Video Poster

Wat is een koppelteken?

Een koppelteken gebruik je om delen van een woord te verbinden, zodat je het woord beter kunt uitspreken en begrijpen. Het ziet eruit als een kort horizontaal streepje (-) dat tussen woorddelen staat. Hoewel het lijkt op een minteken of […]
Lees verder

Download gerelateerde oefenbladen

Oefenbladen Spelling Groep 8
Oefenblad

Werkbladen Spelling Groep 8 (Gratis)

Oefenblad

Werkbladen Spelling Groep 7 (Gratis)

Veelgestelde vragen over de videobijles

Waar zet je het koppelteken?

Het koppelteken zet je tussen woorddelen waar dat nodig is volgens de 6 basisregels. De belangrijkste plekken zijn: tussen botsende klinkers (zee-eend), tussen gelijkwaardige woorden (zwart-wit), bij cijfers/tekens/afkortingen (60-jarige), tussen een voorvoegsel en een woord (ex-partner), in samenkoppelingen (kant-en-klaar) en in aardrijkskundige namen (Noord-Holland).

Hoe ziet een koppelteken eruit?

Een koppelteken ziet eruit als een kort horizontaal streepje (-). Het lijkt op een minteken maar is korter dan een gedachtestreep (–). In tekstverwerkers typ je het koppelteken gewoon met het minteken op je toetsenbord, tussen de woorden zonder spaties.

Wanneer gebruik je een koppelteken in een zin?

In een zin gebruik je een koppelteken alleen binnen woorden, niet tussen woorden. Je gebruikt het bij klinkerbotsing (zo-even), in samenstellingen met cijfers of symbolen (50-jarige), bij gelijkwaardige delen (rood-wit-blauw), en in bepaalde vaste constructies zoals ‘doe-het-zelf’ of in aardrijkskundige namen zoals ‘West-Europa’.

Hoe gebruik je het woord ’koppelteken’ in een zin?

Je kunt het woord ‘koppelteken’ in een zin gebruiken door te verwijzen naar dit leesteken. Bijvoorbeeld:

  • In het woord ‘zee-egel’ staat een koppelteken om klinkerbotsing te voorkomen.
  • Let op het koppelteken in ’60-jarige’, omdat we hier een cijfer met een woord combineren.
Waarom is het belangrijk dat mijn kind koppeltekens correct leert gebruiken?

Correct gebruik van koppeltekens verbetert de leesbaarheid en duidelijkheid van teksten. Het helpt verwarring te voorkomen (vergelijk ‘weer-apps’ met ‘weerapp’s’) en toont taalvaardigheid. Bovendien wordt de juiste spelling van samengestelde woorden met koppeltekens getoetst in de spellingtoetsen op school.

Hoe weet ik of de uitleg in de videobijlessen aansluit bij school?

Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet’-discussies meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn op de basisschool.

Waar kan ik de volledige videobijles bestellen?

Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket bestellen via de pagina met de voorbeeldvideo of in onze shop.

Is alleen een videobijles genoeg of heeft mijn kind ook oefenmateriaal nodig?

De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.

Wil je dat je kind nog meer oefent met leestekens? Bekijk dan ook onze video over het gebruik van de komma of wanneer je een afbreekteken gebruikt.

Een koppelteken gebruik je om delen van een woord te verbinden, zodat je het woord beter kunt uitspreken en begrijpen. Het ziet eruit als een kort horizontaal streepje (-) dat tussen woorddelen staat. Hoewel het lijkt op een minteken of een streepje, heeft het koppelteken een specifieke functie in de Nederlandse taal.

Je gebruikt het koppelteken niet willekeurig; er zijn duidelijke regels voor. In de video van Wijzer over de basisschool leer je wanneer je dit leesteken precies moet toepassen. Zo kan je kind dit belangrijke spellingonderwerp goed onder de knie krijgen.

Wanneer gebruik je een koppelteken?

Er zijn 6 hoofdregels voor het gebruik van het koppelteken. Deze regels helpen je om woorden correct te schrijven en de leesbaarheid te verbeteren.

1. Bij klinkerbotsing

Een koppelteken gebruik je als in een samengesteld woord 2 klinkers naast elkaar komen te staan die je niet als 1 klank wilt uitspreken. Dit noemen we een klinkerbotsing.

Zonder koppelteken kan een woord onbedoeld anders worden gelezen. Vergelijk deze woorden eens:

  • astmaanval → astma-aanval (anders lees je het als ‘astma en-val’)
  • autoonderdeel → auto-onderdeel (anders lees je het als ‘autoon-derdeel’)
  • chocoladeijsje → chocolade-ijsje (anders is het nauwelijks uit te spreken)

Het koppelteken zorgt ervoor dat je deze samengestelde woorden goed uitspreekt en begrijpt.

2. Bij samenstellingen met cijfers, tekens of afkortingen

Gebruik een koppelteken als je een woord combineert met een cijfer, een teken of een afkorting.

Bijvoorbeeld:

  • een cijfer: 60-jarige, 10-delige serie
  • een teken: =-teken, €-symbool
  • een afkorting die je letter voor letter uitspreekt: vmbo-leerling, tv-programma

Let op: afkortingen die je als 1 woord uitspreekt, krijgen geen koppelteken. Zo schrijf je ‘havoleerling’ zonder koppelteken, omdat je ‘havo’ als 1 woord uitspreekt en niet als H-A-V-O. Terwijl je bij ‘vmbo-leerling’ wel een koppelteken gebruikt, omdat je ‘vmbo’ als V-M-B-O uitspreekt.

3. Tussen gelijkwaardige delen van een samenstelling

Als je 2 of meer woorden samenvoegt die gelijkwaardig zijn (even belangrijk), gebruik je een koppelteken ertussen. Alle delen van deze woorden hebben dezelfde waarde.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • café-restaurant (zowel café als restaurant)
  • zwart-wit (beide kleuren zijn even belangrijk)
  • hink-stap-sprong (alle 3 de bewegingen zijn essentieel)

4. Tussen voorvoegsel en het woord

Sommige woorden beginnen met een voorvoegsel zoals ‘oud-‘, ‘ex-‘, ‘niet-‘ of ‘quasi-‘. Tussen zo’n voorvoegsel en het woord erachter plaats je een koppelteken.

Voorbeelden zijn:

  • ex-vriendje
  • oud-student
  • niet-roker
  • quasi-intellectueel

5. Tussen delen van een samenkoppeling

Samenkoppelingen zijn vaste combinaties van meerdere woorden die samen 1 begrip vormen. Deze krijgen 1 of meer koppeltekens.

Bekende voorbeelden zijn:

  • 2-onder-1-kapwoning
  • kant-en-klaar
  • bak-en-braadboter
  • doe-het-zelfzaak

6. Tussen delen van aardrijkskundige namen

Aardrijkskundige namen die uit 2 delen bestaan, krijgen een koppelteken ertussen. Beide delen beginnen bovendien met een hoofdletter.

Voorbeelden zijn:

  • West-Europa
  • Zuidwest-Frankrijk
  • Noord-Limburg

Koppelteken voor verbeterde leesbaarheid

Soms gebruikt een schrijver een koppelteken om de leesbaarheid te vergroten, ook als dit volgens de officiële spellingsregels niet strikt noodzakelijk is. Dit zie je regelmatig bij lange, samengestelde woorden die zonder koppelteken moeilijk te lezen zijn.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • scharrel-ei (in plaats van scharreleI)
  • brugklas-informatieavond (in plaats van brugklasinformatieavond)
  • jazz-zangeres (in plaats van jazzzangeres)

Oefenen met het koppelteken

Oefening baart kunst! In de video zie je een praktische oefening met het woord ‘chocolade-ijsje’. Als je dit zonder koppelteken zou schrijven (‘chocoladeijsje’), is het moeilijk uit te spreken door de klinkerbotsing tussen de ‘e’ en de ‘i’.

Je kunt je kind helpen door samen woorden te bedenken waar een koppelteken in nodig is. Kijk bijvoorbeeld eens naar woorden als ‘zee-egel’, ‘na-apen’, ‘mee-eten’ of ‘auto-ongeval’.
Met de video en de bijbehorende oefeningen van Wijzer over de basisschool kan je kind stap voor stap leren wanneer een koppelteken nodig is. Zo verbetert niet alleen de spelling, maar ook de leesvaardigheid!