Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
In deze uitleg ontdek je hoe je meet met je handen, een liniaal of een rolmaat. Ook leer je hoe je verschillende weegschalen gebruikt en wat het verschil is tussen gram en kilogram. Meten en wegen leer je het beste door het zelf te doen.
De video hierboven laat alles stap voor stap zien met herkenbare voorwerpen zoals een appel, stiften, een pak suiker en een boek.
Er bestaan veel soorten weegschalen. Je hebt bijvoorbeeld een personenweegschaal waarop je zelf kunt staan, en keukenweegschalen voor het wegen van kleine voorwerpen.
Sommige keukenweegschalen werken met een wijzer, andere zijn digitaal. Een digitale weegschaal laat het gewicht zien in cijfers op een schermpje.
Als je iets in je handen houdt, kun je vaak voelen wat het zwaarst is. Maar soms is het verschil zo klein dat je het niet goed kunt inschatten.
Dan helpt een weegschaal. Als je bijvoorbeeld een appel en een etui met stiften weegt, zie je op de weegschaal welk voorwerp zwaarder is.
Lichte dingen weeg je in grammen. Bijvoorbeeld een appel, een potlood of een gum. Zwaardere dingen zoals een pak suiker of een stapel boeken, weeg je in kilogram.
1000 gram is hetzelfde als 1 kilogram. Je kunt ook ‘kilo’ zeggen. Dat is de afkorting van kilogram.
Afkortingen: gram = g, kilogram = kg
Een appel weegt bijvoorbeeld 335 gram, een etui 265 gram. Een pak suiker weegt 1 kilogram, ofwel 1000 gram.
Drie bananen samen wegen 500 g. Een trosje druiven 300 g. Een stapel boeken kan wel 2 kg wegen. Deze voorbeelden zie je terug in de video.
Meten kan op verschillende manieren. Je kunt je handen gebruiken, potloden of een touwtje.
Maar als je het precies wilt weten, gebruik je een liniaal of een rolmaat. Let goed op waar de telling begint bij een liniaal. Die start niet altijd bij de rand.
Op een liniaal staan centimeters. Die kun je afkorten als ‘cm’. Een grote liniaal, zoals een bordliniaal, is precies 1 meter lang. Dat is 100 centimeter.
1 m = 100 cm
• 1 meter = 100 centimeter
• 1 kilogram = 1000 gram
Deze weetjes zijn handig om te onthouden. Je gebruikt ze bij het meten én wegen.
In de video zie je allerlei voorbeelden van meten en wegen. Zo leer je spelenderwijs hoe je zelf maten kunt gebruiken.
Wil je kind hiermee oefenen? Bekijk dan het oefenpakket met videobijles en opdrachten.