Hoe gebruik je een woordenboek?

In een woordenboek vind je de betekenis of vertaling van woorden op alfabetische volgorde. Het is dus vooral van belang dat je kind het alfabet goed kent. Toch kun je nog veel meer uit een woordenboek halen. Bijvoorbeeld hoe een woord gespeld wordt en welk lidwoord erbij hoort.

In dit artikel vertellen we je precies welke informatie je nog meer in een woordenboek vindt. Ook geven we je een overzicht van andere woordenlijsten én geven we je tips waarmee je kind snel een woord in het woordenboek kan opzoeken.

alfabet

Wat vind je in een woordenboek?

De meeste mensen gebruiken een woordenboek om de betekenis van een onbekend woord in op te zoeken. Dat is niet zo raar, want het grootste gedeelte van de ruimte wordt in beslag genomen door woorden en hun betekenissen.

Een uitgebreid woordenboek, zoals de Van Dale, bevat echter nog veel meer informatie dan alleen de betekenis van een heleboel Nederlandse woorden.

Meervoudsvormen

Zo vind je in een woordenboek ook de verschillende meervoudsvormen van een zelfstandig naamwoord. Meestal staan die op deze manier beschreven:

  • gedachte (-n, -s)

Uit de informatie tussen haakjes kun je opmaken dat het woord ‘gedachte’ 2 meervoudsvormen heeft: ‘gedachten’ en ‘gedachtes’.

Niet alle woorden hebben 2 meervoudsvormen. De meeste woorden kennen er maar 1. En er zijn woorden die geen meervoud kennen, zoals ‘rijst’, ‘melk’ en ‘aarde’.

Het geslacht

Ook het geslacht van een zelfstandig naamwoord kun je vinden in een woordenboek.

Zo zie je bijvoorbeeld staan:

  • kegel, m
  • koe, v
  • krot, o

Zelfstandige naamwoorden kunnen mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o) zijn.

Je vraagt je misschien af waarom het belangrijk is dat te weten. Je gebruikt deze informatie immers niet. Niet bewust in ieder geval.

Als je wilt weten of een woord een de-woord of een het-woord is, moet je weten welk geslacht een woord heeft.

‘De’ en ‘het’ zijn lidwoorden, net als ‘een’. Welk lidwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort, hangt af van het geslacht van een woord.

Hoe dat werkt?

  • Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen het lidwoord ‘de’: de kegel, de koe.
  • Onzijdige woorden krijgen het lidwoord ‘het’: het krot.

Mensen die met de Nederlandse taal zijn grootgebracht, zetten vaak automatisch het juiste lidwoord voor een zelfstandig naamwoord.

Maar iemand die Nederlands leert als tweede taal, weet niet of het ‘de koe’ of ‘het koe’ moet zijn. Daarnaast zijn er altijd woorden waarover je twijfelt, ongeacht de taal waarmee je bent opgegroeid. In dit soort situaties kun je het woordenboek dus gebruiken als hulpmiddel.

De klemtoon

Als je een woord niet kent, heb je soms geen idee hoe je het uit moet spreken. Ook dan kan een woordenboek je naar het juiste antwoord helpen.

Een goed woordenboek geeft aan waar de klemtoon van een woord ligt. Er staat bijvoorbeeld een streepje onder de beklemtoonde lettergreep. Kijk maar:

  • kameel
  • overwinnen
  • matig
  • bacterie

Door dit extra teken weet je hoe je een woord moet uitspreken; ook als je het nog niet kent.

Afkortingen

Ook afkortingen staan in een woordenboek. Als je niet weet wat een afkorting betekent, is het dus raadzaam hem in het woordenboek op te zoeken.

Je zoekt zo’n afkorting gewoon op alfabet. Zo staat ‘d.m.v.’ ergens halverwege de letter D.

In sommige woordenboeken staat een lijst met afkortingen voor- of achterin.

Schrijfwijze

Soms wil je niet per se weten wat een woord betekent, maar hoe je het schrijft. Ook schrijfwijzes vind je uiteraard terug in het woordenboek.

Het is dan wel handig als je al enigszins weet hoe je een woord schrijft. Weet je bijvoorbeeld niet met welke letter een woord begint, dan duurt de zoektocht wat langer.

Natuurlijk geldt dat maar voor een paar gevallen. Voor de letters C en K bijvoorbeeld. Die spreek je in sommige gevallen hetzelfde uit.

De uitspraak

De uitgebreide woordenboeken vertellen je meer over de uitspraak dan alleen de plaats waar de klemtoon ligt. Dat is nog niet zo makkelijk, want voor die informatie gebruikt een woordenboek speciale tekens.

Tekens die vertellen hoe je iets uitspreekt, worden ook wel fonetische tekens genoemd. Meestal staat voorin een woordenboek een overzicht van alle fonetische tekens die het boek gebruikt.

Enkele voorbeelden:

  • e     de stomme e (sjwa), zoals in ‘beginnen’
  • š    spreek je uit als ‘sj’, zoals in ‘wasje’ 
wat vind je in een woordboek

Het online woordenboek

Natuurlijk maken kinderen tegenwoordig net zo vaak gebruik van een online woordenboek als van een papieren woordenboek. Waarschijnlijk zijn ze zelfs vaker online te vinden als ze de betekenis van een woord moeten opzoeken.

Online woordenboeken zijn om veel redenen handig. Je doet er bijvoorbeeld veel minder lang over om de betekenis van een woord op te zoeken. Meestal is dat een kwestie van intypen.

Toch zitten er ook nadelen aan een online woordenboek. Als je de exacte spelling van een woord niet kent, is de betekenis ook direct onvindbaar.

Verder is het goed te weten dat je kind in de toekomst in situaties terechtkomt waarin alleen gebruik van een echt woordenboek toegestaan is. Bijvoorbeeld tijdens belangrijke toetsen in het voortgezet en hoger onderwijs.

Het is daarom van belang dat je kind leert hoe het met een echt woordenboek moet omgaan.

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 4 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 5 (Gratis)

Oefenbladen Begrijpend lezen Groep 6 (Gratis)

Tips voor het gebruik van een woordenboek

Als je een woordenboek goed en efficiënt wilt gebruiken, is het belangrijk dat je de spelregels kent. Neem daarom met je kind onderstaande tips goed door. Sommige liggen voor de hand, andere wat minder.

Ken het alfabet

Het zal je niet verbazen dat het alfabet een belangrijke rol speelt in het gebruik van een woordenboek.

Alle woorden staan op alfabetische volgorde. Dat begint natuurlijk bij de beginletter van het woord, maar ook daarachter wordt de alfabetische volgorde gehanteerd.

Zo staat het woord ‘imago’ voor het woord ‘indicatie’. De beginletters zijn hetzelfde. De tweede letter verschilt echter. De M komt voor de N in het alfabet. Daardoor weet je dat ‘imago’ eerst komt en ‘indicatie’ pas later.

Maar hoe zit het dan met de woorden ‘zon’ en ‘zonnepaneel’? Juist, ‘zon’ komt eerst en pas verderop vind je ‘zonnepaneel’ terug. Als 1 van de woorden met dezelfde beginletters na diezelfde letters ‘klaar’ is, komt dat woord altijd eerst.

Het is van groot belang dat je kind deze basisregels rondom het alfabet kent. Oefen het alfabet regelmatig als je merkt dat je kind er nog moeite mee heeft.

Maak je kind ook bewust van het feit dat het echt niet altijd vooraan in het woordenboek hoeft te beginnen met zoeken. Als je kind het woord ‘magie’ moet opzoeken, kan het het woordenboek direct in het midden openslaan. de M staat immers ook ongeveer in het midden van het alfabet.

Als je kind deze handigheidjes kent, zal het gebruik van een woordenboek geen enkel probleem meer zijn.

Een zelfstandig naamwoord opzoeken

Als je kind een zelfstandig naamwoord als ‘schade’ moet opzoeken, zal het geen probleem zijn dat woord snel te vinden.

In sommige gevallen is het wat lastiger. Bijvoorbeeld als het zelfstandig naamwoord in het meervoud staat.

In een woordenboek kun je niet zomaar een woord vinden dat in het meervoud staat. Je kind moet het daarom eerst in het enkelvoud zetten.

Het woord ‘compromissen’ is bijvoorbeeld niet te vinden in een woordenboek. ‘Compromis’ echter wel.

Een samenstelling opzoeken

Ook met samenstellingen kan het soms wat lastiger zijn de betekenis te vinden. Veel voorkomende samenstellingen, zoals ‘voetbal’ en ‘tafeltennis’ staan wel in het woordenboek. Die kun je dus vrij gemakkelijk vinden.

Dat is anders bij woorden als ‘kennismakingsgesprek’ en ‘horecadeskundige’. Deze woorden staan niet in ieder woordenboek vernoemd.

Als je kind op zo’n samenstelling stuit, kan het echter wel de aparte delen van de samenstelling opzoeken. Die betekenissen geven vaak voldoende handvatten om de betekenis van het volledige woord ook te vinden.

Een werkwoord opzoeken

Ook voor werkwoorden geldt dat niet elke vorm zomaar te vinden is in een woordenboek.

Bijvoorbeeld als het gaat om het werkwoord ‘betuigen’:

  • De jongens zullen spijt betuigen.
  • De jongens hebben spijt betuigd.
  • De jongen betuigde spijt.

Als je kind de eerste zin voorgeschoteld krijgt, zal het geen probleem hebben de betekenis van ‘betuigen’ te vinden.

Bij de tweede en derde zin is het lastiger de betekenis te vinden. Het voltooid deelwoord ‘betuigd’ en de verleden tijd ‘betuigde’ staan namelijk niet in het woordenboek.

In dit soort gevallen moet je kind een tussenstapje maken: het moet het hele werkwoord vinden van de vorm die in de zin gebruikt is.

Voor het voorbeeld hierboven geldt dat het hele werkwoord (of infinitief) ‘betuigen’ is. Hele werkwoorden zijn wel te vinden in het woordenboek.

tips gebruik woordenboek

Andere woordenlijsten

Buiten het standaard woordenboek zijn er nog andere handige woordenlijsten waar je kind gebruik van kan maken. Hieronder vind je een overzicht:

  • Het spreekwoordenboek: hierin vind je de betekenissen van vele spreekwoorden en uitdrukkingen. De meestvoorkomende spreekwoorden en uitdrukkingen staan ook in een gewoon woordenboek. Maar voor de rest kun je een spreekwoordenboek (of een betrouwbare pagina op het internet) gebruiken.

    Een spreekwoordenboek werkt iets anders dan een normaal woordenboek. Je kijkt niet naar de eerste letter van het spreekwoord of van de uitdrukking, maar naar de eerste letter van het belangrijkste zelfstandig naamwoord.

    Bijvoorbeeld:

    Je wilt weten wat de betekenis is van ‘je moet een gegeven paard niet in de bek kijken’.

    Zoek niet bij de J van ‘je’, maar bij de P van ‘paard’ of de B van ‘bek’.
  • Een woordenboek voor vreemde talen: hierin staan de woorden van een andere taal, bijvoorbeeld Engels, met hun Nederlandse vertaling.

    Voor iedere taal zijn 2 woordenboeken beschikbaar. Voor Engels bestaat bijvoorbeeld een woordenboek Engels – Nederlands en een woordenboek Nederlands – Engels. In de eerste variant kun je Engelse woorden opzoeken. Hun Nederlandse betekenissen staan daar steeds achter. In de tweede zoek je een Nederlands woord op en kun je zien wat de Engelse vertaling is.
  • Een register: een register is een woordenlijst die achterin een informatief boek te vinden is. Bijvoorbeeld in een atlas, een leerboek of een encyclopedie. Een register staat ook op volgorde van het alfabet. Je vindt erin op welke bladzijde informatie gegeven wordt over een bepaald woord.
     
  • Het Groene Boekje: het Groene Boekje is een klein, groen boekje met daarin alle woorden van de Nederlandse taal. In het Groene Boekje staan geen betekenissen; je kunt er alleen de juiste schrijfwijze in vinden. De woordenlijst van de Nederlandse taal staat op alfabetische volgorde. Online vind je de inhoud van het Groene Boekje op https://woordenlijst.org.

Van Dale Juniorwoordenboek Nederlands

Wist je dat er niet alleen woordenboeken voor volwassenen bestaan? Van Dale, de uitgever van 1 van de beste woordenboeken van Nederland, heeft ook een editie voor kinderen gepubliceerd: het Van Dale Juniorwoordenboek Nederlands.

Dit woordenboek is met name geschikt voor kinderen van 8 tot 10 jaar. Uiteraard kunnen ook jongere kinderen ermee aan de slag. Voor kinderen vanaf 10 jaar bestaat het Van Dale Basiswoordenboek Nederlands.

In het Juniorwoordenboek is een selectie gemaakt van woorden die voor kinderen geschikt zijn. Bij ieder woord staat een betekenis die makkelijk te begrijpen is door deze leeftijdsgroep.

Ook bevat dit woordenboek voorbeeldzinnen, ruim 500 afbeeldingen en woordenboeklessen. Daarmee leert je kind nog beter hoe het met het woordenboek moet werken.

Het Van Dale Juniorwoordenboek Nederlands is dus een zeer mooie toevoeging aan de boekencollectie van je kind.

Het woordenboek blijft actueel

Sommige mensen vinden een woordenboek ouderwets. Je hebt toch internet om alles op te zoeken?

Dat klopt, maar werken met het woordenboek blijft een belangrijke vaardigheid. Woordenboeken zullen niet zomaar helemaal verdwijnen.

Je kind moet sowieso in zijn onderwijscarrière weten hoe het een woordenboek gebruikt. Bereid hem daar goed op voor. Een goede kennis van het alfabet en goede opzoekvaardigheden komen ook de rest van zijn leven goed van pas.

Heb je vragen over het gebruik van woordenboeken, laat het ons gerust weten!

Bekijk ook eens een van deze handige artikelen over spelling:

Rochelle Schaepkens, BEd Master EN

Rochelle behaalde een Bachelor en Master of Education (PABO en Master Leren en Innoveren). Daarnaast heeft ze de opleidingen tot Taalexpert, Rekenexpert en Remedial Teaching gevolgd. Ze heeft 20 jaar ervaring als leerkracht en unitleider op een basisschool. Nu werkt ze als docent op de Pabo en als Content Creator voor Wijzer over de basisschool.

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *