kind zich goed voelt, vrolijk is en zich fit voelt, kan het met meer zelfvertrouwen een toets maken. De juiste mindset maakt een groot verschil!
Een mooi voorbeeld hiervan is een sportteam. Wanneer spelers van het Nederlands elftal gapend op het veld staan of tegen elkaar zeggen: “Deze tegenstander is te sterk voor ons”, is de kans klein dat ze winnen. Hetzelfde geldt voor je kind bij een toets.
Wat je kind nodig heeft voor een optimaal resultaat is zelfvertrouwen en helpende gedachten. Leer je kind om tegen zichzelf te zeggen: “Ik kan het!” of “Ik heb dit al vaak geoefend, dit gaat me lukken!” Deze positieve gedachten helpen enorm. Gedachten als ‘Ik weet dit niet’ of ‘Ik kan dit niet’ werken juist averechts en leiden tot onzekerheid.
Geef je kind deze praktische tip mee: als er tijdens de toets een vervelende gedachte opkomt, jaag deze dan weg. Blijf rustig en denk: “Ik sla deze vraag even over. Misschien weet ik het antwoord straks wel.” Bij nervositeit of stress helpt het om even diep in en uit te ademen en tegen jezelf te zeggen: “Geen paniek! Even rustig lezen, kijken en concentreren. Dit kan ik best.”
De meest waardevolle strategie voor het maken van een toets is: GOED LEZEN! Leer je kind de vragen rustig en heel precies door te lezen. Alle woorden in een vraag zijn belangrijk. Een effectieve aanpak is om een vraag 2 keer te lezen. Eerst om te begrijpen waar de vraag over gaat en daarna om alle woorden nauwkeurig te lezen.
Bij het lezen is een laag tempo belangrijk. Wijs je kind erop dat kleine woordjes in de vraag, zoals ‘niet’, ‘wel’, ‘meer’, ‘minder’, ‘grootst’ of ‘kleinst’, cruciaal zijn. Deze woorden bepalen wat je kind moet opzoeken of uitrekenen.
Ook het bekijken van plaatjes bij een tekst is essentieel. Plaatjes staan er niet voor niets, ze geven uitleg over de tekst of bevatten informatie die nodig is om de vraag te beantwoorden.
Stimuleer je kind om een kladblaadje te gebruiken. Hierop kan het tussenstappen, berekeningen, ezelsbruggetjes of aandachtspunten noteren. Als er in de toets verwijzingen staan zoals ‘Lees regel 13 tot en met 18 nog eens’, moet je kind dit ook daadwerkelijk doen. Het is slim om ook enkele regels voor en na de aangegeven passage te lezen, want vaak zijn daar de antwoorden te vinden.
Voor rekentoetsen zijn er specifieke strategieën die je kind kunnen helpen. Een belangrijke tip is om het antwoord eerst te schatten. Schatten betekent ongeveer uitrekenen. Wanneer je kind een som eerst globaal uitrekent, kan het later controleren of het precieze antwoord logisch is. Als deze ver uit elkaar liggen, is er waarschijnlijk ergens een rekenfout gemaakt.
Het is ook belangrijk dat je kind het gevonden antwoord altijd checkt. Kan dit antwoord eigenlijk wel kloppen? Is het een logisch antwoord bij deze som? Bij twijfel is het verstandig om de som nog eens uit te rekenen.
Wijs je kind ook op de maateenheden in rekensommen. Gaat het om kilometers, liters, uren of minuten? Welke maateenheden staan in de vraag en welke moeten in het antwoord worden gebruikt?
Een handige strategie is om tekeningen te maken of situaties te visualiseren. Als je kind tekent wat er gebeurt of het zich voor ogen haalt, begrijpt het de opdracht vaak veel beter.
Voor het beantwoorden van meerkeuzevragen (multiple choice) is een specifieke aanpak effectief. Leer je kind eerst de vraag rustig en goed door te lezen. Vervolgens moet het proberen de vraag zelf te beantwoorden voordat het naar de antwoordmogelijkheden kijkt. Daarna kan je kind controleren of het eigen antwoord tussen de opties staat.
Als je kind geen idee heeft van het antwoord, kunnen de gegeven opties helpen. Je kind kan de antwoorden lezen en de opties wegstrepen waarvan het zeker weet dat ze niet kloppen. De overgebleven opties kan het dan controleren door terug te kijken in de tekst of door een berekening te maken.
Soms staan er op een antwoordblad meerdere keren dezelfde letter achter elkaar, bijvoorbeeld 6 keer een A. Leg je kind uit dat dit gewoon kan voorkomen en dat het zich hier niet onzeker over hoeft te voelen.
Tot slot een belangrijke tip: als je kind een vraag niet weet, kan het deze beter overslaan en er later op terugkomen. Wel is het belangrijk dat het op het antwoordblad ook een regel overslaat, anders komen alle volgende antwoorden verkeerd te staan. Adviseer je kind om een rondje om de overgeslagen vraag te zetten of deze op het kladblaadje te noteren. En als je kind het echt niet weet? Vul ALTIJD iets in, want niets invullen is sowieso fout.