Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In deze uitleg leer je hoe je snelheid kunt berekenen in kilometer per uur (km/u) en meter per seconde (m/s). Je leert ook hoe je met een verhoudingstabel werkt en hoe je winnaars bepaalt bij wedstrijden op basis van tijd of afstand.
De video hierboven laat je stap voor stap zien hoe dit werkt, met duidelijke voorbeelden.
Kilometer per uur geeft aan hoeveel kilometer iets in één uur aflegt. Bijvoorbeeld: een auto rijdt 120 kilometer per uur. Dat betekent dat de auto in 1 uur 120 kilometer rijdt.
Rijdt de auto 2 uur? Dan rijdt hij 240 kilometer. En in een half uur (30 minuten) rijdt hij 60 kilometer. Zo kun je allerlei rekensommen maken.
De snelheid van de wind tijdens een storm is bijvoorbeeld 90 km/u. Een olifant loopt misschien 9 km/u. Alles wat beweegt kun je in km/u aangeven: auto’s, fietsen, dieren, de wind…
Bij korte afstanden gebruiken we vaak meter per seconde. Bijvoorbeeld: een lift die 1 meter per seconde omhoog gaat. Of een fiets die 5 meter per seconde aflegt.
Met een verhoudingstabel kun je snelheid, tijd en afstand makkelijk berekenen. Je zet bovenaan de afstand, onderaan de tijd. Wat je boven doet, doe je onder ook.
Voorbeeld: een auto rijdt 120 km/u en je wilt weten hoe lang het duurt om 24 km af te leggen. Je rekent uit dat dit 12 minuten duurt met behulp van een verhoudingstabel.
Als je met meters en seconden werkt, is het handig om eerst alles om te rekenen naar dezelfde maat. Bijvoorbeeld: van seconden naar minuten en daarna naar uren. En meters naar kilometers.
Zo kun je de snelheid van een jachtluipaard van 30 m/s omrekenen naar 108 km/u.
Bij wedstrijden zoals zwemmen of hardlopen kun je met de tijd of afstand bepalen wie heeft gewonnen.
Voorbeeld: drie zwemmers leggen 7000 meter af. Caro zwemt in 1 uur, 24 minuten en 12 seconden. Klaas in 1 uur, 24 minuten en 48 seconden. Caro heeft dan gewonnen, want zij was sneller.
Of bij hardlopen: Jacco loopt in 12 minuten 2000 meter. Devin loopt 1850 meter en Brent 1400 meter. Jacco is dan de snelste.
In de video zie je precies hoe je snelheid, afstand en tijd uitrekent. Ook leer je hoe je een verhoudingstabel goed gebruikt.
Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan het oefenpakket met videobijles en opdrachten.