10 Telspelletjes groep 1 voor thuis

Telspelletjes zijn het begin van ‘echt’ rekenen. Door te tellen is je kind spelenderwijs bezig met de getallenrij, getalbegrip en hoeveelheden. Zo weet je kind dat 8 minder is dan 10 en 6 meer dan 3. Wil je thuis spelenderwijs telspelletjes oefenen met je kind uit groep 1? Hierbij een overzicht van 10 telspelletjes voor groep 1 om inspiratie op te doen.

Lees ook:

Geen production gevonden

1. Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven?

Bewegen en leren tellen gaan goed samen. Ken je het lied: ‘Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven?’

Dit is een kinderlied dat al lang bestaat, maar nog steeds het tellen tot 7 uitstekend aanleert. Je kunt als variant hierop ook aftellen. Het aftellen bij het refrein gaat dan zo:

Dat is 7, dat is 6, dat is 5, dat is 4, dat is 3, dat is 2 en dat is 1 en 0.

Mocht je de woorden en wijs even kwijt zijn, dan is dit lied eenvoudig op YouTube terug te vinden.

telspelletjes groep 1 bewegen en leren

2. Bouw een toren

Je hebt hiervoor een dobbelsteen en Duplo of Kapla nodig. Om de beurt gooien jullie de dobbelsteen. Zoveel ogen als je gooit, zoveel blokken zet je op elkaar. Wie heeft er na 3 keer gooien de hoogste toren? 

Iedere keer als iemand met de dobbelsteen gooit, kun je hardop tellen hoeveel ogen het zijn. Hierna tel je samen de blokken. Tenslotte kun je de toren tellen. Zo ben je in 1 spel bezig met meerdere telvarianten.

3. Tellen in huis

Tellen in huis kan op veel manieren. Zeker als je iets laat tellen wat de interesse van je kind heeft, zal hij het tellen spelenderwijs oppakken. Is je kind weg van paarden? Laat hem alle paarden in de speelgoedbak opzoeken en op een rij zetten. Tellen maar!

Is je kind dol op dinosaurussen en auto’s? Zet ze dan eens in een lange rij. De eerste stap met tellen is aanwijzend tellen. Terwijl je een voorwerp aanwijst, zeg je het juiste getal van de getalrij erbij.

Mooi voordeel: De speelgoedbak wordt meteen opgeruimd.

telspelletjes groep 1 samen tellen en opruimen

4. Expres een foutje maken

Zet de dieren van Playmobil of de figuren van Duplo eens op een rij. Tel hardop en maak expres een fout. Ga bijvoorbeeld van 3 naar 5 of van 8 naar 4. Waarschijnlijk zal je kind je corrigeren. Maak er een grapje van. ‘Hé, nee hoor, na 3 komt echt 10. Of hoe hoort het dan?’ 

Tip: Bouw het fouten maken langzaam op. Start bijvoorbeeld met 1 fout getal. Als dit goed gaat, bouw je op naar 2. 

5. Tenen en vingers tellen

Lichaamsdelen zitten helemaal in de belevingswereld van de kleuter. Ze zijn druk bezig om hun lichaam te ontdekken. Vraag eens hoeveel oren je kind heeft. En hoeveel jij er hebt. Je kunt eindeloos variëren: vraag bijvoorbeeld hoeveel vingers, tenen, armen, neuzen, wangen en wenkbrauwen iemand heeft. 

Als het je kind al goed lukt om tot 10 te tellen, kun je proberen of de volgende stap ook lukt: doortellen van 10 naar 11. Praktisch gezien tel je eerst de vingers en na de tiende vinger ga je door naar de teen. ‘Dat is 11 en dat is…’ 

Oefening Rekenen Groep 2 (Gratis)

Oefenbladen Groep 3 Rekenen (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 4 (Gratis)

6. De cijfers op een rij

Ken je de getallenrij van Duplo? Deze en andere cijfers lenen zich ook uitstekend voor een leuk telspel in groep 1. Laat je kind eerst de getallenrij op de juiste volgorde leggen. Als dit lastig is, kun je dit natuurlijk begeleiden. Kleuters kunnen nog niet altijd het cijfer aan de hoeveelheid koppelen. Dus het getal 4 aan 4 snoepjes. Al lukt het met snoep soms toch ineens verrassend goed.

Merk je dat je kind het lastig vindt de cijfers in de juiste getalvolgorde te plaatsen? Neem dan klein materiaal als knopen, bolletjes klei of rozijnen en tel bij ieder getal uit hoeveel dit er zijn.

Tot slot maken we het iets spannender. Leg een theedoek over de rij en haal 1 cijfer weg. Tel nog eens, welke mist er? Je kunt dit uitbouwen. Haal bijvoorbeeld ook eens 2 cijfers weg. Of leg de cijfers verkeerd terug.

7. Hoeveel stappen maken we?

Dit telspel voor groep 1 kun je heel simpel toepassen. Als je samen naar de supermarkt loopt, kun je het al uitvoeren. Spreek af dat je gaat tellen hoeveel stappen jullie zetten. Tel hardop mee. Zullen we bij de 10 een huppeltje maken? Of omhoog springen? Let erop dat je telt per stap. Enthousiaste kinderen kunnen wel eens niet de stappen tellen, maar vooral snel willen tellen.

8. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het zijn er zoveel

Dit is de variant op het spel Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is… Nu noem je een getal in plaats van een kleur. Bijvoorbeeld: ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het zijn er 4. 4 stoelpoten of 4 knoppen aan de oven. Het leuke is dat je zelf ook je eigen omgeving door een heel andere bril ziet.

telspelletjes groep 1 telbril

9. De tafel dekken

De tafel wordt dagelijks gedekt. Laat je kind eens tellen hoeveel borden, vorken, messen, lepels en ander serviesgoed er nodig zijn. Zeg dat er 2 extra gasten komen. Of nodig de knuffels van je kind uit. Die willen ook een bord. Hoeveel moet je kind er dan neerzetten? 

10. Samen delen

Als het tellen al goed gaat, is een vervolgstap om kennis te maken met delen. Bijvoorbeeld: ik heb 4 dropjes, we delen ze eerlijk. Hoeveel krijg jij er en hoeveel ik? Geef om de beurt een dropje en tel daarna hoeveel dropjes je zelf hebt. Dit is de opstap om te leren dat 2 en 2 samen 4 is.

Welk telspel voor groep 1 spelen jullie thuis wel eens? Laat het ons weten in een reactie!

Weer je meer leuke en leerzame spelletjes ontdekken? Lees dan de volgende artikelen:

Mirjam de Stigter, BEd

Mirjam heeft 13 jaar onderwijservaring in het basisonderwijs. Zo heeft ze ruim 8 jaar gewerkt in het fase onderwijs en draaide ze daar ieder half jaar fase 4/5 (2e half jaar groep 2 en 1e half jaar groep 3) of fase 5/6. ( 1e en 2e helft groep 3).

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *