Een beletselteken (drie puntjes …) geeft aan dat er iets is weggelaten of onuitgesproken blijft. Het kan een pauze in spraak aangeven, emotie overbrengen, een onderbroken zin weergeven, of de lezer uitnodigen om zelf iets aan te vullen. Het wordt vooral gebruikt om teksten levendiger en expressiever te maken.
De drie puntjes gebruik je door ze achter elkaar te plaatsen (…) met meestal een spatie ervoor. Ze kunnen middenin een zin staan om een pauze aan te geven, of aan het einde van een zin om iets onafgemaakt te laten. Na een beletselteken aan het einde van een zin zet je geen punt meer, maar uitroep- en vraagtekens blijven wel staan.
Twee puntjes (..) hebben geen officiële betekenis in de Nederlandse taal. Anders dan het beletselteken (drie puntjes) of de dubbele punt (:) worden twee puntjes niet erkend als leesteken. Wanneer je twee puntjes ziet, is dit meestal een typefout of een informele verkorting van het beletselteken.
Ellipsis is het Engelse woord voor beletselteken. In het Nederlands gebruik je de drie puntjes op vier manieren: om een pauze aan te geven (“Ik weet niet … misschien later”), emotie uit te drukken, een onderbreking weer te geven, of om de lezer te laten weten dat een opsomming of gedachte verder gaat dan wat er staat.
Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. De uitleg over het beletselteken volgt precies de regels die kinderen in groep 7 en 8 leren. Dit voorkomt verwarring en zorgt ervoor dat je kind dezelfde methode leert als op school wordt gebruikt.
Ja, veelvoorkomende fouten zijn het plaatsen van een extra punt na het beletselteken of het verkeerd toepassen van spaties. In de video worden deze valkuilen besproken en laat de presentator zien hoe je het juist gebruikt. Door te oefenen met de voorbeelden leert je kind de correcte toepassing.
Deze video is volledig gratis te bekijken op onze website. Wil je meer videobijlessen over leestekens? Dan kun je het bijpassende pakket bestellen via de voorbeeldvideo-pagina of in onze shop. Hiermee krijg je toegang tot uitgebreide uitleg over alle leestekens.
De videobijles helpt je kind om het beletselteken goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen de theorie leren, maar ook praktisch aan de slag gaan met verschillende toepassingen van het beletselteken.
Wil je je kind helpen met andere leestekens? Bekijk dan ook onze uitleg over de komma, dubbele punt of leestekens in het algemeen.
Het beletselteken bestaat uit drie puntjes naast elkaar (…). Je ziet dit leesteken vaak in boeken en verhalen. In deze uitleg leer je wat een beletselteken precies is en hoe je het kunt toepassen in je teksten.
Een beletselteken herken je direct aan de drie opeenvolgende puntjes. Kinderen in groep 7 en 8 leren dit leesteken toepassen tijdens taallessen op school en met deze uitleg help je je kind om het correct te gebruiken.
Een beletselteken kan verschillende functies hebben in een tekst. Hieronder leggen we de vier belangrijkste toepassingen uit, verduidelijkt met voorbeelden uit de video.
Het beletselteken kan aangeven dat iemand even stopt met praten voordat de zin wordt afgemaakt. Dit gebruik je vooral in dialogen of citaten wanneer iemand nadenkt of aarzelt.
Bijvoorbeeld: “Nee hè … alweer een vertraging!”, zei Luuk.
De drie puntjes laten zien dat Luuk even stilvalt tussen “Nee hè” en “alweer een vertraging”. Deze korte stilte kun je gebruiken om spanning, twijfel of nadenken aan te geven.
Met een beletselteken kun je ook emotie in een zin uitdrukken. Het geeft bijvoorbeeld verdriet, teleurstelling of onzekerheid aan.
Bijvoorbeeld: “We moeten vanwege geldgebrek je pony verkopen…”, zei vader met een trieste blik in zijn ogen.
De drie puntjes versterken hier het emotionele aspect van de boodschap. Je voelt als lezer meteen dat dit een moeilijk gesprek is.
Wanneer iemand wordt onderbroken of zijn zin niet kan afmaken, gebruik je het beletselteken om dit aan te geven.
Bijvoorbeeld: “Sorry, de brug stond…” “Te laat is te laat. Ga je maar melden!”
In dit voorbeeld wordt de spreker onderbroken voordat hij zijn uitleg kan afmaken. Dit komt in verhalen vaak voor bij levendige dialogen.
Nog een voorbeeld: “Hallo, wilt u kinderpostzegels k…”
Hier wordt zelfs het woord “kopen” afgebroken, wat laat zien dat de spreker niet eens de kans kreeg om zijn vraag af te maken.
Soms wil een schrijver de lezer uitnodigen om zelf het verhaal of een opsomming aan te vullen. Het beletselteken geeft dan aan dat er nog meer mogelijkheden zijn.
Bijvoorbeeld: “In deze stad kun je van alles eten: Italiaans, tapas, sushi…”
De puntjes laten hier zien dat er meer soorten eten zijn dan alleen de genoemde opties. De lezer kan zelf bedenken wat hij of zij nog meer zou kunnen eten in die stad.
Bij het gebruik van het beletselteken zijn er enkele spellingregels waaraan je moet denken:
In de meeste gevallen plaats je een spatie tussen het laatste woord en het beletselteken. Bijvoorbeeld: “sushi …” Als het beletselteken direct na een afgebroken woord komt, gebruik je geen spatie: “kinderpostzegels k…”
Als het beletselteken aan het einde van een zin staat, komt er geen extra punt achter. De drie puntjes zijn al voldoende. Een veelgemaakte fout is om na het beletselteken nog een punt te zetten, dit is dus niet nodig.
Vraagtekens en uitroeptekens mogen wel na het beletselteken blijven staan. Bijvoorbeeld:
In de video worden twee praktische oefeningen getoond waarmee kinderen kunnen leren wanneer ze een beletselteken moeten gebruiken.
Bij de eerste oefening leren kinderen de verschillende functies van het beletselteken te herkennen. In de zin “In die winkel kun je allerlei schoolspullen kopen: pennen, schriften, agenda’s…” staat het beletselteken omdat de lezer de opsomming zelf verder mag aanvullen.
Bij de tweede oefening leren kinderen dat er geen punt nodig is na een beletselteken aan het einde van een zin. In het voorbeeld “Tranen biggelden over Dana’s wangen …” is de extra punt na het beletselteken overbodig.
Oefenen met deze leestekens helpt kinderen hun teksten levendiger en correcter te maken. Wijzer over de Basisschool biedt uitgebreide oefenpakketten aan waarmee je kind deze en andere leestekens verder kan oefenen.