Video Poster

Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is een speciaal soort bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft waarvan iets gemaakt is. Het vertelt je dus meer over het materiaal of de stof van het zelfstandig naamwoord. Bij Wijzer over de Basisschool leggen we uit hoe […]
Lees verder

Download gerelateerde oefenbladen

gratis oefenbladen doorstroomtoets groep 8-min
Oefenblad

Oefenbladen Doorstroomtoets Groep 8 (Gratis)

begrijpend lezen groep 8 werkbladen
Oefenblad

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 8 (Gratis)

Oefenbladen Spelling Groep 8
Oefenblad

Werkbladen Spelling Groep 8 (Gratis)

Veelgestelde vragen over de videobijles

Wat is een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan waarvan iets gemaakt is. Voorbeelden zijn: houten tafel, gouden ring, zilveren medaille, stenen muurtje, glazen wand en katoenen sokken. Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt meestal op -en, zoals bij houten van hout, gouden van goud en zilveren van zilver.

Wat is het verschil tussen een bw en een bn?

Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de rode bal. Een bijwoord (bw) zegt iets over een werkwoord, een ander bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Bijvoorbeeld: zij rent snel (over een werkwoord), een erg mooie trui (over een bijvoeglijk naamwoord), of hij rent heel hard (over een ander bijwoord).

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord van aluminium?

Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord van aluminium is gewoon aluminium. Dit is een uitzondering op de regel dat stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen op -en. Je zegt dus een aluminium ladder en niet een aluminiumen ladder. Andere uitzonderingen zijn bijvoorbeeld plastic, rubber en nylon.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord van plastic?

Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord van plastic is plastic (zonder -en erachter). Dit is een uitzondering op de regel dat stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden op -en eindigen. Je zegt dus een plastic tas en niet een plasticen tas. Deze uitzondering moet je gewoon uit je hoofd leren.

Hoe help ik mijn kind met stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden?

Je kunt je kind helpen door samen voorwerpen in huis te benoemen en te vragen waarvan ze gemaakt zijn. Maak er een spel van: “Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet… iets van hout!” Dan moet je kind een houten voorwerp zoeken. Ook kun je samen zinnen maken met stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden, zoals: “De tafel is van hout, dus het is een houten tafel.”

Hoe weet ik of de uitleg in de videobijlessen aansluit bij school?

Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en sluit aan bij wat kinderen gewend zijn.

Waar kan ik de volledige videobijles bestellen?

Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de voorbeeldvideo-pagina of in onze shop.

Is alleen een videobijles genoeg of heeft mijn kind ook oefenmateriaal nodig?

De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.

Kan mijn kind de videobijles in zijn eigen tempo volgen?

Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn gedurende een jaar onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo en moeilijke onderdelen vaker bekijken als dat nodig is.

Hoe werkt de betaling en zit ik ergens aan vast?

Je betaalt eenmalig voor het pakket en krijgt direct toegang tot de lessen voor een jaar. Er is geen abonnement, dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de video’s zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen of extra kosten.

Wil je meer leren over andere taalonderwerpen?

Bekijk dan ook onze video’s over bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. Zo krijg je een compleet beeld van deze belangrijke woordsoorten.

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is een speciaal soort bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft waarvan iets gemaakt is. Het vertelt je dus meer over het materiaal of de stof van het zelfstandig naamwoord. Bij Wijzer over de Basisschool leggen we uit hoe je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord herkent en correct gebruikt.

In groep 7 en 8 van de basisschool maken kinderen kennis met het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Ze leren dat woorden als houten, gouden en zilveren aangeven van welk materiaal iets gemaakt is. Deze kennis helpt hen bij het correct schrijven van teksten en bij het beter begrijpen van wat ze lezen.

Waar een gewoon bijvoeglijk naamwoord meestal iets zegt over eigenschappen zoals kleur (rode bal), grootte (grote hond) of karakter (lieve oma), geeft een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord specifiek aan uit welke stof iets bestaat. Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is daarmee een belangrijke categorie binnen de bijvoeglijke naamwoorden.

Hoe herken je een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Je herkent een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord door jezelf af te vragen: “Vertelt dit bijvoeglijk naamwoord waarvan iets gemaakt is?” Als het antwoord ‘ja’ is, heb je te maken met een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Ze staan meestal vóór het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven.

Enkele duidelijke voorbeelden van stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zijn:

  • De houten tafel (een tafel gemaakt van hout).
  • Een gouden ring (een ring gemaakt van goud).
  • Het stenen muurtje (een muurtje gemaakt van steen).
  • De zilveren medaille (een medaille gemaakt van zilver).
  • Een glazen wand (een wand gemaakt van glas).
  • De katoenen sokken (sokken gemaakt van katoen).
  • Een zijden draadje (een draadje gemaakt van zijde).

Als je je kind wilt helpen bij het herkennen van stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden, kun je samen voorwerpen in huis aanwijzen en vragen: “Waar is dit van gemaakt?” Als je kind antwoordt: “Van hout”, dan kun je samen het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vormen: “Dus dit is een houten tafel.”

Spellingregels voor stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

De spelling van stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden volgt een specifieke regel. In tegenstelling tot gewone bijvoeglijke naamwoorden die vaak eindigen op -e, krijgen stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden meestal een -n aan het eind.

De basisregel is als volgt:
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt meestal op -en.
Voorbeelden: houten, zilveren, gouden, stenen, katoenen, zijden

Er zijn echter belangrijke uitzonderingen op deze regel. Sommige materialen krijgen geen -en aan het eind. De bekendste uitzonderingen zijn:

  • Plastic: een plastic tas (niet: plasticen tas)
  • Aluminium: een aluminium ladder (niet: aluminiumen ladder)
  • Nylon: nylon kousen
  • Rubber: rubber handschoenen

Deze uitzonderingen moet je gewoon uit je hoofd leren. Een handige tip voor je kind is om te controleren of het woord goed klinkt als je het hardop uitspreekt. “Een plasticen tas” klinkt vreemd, terwijl “een plastic tas” natuurlijk klinkt.

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden in zinnen

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden staan meestal vóór het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: De houten stoel staat in de kamer. Het komt bijna niet voor dat ze achter het zelfstandig naamwoord staan, zoals in De stoel is houten. Dat klinkt niet correct in het Nederlands.

Wil je aangeven van welk materiaal iets gemaakt is zonder een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord te gebruiken, dan zeg je bijvoorbeeld: De stoel is van hout of Deze tafel is gemaakt van hout.

Je kunt je kind helpen door samen zinnen te maken met stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden. Vraag bijvoorbeeld: “Maak een zin met het woord ‘houten’ over deze tafel.” Je kind kan dan antwoorden: “De houten tafel is zwaar.”

Het verschil tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden

Om stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden goed te begrijpen, is het belangrijk te weten wat het verschil is tussen een bijvoeglijk naamwoord (bn) en een bijwoord (bw). Dit is een onderscheid dat kinderen in groep 7 en 8 leren maken.

Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord. Het geeft meer informatie over een persoon, dier of ding. Een bijwoord daarentegen zegt iets over een andere woordsoort, zoals een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of zelfs over een hele zin.

Vergelijk deze zinnen eens:

  • “De houten stoel.” – ‘houten’ is een bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over de stoel
  • “Hij timmert snel.” – ‘snel’ is een bijwoord dat iets zegt over het werkwoord ’timmert’

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is dus altijd een bijvoeglijk naamwoord, nooit een bijwoord, omdat het altijd iets zegt over een zelfstandig naamwoord.