Een analoge klok is een klok met wijzers die ronddraaien om de tijd aan te geven. Hij heeft meestal 2 of 3 wijzers: een kleine wijzer voor de uren, een grote wijzer voor de minuten en soms een secondewijzer. De tijd wordt afgelezen door te kijken naar de positie van deze wijzers op de ronde wijzerplaat met cijfers.
Om een analoge klok af te lezen, kijk je eerst naar de positie van de grote wijzer om te bepalen of het een heel uur, half uur of kwartier is. Daarna kijk je naar de kleine wijzer om te zien welk uur het is of naar welk uur de wijzer onderweg is. Bij hele uren wijst de grote wijzer naar de 12, bij halve uren naar de 6, bij kwart over naar de 3 en bij kwart voor naar de 9.
Je kunt digitale tijden omzetten naar analoog door te onthouden dat de uren door de kleine wijzer worden aangegeven en de minuten door de grote wijzer. Bij 07:00 staat de kleine wijzer op 7 en de grote op 12. Bij 03:30 staat de kleine wijzer tussen 3 en 4, en de grote wijzer op 6. Bij 09:15 staat de kleine wijzer net voorbij 9 en de grote wijzer op 3.
Analoge klokken kunnen inderdaad voordelen bieden voor kinderen met ADHD omdat ze tijd visueler maken. Ze helpen bij het ontwikkelen van tijdsbesef doordat je letterlijk kunt ‘zien’ hoeveel tijd er voorbij is en nog komt. Dit kan kinderen met ADHD helpen om tijd beter te structureren en plannen, wat vaak een uitdaging voor hen is.
Leer je kind het verschil door de positie van de grote wijzer te benadrukken: bij kwart over wijst deze naar rechts (3), bij kwart voor naar links (9). Gebruik een verhaal: “De grote wijzer maakt een rondje. Bij kwart over is hij een kwart rond, bij kwart voor heeft hij nog een kwart te gaan.” Oefen met een echte klok en koppel het aan dagelijkse activiteiten.
Kinderen kunnen meestal vanaf 5-6 jaar beginnen met het leren van hele uren op een analoge klok. Rond 7-8 jaar kunnen ze halve uren begrijpen, en tussen 8-10 jaar leren ze kwartieren en minuten aflezen. Dit verschilt echter per kind; sommigen pikken het sneller op dan anderen. Het belangrijkste is om aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van je kind.
Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. De uitleg over klokkijken volgt dezelfde methode die op de meeste basisscholen wordt gebruikt, waardoor er geen verwarring ontstaat tussen wat je kind thuis en op school leert. Dit zorgt voor een consistente leeraanpak.
Je kunt het volledige pakket met videobijles over klokkijken bestellen via onze website. Ga naar de voorbeeldvideo-pagina of naar onze shop en kies het pakket dat bij jouw situatie past. Na betaling krijg je direct toegang tot alle videomateriaal en bijbehorende oefeningen voor een heel jaar.
Voor het effectief leren klokkijken is oefenen essentieel. Hoewel de videobijles de concepten duidelijk uitlegt, raden we aan om ook het bijpassende oefenboek te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online leren, maar ook praktisch oefenen met verschillende tijdstippen op de analoge klok, wat het leerproces versterkt.
In deze uitgebreide uitleg leer je hoe je je kind kunt helpen met het aflezen van een analoge klok. Je ontdekt stap voor stap hoe je hele uren, halve uren en kwartieren afleest en wat de functie is van de verschillende wijzers. Aan het einde van deze uitleg kun je je kind effectief begeleiden bij het leren klokkijken.
Een analoge klok is een klok met wijzers die ronddraaien. De meeste analoge klokken hebben 2 of 3 wijzers: een kleine wijzer (voor de uren), een grote wijzer (voor de minuten) en soms een secondewijzer (voor de seconden). In tegenstelling tot een digitale klok, die de tijd toont in cijfers zoals 07:00, laat een analoge klok de tijd zien door de positie van de wijzers op de wijzerplaat.
De geschiedenis van de analoge klok is fascinerend. Wist je dat in de Middeleeuwen klokken maar 1 wijzer hadden? In die tijd was het voldoende om ongeveer te weten hoe laat het was. De kleine wijzer gaf toen alleen de uren aan. Pas later werd de grote wijzer toegevoegd voor meer precisie, zodat mensen ook kwartieren en minuten konden aflezen.
Op een analoge klok heeft elke wijzer zijn eigen functie:
Voor het leren klokkijken beginnen we met de kleine en grote wijzer. De secondewijzer is in eerste instantie niet nodig om de basis van klokkijken te begrijpen.
Bij het aflezen van hele uren op een analoge klok zijn er 2 belangrijke dingen om op te letten:
Ten eerste kijk je naar de kleine wijzer. Als deze precies naar een getal wijst, geeft dit het uur aan. Bijvoorbeeld: als de kleine wijzer precies op de 2 staat, is het 2 uur. Staat hij op de 7, dan is het 7 uur.
Ten tweede kijk je naar de grote wijzer. Bij een heel uur wijst deze altijd recht naar boven, naar de 12. De combinatie van de kleine wijzer die naar een getal wijst én de grote wijzer die naar de 12 wijst, betekent dat het precies dat hele uur is.
Laat je kind oefenen door verschillende tijdstippen in te stellen op een oefenklok. Vraag bijvoorbeeld: “Kun jij de wijzers zo zetten dat het 4 uur is?” of “Hoe laat is het als de kleine wijzer op de 9 staat en de grote wijzer op de 12?”
Bij het aflezen van halve uren let je op 2 belangrijke posities van de wijzers:
De kleine wijzer staat bij een half uur precies tussen 2 getallen in. Hij is dan halverwege naar het volgende uur. Bijvoorbeeld: als de kleine wijzer precies tussen de 4 en 5 in staat, betekent dit dat het half 5 is. De wijzer is de 4 voorbij en op weg naar de 5, maar nog maar halverwege. De grote wijzer wijst bij een half uur altijd recht naar beneden, naar de 6. Dit betekent dat er een half uur (30 minuten) voorbij is sinds het hele uur. De grote wijzer heeft precies een half rondje gemaakt vanaf de 12.
Een handige oefening voor je kind is om steeds te vragen: “Naar welk getal is de kleine wijzer op weg?” Bij half 8 is de kleine wijzer op weg naar de 8, bij half 11 is hij op weg naar de 11. Door deze vraag te stellen, leert je kind snel het principe van halve uren begrijpen.
Kwartieren zijn voor kinderen vaak lastiger te begrijpen. Er zijn 2 soorten kwartieren die je op de analoge klok kunt aflezen:
Een effectieve manier om kwartieren te oefenen is door dagelijkse routines te koppelen aan tijdstippen. “We hebben pauze om kwart over 10” of “We moeten opstaan om kwart voor 7”. Dit helpt kinderen de abstracte tijdsaanduidingen te koppelen aan concrete gebeurtenissen.
Het leren klokkijken gaat niet van de ene op de andere dag. Hier zijn enkele praktische tips om je kind te helpen:
Geduld is belangrijk bij het leren klokkijken. Sommige kinderen hebben meer tijd nodig dan andere om de concepten te begrijpen. Blijf oefenen en maak het vooral leuk!
Bij het leren klokkijken maken kinderen vaak dezelfde fouten. Door deze te herkennen, kun je je kind beter helpen:
Door deze veelgemaakte fouten te kennen, kun je ze herkennen en gerichte uitleg geven wanneer je kind vastloopt. Wees geduldig en geef positieve feedback bij elke stap vooruit.