Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In deze uitleg leer je wat de hoofdgedachte van een tekst is. Je ontdekt hoe je de hoofdgedachte kunt vinden en waar in de tekst je moet zoeken.
De video hierboven helpt je stap voor stap met voorbeelden en uitleg.
Het woord ‘hoofdgedachte’ bestaat uit twee delen: ‘hoofd’ en ‘gedachte’.
‘Hoofd’ betekent hier ‘belangrijk’. Denk aan ‘hoofdgerecht’ of ‘hoofd van de school’. ‘Gedachte’ is wat iemand denkt of vindt.
De hoofdgedachte is dus: het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.
Eerst bepaal je het onderwerp van de tekst. Vraag jezelf af: waar gaat deze tekst over?
Daarna kijk je wat de schrijver over dat onderwerp zegt.
Hoofdgedachte = onderwerp + wat de schrijver erover vertelt.
Schrijf de hoofdgedachte op in één of twee zinnen.
De hoofdgedachte staat vaak op een van deze plekken:
• In de inleiding (bijvoorbeeld bij een krantenartikel).
• In de eerste of tweede alinea van een infotekst.
• In de laatste alinea, als een samenvatting.
• In de titel zie je soms al een hint naar de hoofdgedachte.
Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan een oefenpakket Begrijpend Lezen.