
Om in schaal te berekenen, vermenigvuldig je de afmeting op je tekening met het tweede getal van de schaalverhouding. Bij een schaal van 1 : 50 en een lijnstuk van 3 cm op papier, is de werkelijke lengte 3 x 50 = 150 cm. Voor de omgekeerde berekening deel je de werkelijke afmeting door het tweede getal van de schaal.
Om de schaal te berekenen als deze niet gegeven is, meet je eerst een bekend object zowel op de tekening als in werkelijkheid. Deel vervolgens de maat op de tekening door de werkelijke maat. Als een gebouw in werkelijkheid 15 meter is en op de tekening 3 cm, dan is de schaal 3 cm : 1500 cm = 1 : 500.
Een schaal van 1 : 50 betekent dat 1 cm op de tekening overeenkomt met 50 cm in werkelijkheid. Een object van 12 cm op de tekening is dus in werkelijkheid 12 x 50 = 600 cm (of 6 meter) groot. Omgekeerd zal een voorwerp van 2 meter in werkelijkheid op de tekening 200 : 50 = 4 cm groot zijn.
Bij een schaal van 1 : 30 vermenigvuldig je de afmeting op de tekening met 30 om de werkelijke grootte te krijgen. Een lijn van 5 cm op de tekening is in werkelijkheid 5 x 30 = 150 cm. Wil je van werkelijkheid naar tekening, dan deel je door 30. Een object van 90 cm wordt dus 90 : 30 = 3 cm op je tekening.
Een schaal van 1 : 100 op een bouwtekening betekent dat 1 centimeter op de tekening overeenkomt met 100 centimeter (1 meter) in werkelijkheid. Een kamer die op de tekening 4,5 cm breed is, heeft in werkelijkheid een breedte van 4,5 x 100 = 450 cm, oftewel 4,5 meter.
Een verhoudingstabel maakt schaalberekeningen overzichtelijk. Je zet bovenaan de afmetingen van de tekening en onderaan de werkelijke afmetingen. Vul in wat je weet en pas vervolgens dezelfde bewerking (vermenigvuldigen of delen) toe op beide rijen. Dit helpt vooral bij ingewikkelde verhoudingen zoals 7 : 1 of bij stapsgewijze berekeningen.
Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Ze volgen de rekenstrategieën die op de meeste basisscholen worden gebruikt, waardoor er geen verwarring ontstaat. De uitleg over schaal berekenen volgt precies de stappen zoals die in de rekenmethodes worden aangeboden.
Je kunt het volledige pakket met videobijles over schaal berekenen bestellen via de voorbeeldvideo-pagina of in onze shop. Het pakket bevat niet alleen de uitgebreide uitleg, maar ook oefenmateriaal om het geleerde direct in praktijk te brengen en extra voorbeelden die aansluiten bij de lesstof op school.
Voor het goed beheersen van schaalberekeningen is naast uitleg ook veel oefening nodig. We raden daarom aan het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind zowel online oefenen met begeleiding als offline aan de slag met praktische opdrachten die de geleerde vaardigheden versterken.
Wil je meer uitleg over andere rekenaspecten? Bekijk dan ook onze video’s over het metriek stelsel of verhoudingstabellen oefenen. Deze onderwerpen sluiten goed aan bij schaal berekenen en helpen je kind een complete rekenbasis te ontwikkelen.
In deze uitleg leer je precies hoe je met schaal rekent. Met schaal bedoelen we dat iets ‘in het klein’ of juist ‘in het groot’ wordt weergegeven. Het helpt om grote dingen zoals gebouwen, dieren of landkaarten op een handzame manier af te beelden, of om kleine dingen zoals insecten groter af te beelden zodat je ze beter kunt bestuderen.
Bij het berekenen van schaal werk je met een verhouding tussen de afmeting op papier (of in een model) en de werkelijke grootte. Dit wordt vaak weergegeven als 1:100, wat betekent dat 1 cm in de tekening overeenkomt met 100 cm in werkelijkheid.
Wijzer over de basisschool laat in de video hierboven zien hoe je stap voor stap deze berekeningen maakt, en hoe je de schaallijn gebruikt om te bepalen hoe groot iets in werkelijkheid is.
Schaal berekenen is een belangrijk onderdeel van het rekenonderwijs omdat het:
In de rekenles komen kinderen schaal tegen wanneer ze moeten werken met kaarten, plattegronden of wanneer ze zelf iets op schaal moeten tekenen of berekenen.
Een belangrijk hulpmiddel bij schaalberekeningen is de schaallijn. Dit is een streep onder een tekening die aangeeft wat de verhouding is tussen de afbeelding en de werkelijkheid. In de video wordt dit duidelijk uitgelegd met een voorbeeld van een olifant.
Bij een tekening van een olifant in een boek staat bijvoorbeeld een schaallijn van 2 cm met daarbij: 1 meter in werkelijkheid. Als je dan meet dat de olifant in het boek 6 cm lang is, dan past de schaallijn er 3 keer in. De olifant is in werkelijkheid dus 3 meter lang!
Het werkt ook omgekeerd: bij een poster waar de afbeelding juist groter is dan in werkelijkheid. In de video wordt het voorbeeld gegeven van een hamster die op een poster 25 cm groot is. De schaallijn geeft aan dat 5 cm op de poster overeenkomt met 1 cm in werkelijkheid. De hamster is dus in het echt 5 cm groot.
Kaarten en plattegronden gebruiken ook schalen, maar die worden vaak als een verhouding weergegeven, zoals 1 : 2 500 000. Dit betekent dat 1 cm op de kaart overeenkomt met 2 500 000 cm in werkelijkheid.
Als je bijvoorbeeld de afstand tussen Amsterdam en Rotterdam op zo’n kaart meet en je vindt 3 cm, dan bereken je de werkelijke afstand als volgt: 3 x 2 500 000 cm = 7 500 000 cm.
Om dit om te rekenen naar kilometers gebruik je het metriek stelsel: 7 500 000 cm = 75 km. Nu weet je dat de werkelijke afstand 75 km is!
Een handige methode om met schaal te rekenen is de verhoudingstabel. Deze helpt je om stap voor stap de berekening te maken en houdt het overzichtelijk. De video laat zien hoe je zo’n tabel opzet:
De basisregel is: wat je in de bovenste rij doet, doe je ook in de onderste rij. Bij een auto die in een tekening 8 cm lang is met schaal 1 : 60, doe je dus: 8 x 60 = 480 cm (= 4,8 meter).
Ook voor lastigere verhoudingen, zoals 7 : 1, kun je de verhoudingstabel gebruiken, door in stappen te werken. In de video zie je hoe je via tussenstappen kunt berekenen dat een mug van 98 mm op papier in werkelijkheid 14 mm groot is.
Hieronder vind je een stappenplan om van tekening naar werkelijkheid (of andersom) te rekenen:
Door deze stappen te volgen, kunnen kinderen systematisch leren werken met schaal en verhoudingen.
Let op deze veelvoorkomende fouten bij het rekenen met schaal:
In de video van Wijzer over de basisschool zie je hoe je al deze valkuilen kunt vermijden door systematisch te werk te gaan met duidelijke stappen.
Schaal berekenen wordt vooral geleerd door veel te oefenen. Je kind kan thuis oefenen met:
Voor extra oefening is er ook een oefenpakket beschikbaar met de complete videobijles en bijpassende opdrachten over schaal berekenen.