Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In deze uitleg leer je wat ‘oorzaak en gevolg’ betekent. Je ontdekt hoe je deze in een zin of tekst herkent en waarom dit belangrijk is voor begrijpend lezen.
De video hierboven laat je dit stap voor stap zien met duidelijke voorbeelden.
De oorzaak is de reden waarom iets gebeurt. Het is de aanleiding of de start van een situatie.
Voorbeelden van signaalwoorden bij een oorzaak zijn: reden, waarom, aanleiding, start.
Het gevolg is wat daarna gebeurt. Het is het resultaat van de oorzaak, dus wat eruit voortkomt.
Voorbeelden van signaalwoorden bij een gevolg zijn: daarna, gevolg, verder, dus.
Soms staan de oorzaak en het gevolg in één zin. Bijvoorbeeld: ‘Het regent, ik word nat.’
Oorzaak: ‘het regent’, Gevolg: ‘ik word nat’.
Door goed te lezen kun je vaak ontdekken welk deel van de zin de oorzaak is en welk deel het gevolg.
In langere teksten kun je ook oorzaak-gevolgrelaties vinden. Je moet dan goed zoeken naar zinnen die met elkaar te maken hebben.
Een voorbeeld uit de video: ‘Joep had niet goed geleerd voor zijn toets. Hij heeft nu een onvoldoende gehaald.’
Oorzaak: ‘Joep had niet goed geleerd’, Gevolg: ‘hij heeft een onvoldoende gehaald’.
Als je oorzaak en gevolg goed begrijpt, snap je beter waarom iets gebeurt in een tekst.
Dat helpt je om de inhoud van de tekst beter te begrijpen én te onthouden. Je weet dan niet alleen wat er gebeurt, maar ook waarom.
Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan een oefenpakket Begrijpend Lezen.