Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In deze uitleg leer je hoe je je een gewicht kunt voorstellen met behulp van handige referentiematen. Ook leer je welke afkortingen horen bij gram, kilogram en milligram, én ontdek je dat het woord ‘ton’ meerdere betekenissen heeft. Hoe weet je hoe zwaar iets is?
De video hierboven legt dit stap voor stap uit met duidelijke voorbeelden, zoals een pak suiker, een nootje en een zoutkorrel.
Een referentiemaat helpt je om je iets voor te stellen. Het is een voorwerp of voorbeeld dat past bij een bepaalde maateenheid.
• 1 kilogram = een pak suiker
• 1 gram = een nootje
• 1 milligram = een zoutkorrel
Zo kun je makkelijker inschatten hoeveel iets weegt.
De officiële namen en afkortingen zijn:
• Kilogram = kg
• Gram = g
• Milligram = mg
In recepten of op verpakkingen zie je vaak deze afkortingen staan.
Door bekende voorwerpen te vergelijken, kun je beter schatten hoeveel iets weegt.
• Een stuk kaas: ongeveer 1 kg
• Een mier: ongeveer 1 mg
• Een aardbei: ongeveer 5 gram
• Een volwassen man: ongeveer 80 kg
• Een auto: ongeveer 1000 kg
Zo zie je hoe groot de verschillen zijn tussen deze gewichten.
Referentiematen helpen niet alleen bij gewicht, maar ook bij inhoud. Denk aan:
• 1 milliliter = een druppel
• 1 centiliter = een theelepel
• 1 deciliter = een kopje koffie
• 1 liter = een pak melk
• 10 liter = een emmer
• 100 liter = een badkuip
• 1000 liter = een grote afvalcontainer (1 kiloliter)
Het woord ’ton’ kan op meerdere manieren worden gebruikt:
• Bij gewicht: 1 ton = 1000 kilogram (bijvoorbeeld het gewicht van een auto)
• Bij afstand: 1 ton = 100.000 kilometer (bijvoorbeeld de kilometerstand van een auto)
• Bij geld: 1 ton = 100.000 euro (bijvoorbeeld een grote prijs)
En natuurlijk kun je ook een regenton of een persoon genaamd Ton bedoelen. Let dus goed op de context!
In de video zie je nog meer voorbeelden en oefenmomenten.
Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan het oefenpakket met videobijles en opdrachten.