Video Poster

Werkwoordelijk gezegde – uitleg en voorbeelden

In deze uitleg leer je hoe je het werkwoordelijk gezegde herkent, waar je op moet letten én wat je moet doen als er meerdere werkwoorden in een zin staan. Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. De […]
Lees verder
  • 8:40 min.
  • 56 weergaven

Meer video's zoals "Werkwoordelijk gezegde – uitleg en voorbeelden"

Bekijk preview lijdend voorwerp
  • Ontleden

Lijdend voorwerp – de truc om het snel te vinden

 
Bekijk preview zinsdelen
  • Ontleden

Zinsdelen – de snelste manier om een zin te ontleden

 
Bekijk preview voorzetsel uitleg
  • Ontleden

Voorzetsels – wanneer gebruik je ze goed?

 

Download gerelateerde oefenbladen

werkbladen groep 6
Oefenblad

Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)

begrijpend lezen groep 6 werkbladen
Oefenblad

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 6 (Gratis)

Oefenblad

Oefenbladen Spelling Groep 6 (Gratis)

Veelgestelde vragen over de videobijles

Hoe weet ik of de uitleg in de videobijlessen aansluit bij school?

Onze videobijlessen zijn ontwikkeld door onderwijsexperts en sluiten volledig aan bij de lesstof op school. Dit betekent geen verwarring en geen ‘zo-doet-de-juf-het-niet-discussies’ meer. De uitleg is helder en volgt de aanpak die kinderen gewend zijn.

Waar kan ik de volledige videobijles bestellen?

Veel video’s op onze website zijn volledig gratis te bekijken. Bij video’s met ‘Bekijk gratis preview’ is alleen een korte versie beschikbaar. Wil je toegang tot de volledige videobijles? Dan kun je het bijpassende pakket naar keuze bestellen via de pagina van voorbeeldvideo of in onze shop.

Is alleen een videobijles genoeg of heeft mijn kind ook oefenmateriaal nodig?

De videobijles helpt je kind om de stof goed te begrijpen, maar oefenen is net zo belangrijk. Daarom raden we aan om het bijpassende oefenboek erbij te bestellen. Hiermee kan je kind niet alleen online oefenen met de videolessen, maar ook offline aan de slag om het geleerde toe te passen.

Kan mijn kind de videobijles in zijn eigen tempo volgen?

Ja! Je kind kan zelf bepalen wanneer en hoe vaak hij of zij een videobijles bekijkt. De lessen zijn onbeperkt beschikbaar en kunnen op elk moment gepauzeerd of herhaald worden. Zo kan je kind leren op zijn eigen tempo.

Hoe werkt de betaling en zit ik ergens aan vast?

Je betaalt eenmalig voor de pakketten met videobijles en krijgt direct toegang voor één jaar. Er is geen abonnement en dus geen gedoe met opzeggen. Na betaling kun je de lessen zo vaak bekijken als je wilt, zonder verdere verplichtingen.

In deze uitleg leer je hoe je het werkwoordelijk gezegde herkent, waar je op moet letten én wat je moet doen als er meerdere werkwoorden in een zin staan. Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin.

De video hierboven laat dit stap voor stap zien met handige voorbeelden en kleuren.

Wat is een werkwoordelijk gezegde?

Het werkwoordelijk gezegde is hetzelfde als alle werkwoorden in de zin. Daar hoort altijd de persoonsvorm bij, en soms ook andere werkwoorden zoals een heel werkwoord of een voltooid deelwoord.

Voorbeeld:

  • Ik fiets naar school. → wwg = fiets
  • Billy gaat tennissen. → wwg = gaat tennissen
  • De laptop moest gemaakt worden. → wwg = moest gemaakt worden

Zo herken je het werkwoordelijk gezegde

1. Zoek eerst de persoonsvorm in de zin. Dat is altijd een werkwoord.

2. Kijk of er nog andere werkwoorden in de zin staan. Die horen er ook bij.

3. Alles bij elkaar vormt het werkwoordelijk gezegde.

Handig om te onthouden:

  • De persoonsvorm staat meestal vooraan in de zin.
  • De andere werkwoorden staan vaak achteraan.

Wat zit er in de werkwoordelijke rest?

De werkwoordelijke rest hoort bij het werkwoordelijk gezegde en bestaat meestal uit:

  • een heel werkwoord (zoals ‘helpen’, ‘werken’, ‘gaan’)
  • een voltooid deelwoord (zoals ‘gemaakt’, ‘geopend’, ‘bedorven’)

Samen met de persoonsvorm vormen deze werkwoorden het hele werkwoordelijk gezegde.

Voorbeelden van werkwoordelijke gezegdes

  • Kasper liep tijdens de wedstrijd tegen Tom. → wwg = liep
  • Kasper is als eerste over de eindstreep gekomen. → wwg = is gekomen
  • Tom had ook wel zo’n mooie medaille willen hebben. → wwg = had willen hebben

Let op: ‘te’ en ‘aan het’ tellen soms mee

Soms horen ook de woorden ‘te’ en ‘aan het’ bij het werkwoordelijk gezegde. Maar alleen als ze direct vóór een heel werkwoord staan.

Voorbeeld:

  • Dinah zit al de hele dag te studeren. → wwg = zit te studeren
  • Raff is armbandjes aan het maken. → wwg = is aan het maken

Let op: in zinnen als ‘Dat feestje was te gek’ hoort ‘te’ niet bij het werkwoordelijk gezegde, want ‘gek’ is geen werkwoord.

Zelf oefenen met werkwoordelijke gezegdes

In de video oefen je met het herkennen van het werkwoordelijk gezegde in zinnen.

Wil je kind hiermee verder oefenen? Bekijk dan het oefenpakket met videobijles en opdrachten.

Oefenpakket ontleden