Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In deze uitleg leer je hoe je breuken kunt omrekenen naar procenten. Je ontdekt hoe je percentages uitrekent met een tekening, een deelsom of een vermenigvuldiging.
De video hierboven laat je stap voor stap zien hoe je dit aanpakt en hoe je ook het bijbehorende kommagetal vindt.
‘Procent’ betekent letterlijk: ‘van de 100’.
1% betekent dus 1 van de 100. Dat kun je schrijven als 1/100 of als kommagetal: 0,01.
Van breuk naar procent: drie manieren
Je kunt een breuk op drie manieren omrekenen naar een percentage:
1. Tekenen van een strook of cirkel en die verdelen in gelijke stukken.
2. Een deelsom maken: 100 delen door de noemer.
3. Rekenregel: teller keer 100 en noemer keer 1 → uitkomst delen.
• 1/4 → 25% → 0,25
• 1/10 → 10% → 0,1
• 1/5 → 20% → 0,2
• 1/8 → 12,5% → 0,125
• 1/3 → ongeveer 33,33% → 0,33
• 3/4 → 75% → 0,75
• 3/20 → 15% → 0,15
• 6/25 → 24% → 0,24
• 4/5 → 80% → 0,8
Sommige breuken kom je vaak tegen in sommen of in het dagelijks leven. Die zijn handig om uit je hoofd te leren:
• 1/2 = 50%
• 1/4 = 25%
• 3/4 = 75%
• 1/5 = 20%
• 1/10 = 10%
• 1/8 = 12,5%
• 1/3 = 33,33%
Bij elke breuk en elk percentage hoort ook een kommagetal.
Dat helpt je bij andere rekenonderdelen, zoals verhoudingen of geldsommen.
Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan het pakket met videobijles en/of het oefenboek.