Vermenigvuldigen onder elkaar – duidelijke uitleg met voorbeelden

In deze uitleg leer je hoe je cijferend vermenigvuldigt. Je ontdekt hoe je getallen onder elkaar zet, hoe je netjes werkt met ‘hulpnulletjes’ en hoe je keersommen stap voor stap oplost.

De video hierboven laat dit precies zien met handige uitleg en duidelijke voorbeelden.

Wat is cijferend vermenigvuldigen?

Cijferen betekent dat je getallen onder elkaar zet en de som stap voor stap uitrekent. Bij vermenigvuldigen doe je dat van onder naar boven en je begint bij de eenheden.

Je gebruikt ruitjespapier en een positieschema, zodat je precies weet waar je elk getal moet opschrijven.

Waarom is netjes werken zo belangrijk?

Bij cijferen maak je makkelijk fouten als je niet netjes werkt. Door alles op de juiste plek te zetten, weet je zeker dat de uitkomst klopt.

Daarom gebruik je ruitjespapier en een duidelijke indeling in eenheden, tientallen en honderdtallen.

Werken met onthouden

Soms krijg je bij een vermenigvuldiging een getal met tientallen, zoals 4 × 6 = 24. Dan schrijf je de 4 op en onthoud je de 2.

De tientallen schrijf je tijdelijk boven het volgende getal. Als je dat hebt gebruikt, streep je het weer door.

Wat zijn hulpnulletjes?

Als je vermenigvuldigt met tientallen of honderdtallen, gebruik je een hulpnul of meerdere hulpnulletjes.

Bijvoorbeeld bij 763 × 27 vul je bij de tientallen (de 2) alvast een nul in onderaan de tweede rij. Dat helpt je om de juiste uitkomst op de juiste plek te zetten.

Bij honderdtallen gebruik je twee hulpnulletjes.

Eindcontrole

Als je alle tussenantwoorden hebt uitgerekend, tel je ze onder elkaar op. Dat is je eindantwoord.

Controleer of je alles netjes hebt opgeschreven en of je geen onthoudgetallen bent vergeten.

Zelf oefenen met cijferend vermenigvuldigen

In de video oefen je met sommen waarbij je vermenigvuldigt met eenheden, tientallen én honderdtallen. Zo leer je het stap voor stap.

Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan een oefenpakket met videobijles.

Videobijles Rekenen