Zo gebruik je een breukenposter

Heb je wel eens gehoord van een breukenposter? In de bovenbouw van de basisschool krijgt je kind tijdens het rekenen breuken aangeleerd. Daar wordt soms een breukenposter bij gebruikt. Wat dat is en hoe het zit met breuken in de bovenbouw, lees je in dit artikel.

Wat is een breuk?

Een breuk is eigenlijk iets dat gebroken is. Eerst had je iets dat heel was (geheel) en na het breken of verdelen heb je daar nog een stukje (deel) van over.

Een breuk bestaat uit 2 onderdelen. Het getal boven de breukstreep noemen we de teller. Het getal onder de breukstreep noemen we de noemer.

Neem bijvoorbeeld de breuk 1/4. Je spreekt het uit als één vierde. Het onderste getal, de noemer, geeft aan in hoeveel stukjes je de taart verdeeld hebt: in 4 gelijke stukken. Het bovenste getal geeft aan hoeveel stukjes je daarvan hebt: 1.

4e breuk pizza

Werkbladen Breuken Groep 6/7/8 downloaden

Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)

Breuken vanaf groep 6

Rekenen met breuken begint in groep 6 met het herkennen van breuken in het dagelijkse leven.

Denk hierbij aan woorden als ‘de helft’. De helft van een appel of de helft van een uur: een half uur. Op deze manier maken zesdegroepers kennis met breuken.

Ook maken ze kennis met de term ‘een kwart’. In de context van bijvoorbeeld een kwartier.

Ze leren dat een breuk eigenlijk een deelsom is. Je deel iets in stukjes, bijvoorbeeld een taart of een pizza. Daarbij maak je gebruik van een cirkel. Of je deelt een chocoladereep eerlijk met je vrienden. Daarbij gebruik je een strook.

In het basisonderwijs staan voor ieder vak en voor iedere jaargroep doelen vast, waar de kinderen dat jaar aan gaan werken. De doelen voor rekenen in groep 6 geven, onder andere, het volgende aan:

  • Ik kan breuken lezen, uitspreken en noteren met een horizontale streep en met een schuine streep;
  • Ik kan verwoorden wat de teller en de noemer weergeven in contexten met breuken;
  • Ik weet wat stambreuken (met teller 1, zoals 1/4, 1/10), niet-stambreuken (zoals 4/5, 5/6), hele breuken (zoals 5/5, 10/10) en samengestelde breuken (zoals 2 1/3) zijn.

Op de website van het SLO kun je lezen wat je kind eind groep 6 nog meer moet weten, wat betreft breuken en andere onderdelen van rekenen.

Meer weten over breuken? Lees dan deze artikelen:

Breukentaal leren

Bij het aanleren van breuken komt je kind een aantal nieuwe woorden tegen. Een aantal hiervan hebben we hierboven al behandeld. We zetten ze even allemaal voor je op een rij:

  • Teller: het getal boven de breukstreep
  • Noemer: het getal onder de breukstreep
  • Breukstreep: de streep tussen de teller en de noemer, die de deling aangeeft
tip breukstreep
  • Stambreuk: een breuk waarvan de teller 1 is, bijvoorbeeld 1/2, 1/5, 1/8
  • Niet-stambreuk: een breuk waarbij de teller geen 1 is, bijvoorbeeld 4/5, 7/8
  • Hele breuk: een breuk die compleet is, bijvoorbeeld 5/5, 7/7                
  • Samengestelde breuk: een breuk met een hele erbij, zoals 2 1/2 of 5 1/4
  • Vereenvoudigen: de breuk zo makkelijk mogelijk schrijven door de teller en de noemer door hetzelfde getal te delen. Bijvoorbeeld 8/10 schrijf je beter als 4/5

Oefenbladen Rekenen Groep 6 (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 7 (Gratis)

Oefenbladen Rekenen Groep 8 (Gratis)

Breuken en tafels

In groep 6 wordt de basis gelegd voor rekenen met breuken. In groep 7 en groep 8 gaat deze leerlijn verder in rekenen met breuken, procenten en kommagetallen.

Voor rekenen met breuken is het belangrijk dat je kind de tafels goed kent. Bij het rekenen met breuken maak je namelijk steeds gebruik van je kennis van de tafels. Het is daarom belangrijk dat de tafels geautomatiseerd zijn.

In groep 4 en 5 leert je kind de tafels tijdens de rekenles. Het oefenen van de tafels blijft ook na groep 5 van belang. Mocht het automatiseren echt niet lukken, dan kan je kind gebruik maken van een tafelkaart.

Tafelkaart tafel van 1

Als je je kind wilt helpen met het leren van breuken, kun je gebruik maken van cirkels en stroken.

Bij het gebruik van breukencirkels wordt op school vaak de vergelijking gemaakt met een taart of een pizza. Naast breukenstroken wordt ook wel gewerkt met een cake of chocoladerepen.

Download de breukenstroken

Download de breukencirkels

Zo gebruik je een breukenposter

In een klaslokaal zie je wel eens een breukenposter hangen. Op een breukenposter staan doorgaans een aantal stroken van dezelfde lengte onder elkaar. Deze stroken zijn in verschillende stukken verdeeld.

Zo staan de breuken die bij elkaar horen, onder elkaar. Zoals 1/2, 1/4 en 1/8.

Hoe het werkt? Als je je liniaal naast de streep van 1/2 legt, kan je kind zo zien dat 1/2 evenveel is als 2/4 en als 4/8. Handig toch?

Tip! Ga thuis ook eens samen aan de slag met stroken. Kies stroken van dezelfde lengte en vouw of knip ze in verschillende stukken.

Ook kunnen op de breukenposter de breukencirkels staan. Net als de breukenstroken zijn die zijn allemaal even groot en in verschillende stukken verdeeld.

Poster Breukenstroken breukencirkels


Nog geen genoeg van breuken of heeft je kind nog wat belang bij uitleg door middel van filmpjes? Kijk dan eens op onze pagina over breuken voor nog meer uitleg. Ook als je kind in groep 7 of 8 zit, kun je hier extra uitleg en handige tips vinden. Veel succes!

Bronnen:

  • www.slo.nl

Natasja de Vrind, BEd

Natasja de Vrind is ruim 24 jaar leerkracht in de bovenbouw van het basisonderwijs. Naast het behalen van haar opleiding tot intern begeleider, hield ze zich bezig met een expertgroep voor rekenen en werkte ze op de PABO, waar ze stagiaires begeleidde. De laatste jaren staat ze parttime voor de groep en houdt ze zich daarnaast vooral bezig met haar andere passie: schrijven.

Gerelateerde artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *