Video Poster

Wat is een onvoltooid deelwoord?

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog bezig is op het moment dat de zin zich afspeelt. Het gaat dus om een handeling die nog niet is afgerond of voltooid. Je herkent een onvoltooid deelwoord aan de uitgang -d […]
Lees verder

Meer video's zoals "Wat is een onvoltooid deelwoord?"

Download gerelateerde oefenbladen

Oefenbladen Spelling Groep 8
Oefenblad

Werkbladen Spelling Groep 8 (Gratis)

Oefenblad

Werkbladen Spelling Groep 7 (Gratis)

Veelgestelde vragen over de videobijles

Wat is een onvoltooid deelwoord voorbeeld?

Voorbeelden van onvoltooide deelwoorden zijn: lachend, lopend, zingend en pratend. In zinnen: ‘De jongen liep fluitend naar school’ of ‘Een rennende man stak de straat over’. Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat de handeling (fluiten, rennen) nog bezig was op het moment dat de hoofdhandeling plaatsvond.

Wat is het verschil tussen voltooid en onvoltooid?

Een voltooid deelwoord geeft aan dat een handeling al klaar of afgerond is, zoals in ‘Zij heeft gebeld’. Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat de handeling nog bezig is tijdens de hoofdhandeling, zoals in ‘Zij loopt bellend over straat’. Het voltooid deelwoord begint meestal met ‘ge-‘, terwijl het onvoltooid deelwoord eindigt op -d of -de.

Wat is vd en od?

Vd staat voor voltooid deelwoord (bijvoorbeeld: gelopen, geschreven, gedaan) en od staat voor onvoltooid deelwoord (bijvoorbeeld: lopend, schrijvend, doend). Het voltooid deelwoord (vd) beschrijft een voltooide actie, terwijl het onvoltooid deelwoord (od) een nog bezig zijnde actie aangeeft.

Wat is het onvoltooid deelwoord van vinden?

Het onvoltooid deelwoord van ‘vinden’ is ‘vindend’. Je maakt het door de letter ‘d’ achter de stam van het werkwoord te plaatsen. Als het als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, schrijf je meestal ‘vindende’, zoals in ‘de vindende persoon’, behalve bij het-woorden met ‘een’: ‘een vindend kind’.

Hoe weet ik of de uitleg in de videobijlessen aansluit bij school?

Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg volgt de methoden die op Nederlandse basisscholen worden gebruikt, zodat je kind precies dezelfde strategieën leert.

Waar kan ik de volledige videobijles bestellen?

Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de voorbeeldvideo-pagina of in onze shop.

Hoe kan ik mijn kind helpen het verschil tussen voltooid en onvoltooid te begrijpen?

Maak het visueel! Teken bijvoorbeeld een tijdlijn en laat zien dat een voltooid deelwoord wijst naar een punt vóór het ‘nu’, terwijl een onvoltooid deelwoord wijst naar iets dat nog gaande is. Je kunt ook samen zinnen maken waarin beide voorkomen: “Na het zingend (onvoltooid) binnenkomen, heeft hij gezongen (voltooid) voor de hele klas.”

Wil je nog meer tips over hoe je je kind kunt helpen met taal? Bekijk dan ook onze video over woordenschat vergroten.

Met deze uitleg en tips kan je kind direct aan de slag met het onvoltooid deelwoord. De eenvoudige basisregel (hele werkwoord + d) en de specifieke regel voor bijvoeglijk gebruik (let op het verschil tussen het-woorden en de-woorden) geven je kind de tools om onvoltooide deelwoorden correct te spellen.

Bekijk de volledige video hierboven voor nog meer voorbeelden en oefeningen die je samen met je kind kunt doen!

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog bezig is op het moment dat de zin zich afspeelt. Het gaat dus om een handeling die nog niet is afgerond of voltooid. Je herkent een onvoltooid deelwoord aan de uitgang -d of -de achter het hele werkwoord.

Het verschil met een voltooid deelwoord is belangrijk om te begrijpen. Waar een voltooid deelwoord aangeeft dat iets al klaar of gebeurd is, laat een onvoltooid deelwoord juist zien dat iets nog gaande is. Op Wijzer over de Basisschool helpen we je dit verschil helder te krijgen.

Enkele duidelijke voorbeelden van onvoltooide deelwoorden:

  • Hanne loopt bellend naar de supermarkt.
  • De juf kwam zingend de klas in.
  • De jongen rende huilend naar zijn moeder.

In deze zinnen gebeuren steeds 2 dingen tegelijk: Hanne loopt én belt, de juf komt de klas in én zingt, de jongen rent én huilt. De onvoltooide deelwoorden (bellend, zingend, huilend) geven aan dat deze handelingen nog bezig waren op het moment van de hoofdhandeling.
Een onvoltooid deelwoord kan zowel in een zin in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd gebruikt worden. Het gaat erom dat de handeling op dat specifieke moment nog niet voltooid was.

Spelling van het onvoltooid deelwoord

De basisregel voor het spellen van een onvoltooid deelwoord is eenvoudig: je neemt het hele werkwoord en plakt er een ‘d’ achter. Dit is de eenvoudigste vorm en werkt altijd wanneer het onvoltooid deelwoord als bijwoord in de zin wordt gebruikt.

Voorbeelden van deze basisspelling:

  • fluiten → fluitend
  • praten → pratend
  • huilen → huilend
  • lachen → lachend
  • zoeken → zoekend

Kinderen vinden deze basisregel meestal niet zo moeilijk. Het wordt echter lastiger wanneer het onvoltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt. Dan komen er aanvullende spellingregels bij kijken.

Onvoltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Een onvoltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. In dat geval zegt het iets over een zelfstandig naamwoord, net zoals andere bijvoeglijke naamwoorden dat doen. Vergelijk bijvoorbeeld: ‘het witte schaap’ en ‘het blatende schaap’. Zowel ‘witte’ als ‘blatende’ zeggen iets over het schaap.

Bij het gebruik als bijvoeglijk naamwoord gelden de volgende spellingregels:

Wanneer schrijf je -de aan het eind?

In de meeste gevallen schrijf je het onvoltooid deelwoord met -de aan het eind wanneer het als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt:

  • het blatende schaap
  • de zingende juf
  • de drinkende honden

Wanneer schrijf je alleen -d aan het eind?

Er is 1 belangrijke uitzondering waarbij je alleen -d schrijft: bij het-woorden in het enkelvoud waar het lidwoord ‘een’ voor staat. Deze regel is belangrijk om te onthouden voor kinderen in de bovenbouw.

Voorbeelden van deze uitzondering:

  • het blatende schaap → een blatend schaap
  • het spelende meisje → een spelend meisje
  • het slapende kind → een slapend kind

Let op: bij de-woorden blijft de -e altijd staan, ook als je ‘de’ vervangt door ‘een’:

  • de rennende hond → een rennende hond
  • de vluchtende dief → een vluchtende dief

Een handig trucje: als je ‘het’ vervangt door ‘een’, verdwijnt de -e aan het eind van het onvoltooid deelwoord. Bij de-woorden gebeurt dit niet.

    Hoe herken je een onvoltooid deelwoord?

    Een onvoltooid deelwoord herken je aan 3 kenmerken:

    1. Het eindigt op -d of -de.
    2. Het is afgeleid van een werkwoord (het hele werkwoord + d).
    3. Het beschrijft een handeling die nog bezig is.

    Je kunt het ook controleren door te kijken of je de zin kunt herschrijven met ‘terwijl hij/zij/het aan het … was/is’. Als dat kan, heb je met een onvoltooid deelwoord te maken.
    Bijvoorbeeld: De juf kwam zingend de klas in. → De juf kwam de klas in terwijl ze aan het zingen was.

    Oefenen met het onvoltooid deelwoord

    De beste manier om deze regels onder de knie te krijgen, is door veel te oefenen. Hier is een eenvoudige oefening die je met je kind kunt doen.

    Vul in elke zin het juiste onvoltooid deelwoord in:

    • De katten kwamen … (miauwen) op hun baasje af. (Antwoord: miauwend)
    • Een … (huilen) kind zocht naar zijn moeder. (Antwoord: huilend)
    • De … (lopen) man keek op zijn horloge. (Antwoord: lopende)
    • Ze zag een … (spelen) hond in het park. (Antwoord: spelend)

    Bespreek na elke zin waarom het antwoord correct is. Is het een bijvoeglijk naamwoord? Is het een het-woord met ‘een’ ervoor? Door deze vragen samen te beantwoorden, leert je kind de regels beter begrijpen en toepassen.

    Wil je kind nog meer oefenen? Op Wijzer over de Basisschool vind je uitgebreide uitleg over werkwoordspelling en het oefenpakket werkwoordspelling waarmee je kind deze stof grondig kan oefenen.

    Veelgemaakte fouten bij het onvoltooid deelwoord

    Kinderen maken vaak de volgende fouten bij het gebruik van het onvoltooid deelwoord:

    1. Verwarring met het voltooid deelwoord

    Soms worden het onvoltooid deelwoord en het voltooid deelwoord door elkaar gehaald. Vergelijk:

    • Hij kwam lachend binnen. (onvoltooid deelwoord)
    • Hij heeft hartelijk gelachen. (voltooid deelwoord)

    Weglaten of verkeerd plaatsen van de -e

    Veel kinderen vinden het lastig te bepalen of er wel of geen -e achter de -d moet komen. Ze schrijven bijvoorbeeld ‘een rennend hond’ in plaats van ‘een rennende hond’ omdat ze vergeten dat ‘hond’ een de-woord is.

    Fout bij het bepalen van het-woord of de-woord

    Kinderen weten soms niet of een woord een het-woord of een de-woord is, waardoor ze de verkeerde uitgang kiezen. Bij twijfel is het altijd goed om het even op te zoeken.
    Door deze veelgemaakte fouten bewust te bespreken, help je je kind om ze te vermijden.