Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In dit artikel lees je hoe je ze herkent, gebruikt en goed spelt. Woordsoorten zoals het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord maken zinnen duidelijker en levendiger.
De video hierboven laat je precies zien hoe het werkt, met voorbeelden en handige trucjes.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het geeft meer informatie over bijvoorbeeld een persoon, dier of ding.
Voorbeelden:
Soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord:
Je kunt meerdere bijvoeglijke naamwoorden gebruiken bij hetzelfde zelfstandig naamwoord:
Bij elk zelfstandig naamwoord kun je dus meerdere eigenschappen noemen.
Een bijvoeglijk naamwoord kan drie vormen hebben: de stellende trap, vergrotende trap en overtreffende trap.
Voorbeelden:
Sommige bijvoeglijke naamwoorden geven aan waarvan iets gemaakt is. Die noem je stoffelijk.
Ze eindigen meestal op -en:
Let op: het is dus ‘plastic tas’, niet ‘plasticen tas’.
Je schrijft een bijvoeglijk naamwoord meestal zo kort mogelijk. Vaak eindigt het op een -e:
Soms moet je extra letters toevoegen om de uitspraak goed te houden:
Een bijwoord lijkt op een bijvoeglijk naamwoord, maar het zegt iets over andere woordsoorten.
Een bijwoord kan iets zeggen over:
Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of de hele zin.
Voorbeeld:
In de video oefen je met zinnen waarin je zelf bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden herkent.
Wil je kind hiermee verder oefenen? Bekijk dan het oefenpakket met videobijles en opdrachten.