Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.
Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.
De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.
Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.
Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.
Leer wanneer je een koppelteken gebruikt. Het lijkt op een streepje of minteken, maar het heeft een eigen functie in woorden.
In de video hierboven zie je duidelijke uitleg en herkenbare voorbeelden.
Een koppelteken gebruik je om delen van een woord te verbinden. Hierdoor kun je het woord beter uitspreken of begrijpen.
Je gebruikt het koppelteken niet zomaar; er zijn duidelijke regels voor.
Staan er twee klinkers naast elkaar in een samengesteld woord en wil je ze niet als één klank uitspreken? Dan gebruik je een koppelteken.
Voorbeeld: ‘astma-aanval’ in plaats van ‘astmaanval’ of ‘chocolade-ijsje’ in plaats van ‘chocoladeijsje’.
Gebruik een koppelteken als je een woord combineert met:
Let op: bij afkortingen die je als één woord uitspreekt (zoals ‘havo’) komt géén koppelteken.
In woorden waarin beide delen even belangrijk zijn, zet je een koppelteken.
Voorbeelden: café-restaurant, zwart-wit, hink-stap-sprong.
Gebruik een koppelteken tussen een voorvoegsel en het woord erachter.
Voorbeelden: oud-student, ex-vriendje.
Dit zijn vaste combinaties van meerdere woorden met één of meer koppeltekens.
Voorbeelden: 2-onder-1-kapwoning, kant-en-klaar, bak-en-braadboter.
Bestaat een aardrijkskundige naam uit twee delen? Dan komt er een koppelteken tussen.
Voorbeelden: West-Europa, Zuidwest-Frankrijk, Noord-Limburg.
Soms gebruikt een schrijver een koppelteken om een woord makkelijker leesbaar te maken, ook als het volgens de regels niet per se hoeft.
Voorbeelden: scharrel-ei, brugklas-informatieavond, jazz-zangeres.
In de video zie je precies hoe je het koppelteken goed gebruikt.
Wil je kind dit ook goed leren toepassen? Bekijk dan het oefenpakket met videobijles en opdrachten.