Video Poster

Redekundig ontleden: het complete stappenplan

In deze uitleg leer je hoe je stap voor stap een zin redekundig ontleedt. Je gebruikt daarvoor een handig stappenplan waarbij je elk zinsdeel in een vaste volgorde onderzoekt. Dit helpt je kind om zinnen foutloos te ontleden, een belangrijke […]
Lees verder

Meer video's zoals "Redekundig ontleden: het complete stappenplan"

Download gerelateerde oefenbladen

gratis oefenbladen doorstroomtoets groep 8-min
Oefenblad

Oefenbladen Doorstroomtoets Groep 8 (Gratis)

begrijpend lezen groep 8 werkbladen
Oefenblad

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 8 (Gratis)

Oefenbladen Spelling Groep 8
Oefenblad

Werkbladen Spelling Groep 8 (Gratis)

Veelgestelde vragen over de videobijles

Hoe moet je redekundig ontleden?

Bij redekundig ontleden bepaal je de functie van zinsdelen in een zin. Volg hiervoor het stappenplan: vind eerst de persoonsvorm, dan het werkwoordelijk gezegde, markeer de zinsdelen en bepaal vervolgens het onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen. Gebruik voor elk zinsdeel de juiste vraag om het te identificeren.

Wat zijn de 6 zinsdelen?

De 6 belangrijkste zinsdelen bij redekundig ontleden zijn:
1) persoonsvorm,
2) werkwoordelijk gezegde
3) onderwerp
4) lijdend voorwerp
5) meewerkend voorwerp
6) bijwoordelijke bepaling
Op de basisschool ligt de focus op deze zinsdelen. In het voortgezet onderwijs komen daar nog andere zinsdelen bij zoals het naamwoordelijk gezegde.

Wat hoort bij taalkundig ontleden?

Taalkundig ontleden (ook wel grammaticaal ontleden genoemd) is anders dan redekundig ontleden. Bij taalkundig ontleden bepaal je de woordsoort van elk woord: zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, lidwoord, enz. Bij redekundig ontleden kijk je naar de functie van zinsdelen binnen een zin, zoals onderwerp of lijdend voorwerp.

Hoe kan ik de zinsdelen in de juiste volgorde zetten?

Het stappenplan helpt je om zinsdelen in de juiste volgorde te bepalen. Begin altijd met de persoonsvorm (tijdproef), dan het werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden), markeer zinsdelen en zoek vervolgens het onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen. Werk systematisch en gebruik voor elk zinsdeel de specifieke vraag die daarbij hoort.

Hoe kan ik mijn kind helpen met redekundig ontleden?

Help je kind door samen het stappenplan te oefenen: maak er een spel van met gekleurde stiften voor verschillende zinsdelen en oefen regelmatig met eenvoudige zinnen. Laat je kind het stappenplan uit het hoofd leren en pas de vragen consistent toe. Bekijk samen onze video’s over specifieke zinsdelen als je kind met 1 bepaald onderdeel moeite heeft.

Hoe weet ik of de uitleg in de videobijlessen aansluit bij school?

Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit voorkomt verwarring en ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’. De uitleg volgt de aanpak die kinderen gewend zijn van school, met heldere uitleg en praktische voorbeelden die aansluiten bij het niveau van de basisschool.

Is alleen een videobijles genoeg of heeft mijn kind ook oefenmateriaal nodig?

De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is essentieel voor het beheersen van redekundig ontleden. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online leren met de videolessen, maar ook offline oefenen met verschillende soorten zinnen om het geleerde toe te passen.

In deze uitleg leer je hoe je stap voor stap een zin redekundig ontleedt. Je gebruikt daarvoor een handig stappenplan waarbij je elk zinsdeel in een vaste volgorde onderzoekt. Dit helpt je kind om zinnen foutloos te ontleden, een belangrijke taalvaardigheid op de basisschool.

De video toont precies hoe je te werk gaat met duidelijke, herkenbare voorbeelden. Het doel is dat je kind uiteindelijk moeiteloos alle zinsdelen de juiste naam kan geven.

Waarom redekundig ontleden met een stappenplan?

Een zin ontleden kan best lastig zijn voor kinderen. Door het in kleine, logische stappen te verdelen, blijft het overzichtelijk en voorkom je fouten. Dit stappenplan helpt kinderen om systematisch te werken en niet per ongeluk zinsdelen over te slaan.

Werken met een vaste volgorde biedt structuur en houvast. Hierdoor weet je kind precies welk zinsdeel als eerste moet worden gezocht, welke daarna komt, enzovoort. Dit geeft zelfvertrouwen bij het maken van taalopdrachten.

Het volledige stappenplan voor redekundig ontleden

Bij het redekundig ontleden van een zin volg je altijd deze vaste volgorde:

  1. Persoonsvorm (pv) – Het werkwoord dat verandert als je de tijd van de zin verandert.
  2. Werkwoordelijk gezegde (wwg) – Alle werkwoorden in de zin.
  3. Zinsdelen markeren – Strepen zetten tussen de verschillende delen van de zin.
  4. Onderwerp (ow) – Wie of wat + werkwoordelijk gezegde?
  5. Lijdend voorwerp (lv) – Wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
  6. Meewerkend voorwerp (mv) – Aan/voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
  7. Bijwoordelijke bepaling (bwb) – Waar? Wanneer? Hoe? Waarheen?

In de video wordt getoond hoe je dit stappenplan toepast op verschillende zinnen. Je kind leert zo om het zichzelf eigen te maken, vergelijkbaar met het leren van de tafels. Uiteindelijk wordt het een automatisme.

Praktische tips voor het ontleden

In de video worden verschillende technieken besproken om de zinsdelen sneller te herkennen:

  • Persoonsvorm vinden: Zet de zin in een andere tijd of maak er een vraagzin van.
  • Zinsdelen bepalen: Kijk welke stukken van de zin je voor de persoonsvorm kunt zetten.
  • Onderwerp: Stel de vraag ’wie of wat + werkwoordelijk gezegde?’.
  • Lijdend voorwerp: Gebruik de formule ‘wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?’.
  • Kleurcodering: Geef elk zinsdeel een vaste kleur om ze visueel te onderscheiden.

Belangrijk: niet elke zin bevat alle zinsdelen. Soms ontbreekt bijvoorbeeld het meewerkend voorwerp. Dit is niet erg, controleer eenvoudig met de juiste vragen of een zinsdeel aanwezig is.

Voorbeeldzinnen uitgewerkt

Laten we een voorbeeldzin ontleden om het proces te verduidelijken:
Micha en Gaby maken soep voor hun zieke buurvrouw.

  • Persoonsvorm = maken (verandert bij tijdswijziging)
  • Werkwoordelijk gezegde = maken (geen andere werkwoorden)
  • Onderwerp = Micha en Gaby (Wie maken?)
  • Lijdend voorwerp = soep (Wat maken Micha en Gaby?)
  • Meewerkend voorwerp = voor hun zieke buurvrouw (Voor wie maken Micha en Gaby soep?)

Een tweede voorbeeld toont een zin met een bijwoordelijke bepaling:
Vanmorgen heeft Liesje een brief geschreven.

  • Persoonsvorm = heeft
  • Werkwoordelijk gezegde = heeft geschreven
  • Onderwerp = Liesje (Wie heeft geschreven?)
  • Lijdend voorwerp = een brief (Wat heeft Liesje geschreven?)
  • Meewerkend voorwerp = niet aanwezig (geen antwoord op: Aan/voor wie heeft Liesje een brief geschreven?)
  • Bijwoordelijke bepaling = vanmorgen (geeft de tijd aan)

Oefenen is de sleutel tot succes

De video benadrukt dat redekundig ontleden vooral een kwestie van veel oefenen is. Als je kind moeite heeft met een specifiek zinsdeel, kan het handig zijn om de video over dat zinsdeel nog eens te bekijken, bijvoorbeeld die over het meewerkend voorwerp of het werkwoordelijk gezegde.

Laat je kind het stappenplan uit het hoofd leren, net zoals de tafels. Regelmatig overhoren helpt om het stappenplan te automatiseren. Je kunt je kind ook helpen door samen zinnen te oefenen en het proces stap voor stap door te nemen.

Met voldoende oefening en het juiste stappenplan zal je kind steeds zekerder worden in het redekundig ontleden. Dit is een belangrijke vaardigheid die ook helpt bij het begrijpen van zinsstructuren in het voortgezet onderwijs.