Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In deze uitleg leer je hoe je breuken vergelijkt, gelijknamig maakt, op volgorde zet van klein naar groot (of andersom), en hoe je het ‘groter dan’ en ‘kleiner dan’ teken gebruikt. Breuken met elkaar vergelijken en op volgorde zetten is handig bij veel rekenopgaven.
De video hierboven laat je dit stap voor stap zien, met tekeningen, voorbeelden én handige ezelsbruggetjes.
Je kunt breuken vergelijken door ze te tekenen of door ze gelijknamig te maken.
Teken je bijvoorbeeld ½ en ¾, dan zie je al snel dat ¾ groter is dan ½.
Wil je het berekenen? Dan maak je de breuken gelijknamig. ½ wordt 2/4, en dat kun je goed vergelijken met ¾.
Als de breuken verschillende noemers hebben, kun je ze niet zomaar vergelijken. Je maakt ze dan gelijknamig.
Bijvoorbeeld: 2/3 en 6/15. Je maakt van 2/3 → 10/15. Daarna kun je 10/15 vergelijken met 6/15. Zo zie je dat 10/15 groter is.
Soms moet je meerdere breuken op volgorde zetten van klein naar groot of andersom.
Dat kan door te tekenen of door ze allemaal gelijknamig te maken.
In de video zie je dit gebeuren met de breuken ½, 1/8, 2/5, 3/10 en 6/7. Je leert ze correct te ordenen en fouten te voorkomen.
Als je breuken vergelijkt, gebruik je de tekens <, > of =.
• Is de linkerbreuk groter? Gebruik het ‘groter dan’ teken: >
• Is de linkerbreuk kleiner? Gebruik het ‘kleiner dan’ teken: <
• Zijn ze gelijk? Gebruik het ‘=’ teken.
Handig ezelsbruggetje: zet een streep aan de linkerkant van < en je krijgt de ‘k’ van ‘kleiner dan’.
De video laat voorbeelden zien zoals:
• 6/10 > 3/6
• 1/4 < 5/12
• 3/15 = 1/5
Zo leer je stap voor stap hoe je deze tekens correct toepast in rekenopgaven.
In de video oefen je met het vergelijken, gelijknamig maken en ordenen van breuken, en leer je hoe je de juiste tekens gebruikt.
Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan het oefenpakket met videobijles en opdrachten.